Regeling vermogenswaardering Ioaz
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2007
- Bronpublicatie:
19-12-2006, Stcrt. 2006, 253 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: AV/PB/102565A)
- Inwerkingtreding
01-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2006, Stcrt. 2006, 253 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: AV/PB/102565A)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
- b.
lijfrente: een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden, welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven, of formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid kan dienen, anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vierde lid, van de Invorderingswet 1990. Onder een lijfrente wordt mede verstaan de aanspraak op winstuitkeringen voorzover die uitkeringen verband houden met een lijfrente;
- c.
pensioenregeling:
- 1.
een pensioenregeling overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting;
- 2.
een pensioenregeling waaraan deelneming verplicht is op grond van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstak pensioenfonds 2000, de Wet op het notarisambt of de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
- 3.
een regeling van een andere mogendheid, die volgens de belastingwetten van dat land, welke naar aard en strekking overeenkomen met de Nederlandse loonbelasting of de inkomstenbelasting, als een pensioenregeling wordt beschouwd.
- d.
levensverzekering: een overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in artikel 1:1, van de Wet op het financieel toezicht.