Regeling vermogenswaardering Ioaz
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
13-12-2000, Stcrt. 2000, 244 (uitgifte: 15-12-2000, regelingnummer: BZ/ACT/00/82170)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2000, Stcrt. 2000, 244 (uitgifte: 15-12-2000, regelingnummer: BZ/ACT/00/82170)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Bij het in aanmerking nemen van bezittingen en schulden wordt geen rekening gehouden met:
- a.
wettelijk vruchtgenot, alsmede rechten op en verplichtingen tot periodieke uitkeringen en verstrekkingen rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiend, dan wel door ouders aan hun minderjarige kinderen toegekend;
- b.
lopende termijnen van inkomsten en verplichtingen, alsmede termijnen van inkomsten waarvan de grootte na de aanvang van het kalenderjaar door de schuldenaar wordt vastgesteld, mits zij niet behoren tot de onderneming van de gewezen zelfstandige.