Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/252
Oplegging tbs, zonder dat de verdediging zich daarover ter zitting heeft uitgelaten. toereikend gemotiveerd.
HR 16-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:217
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03499
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:217, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2020
- Wetingang
Essentie
De oplegging van de maatregel van tbs met een bevel dwangverpleging, zonder dat de verdediging zich daarover ter zitting heeft uitgelaten, is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Met zijn overwegingen heeft het hof toereikend gemotiveerd waarom het naast een gevangenisstraf, zoals door het openbaar ministerie gevorderd, de maatregel van tbs met een bevel tot verpleging van overheidswege heeft opgelegd. Hieruit blijkt dat is voldaan aan de voorwaarden die art. 37 leden 2 en 3 (oud) Sr in verbinding met art. 37a (oud) Sr aan de oplegging van die maatregel stelt. Gelet hierop en in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.