Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/7.4.1
7.4.1 Voorlopig deskundigenbericht
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS446242:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie over het stellen van aanvullende vragen op grond van art. 194 lid 5 Rv: Hof Amsterdam 31 augustus 2006, LJN AZ1210, JBPr 2007, 67, m.nt. E.F. Groot.
Asser, Groen & Vranken 2003, p. 125; Asser, Groen & Vranken 2006, p. 65 en 75.
Kamerstukken II2007/08, 31518, nr. 2.
HR 22 februari 2008, LJN BB3676; HR 22 februari 2008, LJN BB5626.
Vgl. A-G Wesseling-van Gent onder 2.4 en 2.5 bij HR 26 maart 2004, LJN A01330, JBPr 2004, 37, m.nt. C.J.M. Klaassen, TvGR 2004, 33, m.nt. J. van der Burg.
Hof Amsterdam 31 augustus 2006, LJN AZ1210, JBPr 2007, 67, m.nt. E.F. Groot.
Nadat een voorlopig deskundigenbericht is uitgebracht, in kopie aan partijen is toegezonden en de kosten zijn afgewikkeld (art. 205 Rv), is de procedure van het voorlopig deskundigenbericht in beginsel ten einde.1 Asser, Groen & Vranken hebben bepleit dat de mogelijkheid om na afloop van een voorlopig getuigenverhoor een comparitie te houden (art. 191 Rv), wordt uitgebreid tot een algemene mogelijkheid om een preprocessuele schikkingscomparitie te houden.2 Dit heeft (nog) niet geleid tot wetgeving. In het voorstel voor een 'Wet deelgeschilprocedure bij letsel- en overlijdensschade' is, evenals bij het voorlopig getuigenverhoor, een afzonderlijke mogelijkheid opgenomen om na afdoening van een deelgeschil een comparitie te houden (art. 10191).3
Naar mijn opvatting is het voorstel van Asser, Groen & Vranken ook zonder wetswijziging reeds uitvoerbaar na een voorlopig deskundigenbericht. Als partijen het wenselijk vinden om onder leiding van de rechter de mogelijkheid van een schikking te onderzoeken of de verdere wijze van behandeling van geschillen over de vordering te bespreken, kunnen zij de rechter immers verzoeken om een mondelinge behandeling, nadat het voorlopig deskundigenbericht is ingeleverd. Met de beschikking waarin het voorlopig deskundigenbericht is gelast, is de taak van de rechter niet ten einde. De rechter kan nog over allerlei kwesties worden benaderd, bijvoorbeeld over (de aanvulling van) het voorschot (art. 195 Rv), over een verschil van mening tussen (een) partij(en) tijdens het onderzoek en de deskundige, in letselschadezaken ten aanzien van kwesties in verband met de verschaffing van medische informatie aan de deskundige en de wederpartij4 of het inzage- en blokkeringsrecht,5 of met het oog op de afwikkeling van de kosten (art. 205 Rv). Denkbaar is ook dat een partij, nadat het voorlopig deskundigenbericht is uitgebracht, de rechter verzoekt om aanvullende vragen aan de deskundige voor te leggen ter toelichting van het deskundigenadvies (art. 205 lid 1 Rv en art. 194 lid 5 Rv).6 Gaat het om procedurele kwesties met inhoudelijke gevolgen, dan kan onder omstandigheden een mondelinge behandeling aangewezen zijn, waarbij partijen hun standpunten naar voren kunnen brengen. Geen rechtsregel staat eraan in de weg om (dan) op verzoek van (een) partij(en) onder leiding van de rechter ook de mogelijkheid van een schikking te onderzoeken, of te compareren over de verdere wijze van behandeling van geschillen over de vordering in het kader waarvan het voorlopig deskundigenbericht is uitgebracht. Essentieel lijkt niet zozeer of er op dit punt een expliciete wettelijke voorziening is, maar of partijen behoefte hebben aan overleg met de rechter over de afhandeling van hun geschil. Een comparitie na voorlopig getuigenverhoor lijkt althans geen zin te hebben als één van partijen daaraan niet wil meewerken. Waarom zou dat na voorlopig deskundigen-bericht anders zijn?
Naast de bereidwilligheid van partijen — een aspect uit het private domein — is er in het publieke domein een potentieel beletsel om te compareren nadat een voorlopig deskundigenbericht is uitgebracht. De kosten daarvan zijn namelijk niet verdisconteerd in het bedrag dat een gerecht per afgedane zaak ontvangt en komen in het financieringssysteem van de Rechtspraak ten laste van de sector waarvan de rechter deel uitmaakt. De individuele onafhankelijke rechter die een comparitie na voorlopig deskundigenbericht wil houden, is in de praktijk mede afhankelijk van de bereidheid van de sector om die te realiseren.