Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/9.2
9.2 Onderscheid subject - object in het burgerlijk recht
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370561:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Vanuit de invalshoek waarin het recht vanuit de normen wordt bezien, is het rechtssubject het toerekeningspunt van de verplichtende, veroorlovende of bevoegdheidsverlenende norm. Nu het privaatrecht echter op de betrekkingen tussen mensen ziet, moet, zoals in dit onderzoek het geval is, het rechtssubject bezien worden vanuit de invalshoek van waaruit het recht vanuit de rechtssubjecten en hun onderlinge betrekkingen worden bekeken. Zie voor het onderscheid tussen deze twee invalshoeken: R.J.B. Bergamin, De persoon in het recht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 2000, blz. 11.
Asser/Hartkamp 4-I, 2004, nr. 7.
A.J. Akkermans (red.), Privaatrecht als opdracht, Ars Aequi, Nijmegen, 2006, blz. 13.
J.L.M. Gribnau, Rechtsbetrekking en rechtsbeginselen in het belastingrecht, Rechtstheoretische beschouwingen over navordering, toezegging en fiscale vaststellingsovereenkomst, Gouda Quint, Deventer, 1998, blz. 114.
Asser/Hartkamp 4-I, 2004, nr. 7.
J.C. van der Steur, Grenzen van rechtsobjecten, Een onderzoek naar de grenzen van objecten van eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten (diss.), Kluwer, Deventer, 2003, blz. 7.
Vgl. R.J.B. Bergamin, De persoon in het recht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 2000, blz. 53, Asser/Mijnssen/De Haan (3-I), 2001, nr. 1 en J.C. van der Steur, Grenzen van rechtsobjecten, Een onderzoek naar de grenzen van objecten van eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten (diss.), Kluwer, Deventer, 2003, blz. 8.
Vgl. Asser/Hartkamp 4-I, 2004, nr. 1.
Zie ook: J.L.M. Gribnau, Rechtsbetrekking en rechtsbeginselen in het belastingrecht, Rechtstheoretische beschouwingen over navordering, toezegging en fiscale vaststellingsovereenkomst, Gouda Quint, Deventer, 1998, blz. 113.
Asser/Hartkamp 4-I, 2004, nr. 17.
Asser/Hartkamp 4-I, 2004, nr. 17. Zie ook: J.C. van der Steur, Grenzen van rechtsobjecten, Een onderzoek naar de grenzen van objecten van eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten (diss.), Kluwer, Deventer, 2003, blz. 18.
In het recht, of dit nu publiekrecht of privaatrecht is, is het gebruikelijk een onderscheid te maken tussen (rechts)subject en (rechts)object.
Rechtssubjecten vormen de toerekeningspunten van rechten, verplichtingen en bevoegdheden.1 Een rechtssubject is een drager van rechten, verplichtingen en bevoegdheden ten opzichte van andere rechtssubjecten. In verbintenisrechtelijke termen zijn actoren tussen wie een verbintenis een rechtsband vormt (de schuldeiser en de schuldenaar) dus subjecten.2 Het rechtsobject is hetgeen waartoe het rechtssubject gerechtigd is.3 Het is het voorwerp of object van zijn recht; de substantie van de rechtsbetrekking.4 Dit kan een zaak5, vermogensrecht6 of een prestatie zijn.7
Er valt een onderscheid te maken tussen het begrip subjectief recht en het begrip objectief recht. Met dit laatste begrip wordt het recht als geheel van regels en beginselen bedoeld.8 Over de inhoud van het begrip “subjectief recht” bestaat enige discussie. Kenmerkend wordt over het algemeen echter geacht dat het een aan een rechtssubject toekomend recht is dat door het toekennen van bepaalde bevoegdheden aan dat rechtssubject het belang van hem beschermt in de relatie met één of meer andere rechtssubjecten.9
Een rechtssubject staat in een verhouding tot andere rechtssubjecten en in verhouding met objecten (zaken en vermogensrechten). De verhoudingen (rechten en plichten), tussen rechtssubjecten duid ik aan als “rechtsbetrekkingen”.10
De verhouding tussen rechtssubjecten heeft niet zelden betrekking op een onderliggende zaak of een onderliggend vermogensrecht. Zo regelt een recht van eigendom de verhouding van een rechtssubject ten aanzien van een goed (een object) in relatie tot andere rechtssubjecten. De verhouding tussen een rechtssubject en een object is in wezen geen andere verhouding dan die tussen rechtssubjecten.11 De verhouding tussen een rechtssubject en een goed geeft slechts aan welke rechten, verplichtingen en bevoegdheden dat rechtssubject ten opzichte van andere rechtssubjecten ten aanzien van het betreffende goed heeft. Een recht op een zaak of vermogensrecht dat tegen ieder ander rechtssubject kan worden ingeroepen is een absoluut recht.12 Een recht uit een verbintenis (een recht op een zaak of een vermogensrecht, danwel het recht op een prestatie) wordt een “relatief” recht genoemd.13 Een relatief recht ziet dus op de verhouding tussen twee rechtssubjecten. Het regelt kun relatie ten aanzien van het voorwerp (object) van hun verbintenis. Wanneer ik hierna, in de context van het burgerlijk recht, spreek van een (rechts)object, doel ik dan ook uitsluitend op het onderliggende object (voorwerp) van de onderlinge verhoudingen (rechtsbetrekkingen) tussen rechtssubjecten.