Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en intrekking Richtlijn 2003/6/EG, enz. (Verordening marktmisbruik)
Artikel 23 Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend van 02-07-2014 tot 04-12-2024
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten oefenen hun taken en bevoegdheden op een of meer van de volgende wijzen uit:
- a)
rechtstreeks;
- b)
in samenwerking met andere autoriteiten of met de marktpartijen;
- c)
door delegatie van taken aan dergelijke autoriteiten of marktpartijen, onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit;
- d)
door middel van een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
2.
Ter vervulling van hun taken krachtens deze verordening dienen bevoegde autoriteiten, overeenkomstig het nationale recht, ten minste over de volgende toezichts- en onderzoeksbevoegdheden te beschikken:
- a)
het verkrijgen van inzage in elk document en in gegevens in welke vorm dan ook, en het ontvangen of maken van een afschrift daarvan;
- b)
het vorderen van of verzoeken om inlichtingen van iedere persoon, met inbegrip van degenen die achtereenvolgens betrokken zijn bij het doorgeven van orders of het uitvoeren van de desbetreffende activiteiten, alsook hun opdrachtgevers, en in voorkomend geval het oproepen en ondervragen van een dergelijke persoon teneinde inlichtingen te verkrijgen;
- c)
het met betrekking tot grondstoffenderivaten inlichtingen opvragen van deelnemers aan gerelateerde spotmarkten aan de hand van gestandaardiseerde formulieren, het verkrijgen van verslagen over transacties en rechtstreekse toegang hebben tot de systemen van handelaren;
- d)
het verrichten van inspecties of onderzoeken ter plaatse, met uitzondering van de woningen van natuurlijke personen;
- e)
behoudens de tweede alinea, het betreden van plaatsen van natuurlijke en rechtspersonen om documenten en andere gegevens, ongeacht hun vorm, in beslag te nemen wanneer er een redelijk vermoeden bestaat dat documenten en andere gegevens die betrekking hebben op het voorwerp van de inspectie of het onderzoek relevant kunnen zijn als bewijs van een geval van handel met voorwetenschap of marktmanipulatie in strijd met deze verordening;
- f)
het inleiden van strafrechtelijke onderzoeken;
- g)
het vorderen van bestaande opnames van telefoongesprekken, elektronische mededelingen of overzichten van dataverkeer waarover beleggingsondernemingen, kredietinstellingen of financiële instellingen beschikken;
- h)
het vorderen, voor zover dat door de nationale wetgeving is toegestaan, van bestaande verkeersgegevensoverzichten waarover een telecommunicatie-exploitant beschikt, wanneer er een redelijk vermoeden van een inbreuk bestaat en wanneer dergelijke overzichten relevant kunnen zijn voor het onderzoek naar een inbreuk op artikel 14, onder a) of b), of op artikel 15;
- i)
het vragen om bevriezing van en/of beslaglegging op activa;
- j)
het opschorten van de handel in het betrokken financiële instrument;
- k)
het eisen dat elke praktijk die volgens de bevoegde autoriteit indruist tegen deze verordening, tijdelijk wordt beëindigd;
- l)
het instellen van een tijdelijk verbod op beroepsuitoefening, en
- m)
het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het publiek juist wordt geïnformeerd, onder andere door onjuiste of misleidende openbaar gemaakte informatie te rectificeren, met inbegrip van het verplichten van een uitgevende instelling of een andere persoon die onjuiste of misleidende informatie heeft gepubliceerd of verspreid om een rectificatie te publiceren.
Indien overeenkomstig het nationale recht de voorafgaande goedkeuring moet worden verkregen van de justitiële autoriteiten om plaatsen van natuurlijke of rechtspersonen als bedoeld onder e) van de eerste alinea binnen te treden, wordt de in dat punt bedoelde bevoegdheid enkel uitgeoefend nadat voorafgaand een zodanige toestemming is verkregen.
3.
De lidstaten dragen er zorg voor dat passende maatregelen worden getroffen zodat de bevoegde autoriteiten alle toezichts- en onderzoeksbevoegdheden hebben die nodig zijn om hun taken te vervullen.
Deze verordening is van toepassing onverminderd de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld met betrekking tot openbare overnamebiedingen, fusies, of andere transacties die gevolgen hebben voor de eigendom van of de zeggenschap over vennootschappen waarop wordt toegezien door de toezichthoudende autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2004/25/EG waarbij vereisten worden vastgesteld die verder gaan dan de vereisten van deze verordening.
4.
Een persoon die overeenkomstig deze verordening informatie aan de bevoegde autoriteit verstrekt, wordt niet geacht een inbreuk te plegen op enige beperking van de openbaarmaking van informatie zoals vastgesteld in een contract, of zoals bepaald in wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, en dit feit brengt voor de melder generlei aansprakelijkheid met zich mee.