Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 740
Schadevergoeding bij overlijden ex art. 6:106 lid 1 sub d BW (kosten huishoudelijke hulp); behoeftigheidvereiste.
HR 12-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH6533
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juni 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
07/11712
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BH6533
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH6533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH6533, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2009
Essentie
Schadevergoeding bij overlijden ex art. 6:106 lid 1 sub d BW (kosten huishoudelijke hulp); behoeftigheidvereiste.
De in de aanhef van art. 6:108 BW besloten beperking dat geen aanspraak op schadevergoeding bestaat voor zover de nabestaande, kort gezegd, gelet op alle omstandigheden van het geval ondanks zijn schade niet als behoeftig kan worden aangemerkt, geldt ook voor het in lid 1, onder d, omschreven geval waarin de overledene in het levensonderhoud bijdroeg door het doen van de gemeenschappelijke huishouding.
Partij(en)
[Eiser], wonende te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. M.E. Franke,
tegen
[Verweerder], wonende te [woonplaats], verweerder in cassatie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.