Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/185
Ontoereikende motivering hogere geldboete op grond van art. 12 Opiumwet.
HR 25-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3972
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 januari 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/04957
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BO3972
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO3972, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO3972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2010
- Wetingang
Opiumwet art. 12
Essentie
Het Hof had bij de motivering van de geldboete moeten verduidelijken waaraan het had ontleend dat ‘ter terechtzitting in hoger beroep is komen vast te staan’ dat de waarde van de bewezenverklaarde hoeveelheden hennep en hasjiesj hoger is dan een vierde gedeelte van de maximum geldboete ingevolge art. 11 lid 2 Opiumwet, in welk geval op grond van art. 12 Opiumwet een hogere geldboete kan worden opgelegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 12 november 2008, nummer 22/006919-06, in de strafzaak tegen: M. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.