Regeling vermogenswaardering Ioaz
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
13-12-2000, Stcrt. 2000, 244 (uitgifte: 15-12-2000, regelingnummer: BZ/ACT/00/82170)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2000, Stcrt. 2000, 244 (uitgifte: 15-12-2000, regelingnummer: BZ/ACT/00/82170)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Bezittingen en schulden worden in aanmerking genomen voor de waarde in het economisch verkeer.
2.
Bezittingen en schulden die, al dan niet tezamen, in het economisch verkeer als een eenheid plegen te worden beschouwd, worden als eenheid in aanmerking genomen.
3.
Bezittingen belast met vruchtgebruik of recht van gebruik worden in aanmerking genomen voor 80% van de waarde bedoeld in het eerste lid indien de bezitting onbezwaard zou zijn. Schulden behorende tot het met vruchtgebruik belast vermogen worden in aanmerking genomen voor 80% van de in de het[lees: in het] eerste lid bedoelde waarde.
4.
De eigen woning waarvan de gewezen zelfstandige eigenaar is en die tot zijn hoofdverblijf dient wordt gewaardeerd naar 60% van de waarde in het economisch verkeer, indien de woning in volle eigendom en onbezwaard (vrij) wordt opgeleverd. Hetzelfde geldt voor de eigen woning direct gekocht na verkoop van de bedrijfswoning.
5.
Voor de waardering van effecten die zijn genoteerd aan de Euronext effectenbeurs te Amsterdam wordt voor de toepassing van het eerste lid, de waarde in het economisch verkeer gesteld op de slotnotering die is vermeld in de Officiële prijscourant, uitgegeven door de AEX-Data Services, die geldt naar het tijdstip waarnaar de waarde moet worden bepaald.
6.
De veldinventaris wordt gewaardeerd op basis van de gemaakte kosten, waaronder begrepen arbeidskosten.