Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/256
(Gedwongen) ontheffing van ouderlijk gezag; maatstaf art. 1:268 lid 2, aanhef en onder a, BW. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9625
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
10/01427
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BO9625
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9625, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9625, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2010
Essentie
(Gedwongen) ontheffing van ouderlijk gezag; maatstaf art. 1:268 lid 2, aanhef en onder a, BW. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De moeder], wonende op een geheim adres, verzoekster tot cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
Raad voor vde Kinderbescherming, vestiging Rotterdam, te Rotterdam, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Rank-Berenschot:
1.
Bij verzoekschrift van 20 augustus 2008 heeft verweerster in cassatie (verder: de Raad) de rechtbank Rotterdam verzocht verzoekster tot cassatie (verder: de moeder) te ontheffen van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen [kind 1] (geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.