Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 748
Verjaring bij verzet.
HR 02-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI1006
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juni 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
07/11642
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BI1006
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI1006, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI1006, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Indien verzet openstaat en dit rechtsmiddel door de verdachte is ingesteld, kan ingevolge art. 402 (oud) en 403(oud) Sv de vraag of het recht tot strafvordering is verjaard eerst aan de orde komen als de verdachte ter terechtzitting verschijnt. Nu de verdachte niet is verschenen op de naar aanleiding van het gedane verzet gehouden terechtzitting, kon dus aldaar de vraag naar de verjaring niet aan de orde komen, terwijl in cassatie slechts de vervallenverklaring van het verzet kan worden onderzocht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.