Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/667
Opgeven valse persoonsgegevens bij aanvraag Nederlands identiteitsbewijs door uit Iran afkomstige verdachte, art. 231 lid 1 Sr. 1. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging o.g.v. beroep op art. 31 Vluchtelingenverdrag. 2. Kan uit bewijsvoering worden afgeleid dat verdachte ‘valse’ persoonsgegevens heeft opgegeven? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 19-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:907
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
18/04481
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:907, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:271, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2020
Essentie
Opgeven valse persoonsgegevens bij aanvraag Nederlands identiteitsbewijs door uit Iran afkomstige verdachte, art. 231 lid 1 Sr. 1. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging o.g.v. beroep op art. 31 Vluchtelingenverdrag. 2. Kan uit bewijsvoering worden afgeleid dat verdachte ‘valse’ persoonsgegevens heeft opgegeven? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04481
Datum 19 mei 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 18 september 2018, nummer 23/002751-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.