Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Bijlage 5.7 Minimumbemanning van sleepboten en sleepboten die havendiensten verrichten
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2017
- Bronpublicatie:
01-11-2017, Stcrt. 2017, 63042 (uitgifte: 08-11-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/220276)
- Inwerkingtreding
01-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2017, Stcrt. 2017, 63042 (uitgifte: 08-11-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/220276)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
als bedoeld in artikel 5.6, vijfde lid
De minimumbemanning van sleepboten bestaat uit:
Groepen naar het vermogen P van de voortstuwingsmotoren in kW | Bemanningsleden | Aantal bemanningsleden bij exploitatiewijze | ||
---|---|---|---|---|
A1 | A2 | B | ||
1. P < 500 | schipper | 1 | 1 | 2 |
matroos | 1 * | 1 | - | |
2. 500 > P < 1250 ** | schipper | 1 | 2 | 2 |
matroos | 1 | - | 1 | |
3. 1250 > P < 3750 ** | schipper | 1 | 2 | 2 |
volmatroos | 1 | 1 | 1 | |
matroos | 1 | 1 | 2 | |
4. P > 3750 | Wordt individueel door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. |
De minimumbemanning van sleepboten gedurende de tijd dat havensleepdiensten worden verricht bestaat uit:
Paaltrek*** F < 15 ton | 1 schipper |
1 matroos | |
15 > F ≤ 25 ton | 1 schipper |
2 matrozen | |
25 > F ≤ 75 ton | 1 schipper |
1 volmatroos | |
2 matrozen | |
F > 75 ton | Wordt individueel door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. |
Voetnoten
Voor de vaart op de Rijn buiten Nederland bestaat de minimumbemanning uit een schipper en een matroos. De matroos is binnenlands niet nodig.
Indien een schip, ingedeeld in groep 2 dan wel in groep 3, voldoet aan de volgende bepalingen betreffende de bouw en de inrichting wordt de minimumbemanning verminderd met één matroos:
- a.
alle belangrijke bedieningsapparatuur en signalerings- en controle instrumenten voor de hoofdaandrijfinstallaties, de stroomvoorziening en overige voor het bedrijf belangrijke installaties, zijn in het stuurhuis aangebracht;
- b.
een schip dat is ingedeeld in groep 2 is voorzien van een sleeplier, dan wel van een sleephaak gecombineerd met een kaapstander of een draadberglier;
- c.
een schip dat is ingedeeld in groep 3 is voorzien van een sleeplier, dan wel van een sleephaak gecombineerd met een draadberglier;
- d.
sleeplieren en draadberglieren kunnen zowel vanaf het dek als vanaf de brug worden bediend;
- e.
er is een noodbediening waarmee de sleeplier dan wel de sleephaak kan worden gevierd c.q. geslipt, welke ook in geval van stroomuitval vanaf het dek is verzekerd;
- f.
stuurstellingen op de brug zijn zodanig geplaatst en uitgevoerd dat bij alle voorkomende manoeuvreeromstandigheden een volledig overzicht door degene die het vaartuig voert, is gegarandeerd;
- g.
bedieningsapparatuur is aangebracht binnen het bereik van degene die het vaartuig voert. Zowel bij de bedieningsplaats voor de sleeplier dan wel de draadberglier als op de plaats waar signalerings- en controle instrumenten kunnen worden waargenomen, is voldoende ruimte aanwezig zodat de bediening van de sleeplier dan wel de draadberglier door degene die het vaartuig voert niet bemoeilijkt wordt bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden;
- h.
het schip is voorzien van een radarinstallatie, waarvan het radarbeeld zonder kap of scherm, ongeacht de buiten het stuurhuis heersende lichtomstandigheden, duidelijk zichtbaar is;
- i.
door adequate middelen is gewaarborgd dat onder alle weersomstandigheden door de ruiten die in de belangrijkste blikrichtingen zijn gelegen, helder zicht mogelijk is;
- j.
gemeenschappelijke reddingmiddelen zijn zodanig opgesteld dat zij door slechts één bemanningslid te water kunnen worden gelaten;
- k.
regelbare dekverlichting voor het belichten van de sleeplijn, die vanuit het stuurhuis kan worden bediend, is geïnstalleerd. De lampen voor het werkdek zijn zo geplaatst en zodanig uitgevoerd dat een ongestoorde verlichting van het werkdek is verzekerd en voorts geen gevaar bestaat voor verblinding van degene die het vaartuig voert. Hierbij is met name rekening gehouden met het geval van mist; en
- l.
De Minister van Infrastructuur en Milieu geeft een verklaring af waaruit blijkt dat wordt voldaan aan deze bepalingen.
Indien een schip, ingedeeld in groep 2 dan wel in groep 3, voldoet aan de volgende bepalingen betreffende de bouw en de inrichting wordt de minimumbemanning verminderd met één matroos:
- a.
alle belangrijke bedieningsapparatuur en signalerings- en controle instrumenten voor de hoofdaandrijfinstallaties, de stroomvoorziening en overige voor het bedrijf belangrijke installaties, zijn in het stuurhuis aangebracht;
- b.
een schip dat is ingedeeld in groep 2 is voorzien van een sleeplier, dan wel van een sleephaak gecombineerd met een kaapstander of een draadberglier;
- c.
een schip dat is ingedeeld in groep 3 is voorzien van een sleeplier, dan wel van een sleephaak gecombineerd met een draadberglier;
- d.
sleeplieren en draadberglieren kunnen zowel vanaf het dek als vanaf de brug worden bediend;
- e.
er is een noodbediening waarmee de sleeplier dan wel de sleephaak kan worden gevierd c.q. geslipt, welke ook in geval van stroomuitval vanaf het dek is verzekerd;
- f.
stuurstellingen op de brug zijn zodanig geplaatst en uitgevoerd dat bij alle voorkomende manoeuvreeromstandigheden een volledig overzicht door degene die het vaartuig voert, is gegarandeerd;
- g.
bedieningsapparatuur is aangebracht binnen het bereik van degene die het vaartuig voert. Zowel bij de bedieningsplaats voor de sleeplier dan wel de draadberglier als op de plaats waar signalerings- en controle instrumenten kunnen worden waargenomen, is voldoende ruimte aanwezig zodat de bediening van de sleeplier dan wel de draadberglier door degene die het vaartuig voert niet bemoeilijkt wordt bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden;
- h.
het schip is voorzien van een radarinstallatie, waarvan het radarbeeld zonder kap of scherm, ongeacht de buiten het stuurhuis heersende lichtomstandigheden, duidelijk zichtbaar is;
- i.
door adequate middelen is gewaarborgd dat onder alle weersomstandigheden door de ruiten die in de belangrijkste blikrichtingen zijn gelegen, helder zicht mogelijk is;
- j.
gemeenschappelijke reddingmiddelen zijn zodanig opgesteld dat zij door slechts één bemanningslid te water kunnen worden gelaten;
- k.
regelbare dekverlichting voor het belichten van de sleeplijn, die vanuit het stuurhuis kan worden bediend, is geïnstalleerd. De lampen voor het werkdek zijn zo geplaatst en zodanig uitgevoerd dat een ongestoorde verlichting van het werkdek is verzekerd en voorts geen gevaar bestaat voor verblinding van degene die het vaartuig voert. Hierbij is met name rekening gehouden met het geval van mist; en
- l.
De Minister van Infrastructuur en Milieu geeft een verklaring af waaruit blijkt dat wordt voldaan aan deze bepalingen.
Paaltrek: de maximale trekkracht die het schip via een sleepdraad kan uitoefenen op een te slepen object als aangegeven op een certificaat, afgegeven door een binnen de sfeer van de sleepvaart algemeen daartoe erkende organisatie. Indien geen certificaat betreffende de paaltrek wordt overgelegd, wordt voor de paaltrek een trekkracht aangenomen van 20 kg/kW van het geïnstalleerde voortstuwingsvermogen.