Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/9.11
9.11 Conclusie
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363302:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Indien van een fiscale eenheid sprake is, ontstaat de situatie dat in fiscale zin van een samenwerkingsverband van een ander niveau van samenwerking sprake is (een samenwerkingsverband van niveau drie, a) dan in civielrechtelijke zin (een samenwerkingsverband van het tweede niveau van samenwerking).
Slechts voor wat betreft feitelijke samenwerkingsverbanden die in het burgerlijk recht niet als een rechtssubject worden aangemerkt.
Het is – uitsluitend vanuit een fiscale optiek – mogelijk dat een samenwerkingsverband op niveau drie, b van het derde archetype, wordt omgevormd tot een samenwerkingsverband op niveau drie, a, van het tweede archetype. Dit is het geval indien de betrokken subjecten (waaronder het samenwerkingsverband) een fiscale eenheid vormen.
Het burgerlijk recht is nauw vervlochten met de maatschappij. Van een rechtssubject is sprake indien het recht erkent dat het de bevoegdheid heeft overeenkomsten aan te gaan, of andere rechtshandelingen te verrichten en dat het bevoegd is om in rechte op te treden. Dit brengt met zich mee dat een samenwerkingsverband naar buiten toe op moet treden om als rechtssubject aangemerkt te kunnen worden. Het moet zich in het maatschappelijk verkeer manifesteren wil het een identificeerbaar toerekeningspunt voor rechten en verplichtingen kunnen zijn. In beginsel zal wat in de maatschappij als een entiteit wordt beschouwd, civielrechtelijk als een rechtssubject worden aangemerkt. Uit hoofdstuk 8 vloeide reeds voort dat er een verband is tussen de intensiteit van de samenwerking en de taakafhankelijkheid (interdependency) van de samenwerkende actoren. Tevens is duidelijk gemaakt dat een verband bestaat tussen de interdependency van partijen en de rechtsvorm die zij verkiezen. Uit het onderhavige hoofdstuk komt naar voren dat een rechtssubject ontstaat, wanneer een hoge mate van interdependency tussen de samenwerkende partijen bestaat.
Het fiscale recht (althans de btw) kent een van het civiele recht onafhankelijke invulling van het begrip subject. Toch is ook voor het bestaan van een samenwerkingsverband als (geadresseerd) belastingsubject in de btw uiteindelijk op de eerste plaats van belang of het zich in het maatschappelijk verkeer manifesteert als een entiteit. Er moet immers ten minste sprake zijn van “eenieder”. Daartoe dient er een combinatie van rechtssubjecten te zijn met feitelijke maatschappelijke zelfstandigheid. In ieder geval is vereist dat de combinatie naar buiten toe optreedt. Het moet dus een toerekeningspunt voor rechten en verplichtingen kunnen zijn. Het fiscale recht sluit enerzijds meer aan bij de maatschappelijke werkelijkheid, door mede als belastingsubjecten (van het derde archetype) te onderkennen de civielrechtelijk onbenoemde samenwerkingsvormen die nochtans als zodanig, vaak onder één naam naar buiten toe optreden. Anderzijds sluit het fiscale recht juist minder aan bij de maatschappelijke en de civielrechtelijke werkelijkheid, omdat het subjecten erkent die in maatschappelijk en civielrechtelijk opzicht niet bestaan. De belastingsubjecten kunnen als volgt aan de archetypen en de niveaus van samenwerking worden gekoppeld:
Tabel 2. Koppeling van de belastingsubjecten aan de niveaus en archetypen van samenwerking
1
2
3
Voor de drie niveaus van samenwerking en de bijbehorende archetypen van samenwerking uit het model, zijn bijpassende contractsvormen te vinden. Pas op het derde niveau van samenwerking is sprake van het ontstaan van een entiteit. Het samenwerkingsverband personifieert dan ten opzichte van de samenwerkende partijen. Er ontstaat dan een meervoudig subject (archetype II) of een enkelvoudig subject (archetype III). In het volgende hoofdstuk koppel ik de in de maatschappij voorkomende rechtsvormen van contractuele samenwerkingsverbanden aan het model van samenwerking.