Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/129
Plicht tot navraag doen bij databank Registratie Niet-Ingezetenen bij vermoeden woon- of verblijfplaats verdachte in buitenland.
HR 10-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:27
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
14/03373
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:27, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1315, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2014
- Wetingang
Art. 588 Sv
Essentie
Ingeval de zogeheten Informatiestaat Strafrechtsketendatabank-persoon in de rubriek ‘huidig BRP-adres’ een aanknopingspunt bevat voor het vermoeden dat de verdachte een woon- of verblijfplaats in het buitenland heeft, moet navraag worden gedaan of zijn adresgegevens zijn geadministreerd in de databank Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Die verplichting geldt niet als in de rubriek ‘laatst opgegeven woon- of verblijfplaats’ — waarmee wordt gedoeld op het laatste bij de identiteitsvaststelling door de verdachte opgegeven adres — weliswaar een (ander) land is vermeld doch niet een adres.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.