Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/6.4.2
6.4.2 Publiekrechtelijke belangen
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS303362:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
HR 23 juni 1989, NJ 1991, 673 (Gasbedrijf Centraal Nederland/Nieuwegein) en Kobussen 1991, p. 251-253. Vergelijk ook HR 10 september 1993, NJ 1996, 3 (Den Dulk/Curaçao) en Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 453.
HR 9 januari 1998, NJ 1998, 363 (Apeldoorn/Kinderdagverblijf Snoopy) en HR 7 mei 2004, NJ 2005, 23 (Heerde/Goudsmit). Vergelijk ook HR 19 januari 1962, NJ 1962, 151 (Nederland/Huizen).
HR 23 december 1976, NJ 1977, 409 (Reggezuid/Amsterdam) Art. 5:106 lid 7 BW is, gelet op het woord ‘redelijke’, een in § 1.2.3 beschreven precisering van de redelijkheid en billijkheid.
HR 25 september 1981, NJ 1982, 315 (Breda/Nijs).
Kobussen 1991, p. 251.
Chitty/Mitchell 2012, nr. 10-046 en 10-048.
Vergelijk § 6.4.
Vergelijk de casus van HR 23 juni 1989, NJ 1991, 673 (Gasbedrijf Centraal Nederland/ Nieuwegein).
‘Publiekrechtelijke belangen’ zijn algemene belangen die in de eerste plaats door de overheid worden behartigd. Een publiekrechtelijk belang kan bijvoorbeeld bestaan uit de beschikbaarheid van betaalbare huurwoningen of uit de instandhouding van een veilig stadscentrum. De overheid kan deze belangen behartigen door middel van privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen. Deze belangen beïnvloeden in een dergelijk geval de werking van de redelijkheid en billijkheid.
Ik geef enkele voorbeelden. De behartiging van de maatschappelijke belangen kan leiden tot een beleidswijziging op grond van onvoorziene omstandigheden. De aard en het gewicht van deze belangen beïnvloeden de toepassing van art. 6:258 lid 1 BW. Zij kunnen pleiten voor de beperking van de vordering tot de nakoming van een verplichting van de overheid.1 Publiekrechtelijke belangen beïnvloeden daarnaast het antwoord op de vraag of de uitoefening van een privaatrechtelijke bevoegdheid door de overheid in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.2 Ten slotte is de weigering van toestemming tot splitsing in appartementsrechten door een gemeente niet zonder redelijke grond als zij huisvestingsbelangen dient.3
De factor ‘publiekrechtelijke belangen’ speelt ook een rol buiten de redelijkheid en billijkheid. De belangen van de openbare orde en veiligheid beïnvloeden de onrechtmatigheid van een gedraging. Een gemeente die, tegen de wil van de eigenaar van het pand, gas, water en elektriciteit levert aan krakers, handelt niet onrechtmatig.4 Publiekrechtelijke belangen zouden daarnaast op grond van art. 6:168 lid 1 BW kunnen leiden tot de afwijzing van een vordering tot een verbod van een onrechtmatige gedraging.5
De factor speelt ook een rol in andere rechtsstelsels. Zo beperken de publiekrechtelijke belangen de mogelijkheden tot estoppel in het Engelse recht.6 Daarnaast behartigen, zowel in Nederland als in andere rechtsstelsels, publiekrechtelijke normen de publiekrechtelijke belangen.
De factor ‘publiekrechtelijke belangen’ vertoont een overlap met de factoren ‘overheid’ en ‘kenmerken van de rechtsbetrekking’. Een beroep op de factor ‘publiekrechtelijke belangen’ verdient om de in de §§ 4.3 en 5.3.2 besproken redenen de voorkeur.
De redelijkheid en billijkheid is slechts één van de rechtsnormen die publiekrechtelijke belangen behartigt. Een uitgebreid netwerk van publiekrechtelijke bevoegdheden leidt ook tot de behartiging van deze belangen. Deze bevoegdheden verkleinen de behoefte aan extra bescherming op grond van de redelijkheid en billijkheid. Een beroep op de factor ‘publiekrechtelijke belangen’ verdient in veel gevallen de voorkeur als een privaatrechtelijke rechtsbetrekking, ondanks deze publiekrechtelijke bevoegdheden, tot de aantasting of behartiging van publiekrechtelijke belangen leidt. De aantasting van een specifiek publiekrechtelijk belang is in veel gevallen namelijk duidelijk en substantieel.7
Verschillende specifieke belangen vallen onder de factor ‘publiekrechtelijke belangen’. Een specifiek publiekrechtelijk belang kan bijvoorbeeld bestaan uit de beschikbaarheid van geschikte mogelijkheden tot de verwarming van woningen.8 Het specifieke karakter van een dergelijk belang maakt de aantasting duidelijk. De aantasting van het belang is duidelijk als de rechtsbetrekking de ontwikkeling van een betrouwbare en betaalbare bron van verwarming belet. De aantasting van het algemene belang is bovendien substantieel. De aantasting beïnvloedt ook anderen dan de partijen bij de rechtsbetrekking. De verantwoordelijke overheid heeft natuurlijk een belang bij het bestaan van de verwarming. De verwarming is echter vooral in het belang van de burgers die er gebruik van moeten gaan maken.