Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/253
Erkenning minderjarige. Verzoek vaststelling nauwe persoonlijke band als bedoeld in art. 1:204 lid 1 sub e BW; peildatum. Art. 8 EVRM (family life); gerechtvaardigde beperking?
HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7114
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03397
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BO7114
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO7114, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO7114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2009
- Wetingang
BW art. 1:204; EVRMart. 8
Essentie
Erkenning minderjarige. Verzoek vaststelling nauwe persoonlijke band als bedoeld in art. 1:204 lid 1 sub e BW; peildatum. Art. 8 EVRM (family life); gerechtvaardigde beperking?
Het bestaan van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de man en het kind vormt een uitzondering op de nietigheidsgrond van art. 1:204 lid 1, aanhef en onder e, BW. Daarom is niet alleen voor de aanwezigheid van de nietigheidsgrond maar ook voor het zich voordoen van de uitzondering het tijdstip waarop de erkenning is gedaan beslissend. De beperkingen die art. 1:204 stelt aan het recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.