Einde inhoudsopgave
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/3.7.1
3.7.1 Inleiding en opzet
Mr. L.P. Broekveldt, datum 31-03-2003
- Datum
31-03-2003
- Auteur
Mr. L.P. Broekveldt
- JCDI
JCDI:ADS396949:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie daarover Parl. Gesch. Wijz. Rv, p. 155, en HR 29 oktober 1965, NJ 1966, 3 (BusserfBimo).
In deze zin ook Parl. Gesch. Wijz. Rv, p. 153 (onder a).
Zie ook Oudelaar, Recht halen, 2000, § 75, p. 84-86; Kluwer Rv (Stein/Van Mierlo), aant. 2 bij art. 475; Vademecum Executie en Beslag (Van Oven), 2001, § 8.1.1; SteinfRueb, Compendium, 2002, p. 324 e.v.; HugenholtzfHeemskerk, Hoofdlijnen, 2002, nr. 221; H.A. Stein, Beslag en executie, 2002, 39, p. 61-62; zie ook nog Kluwer Rv-oud (lansen), aant. 5 bij afd. 2 van titel 2 van Boek II; Jansen, Executie- en beslagrecht, 1990, p. 192 e.v.; zie ten slotte ook nog G. Parser, preadvies NJV, 1932, p. 25-76.
77 Na de vrij uitvoerige beschouwingen in § 3.6 over de mogelijkheden die een schuldeiser in bepaalde gevallen heeft om wilsrechten van zijn schuldenaar uit te oefenen teneinde zijn verhaalsrecht (beter) te kunnen verwezenlijken, zal in deze paragraaf worden nagegaan waarop dit verhaalsrecht zich uiteindelijk richt: op welke vorderingen en welke roerende zaken (niet zijnde registergoederen) van zijn schuldenaar (art. 475 lid 1) kan de schuldeiser tot verhaal van zijn geldvordering derden-beslag leggen? Het zal duidelijk zijn dat het in de praktijk vrijwel steeds zal gaan om - bestaande en/of toekomstige - vorderingen tot betaling van een geldsom, waarbij dan met name te denken valt aan vorderingen uit hoofde van een bank- of girorekening. Onder het oude recht was dit niet anders, hetgeen evenzeer geldt voor door het beslag getroffen roerende zaken (niet zijnde registergoederen) die de derde-beslagene onder zich heeft en die eigendom zijn van de beslagdebiteur. Onder het oude recht was het echter niet mogelijk om derdenbeslag te leggen op een vordering tot levering van een goed op naam (meestal een registergoed, zoals een onroerende zaak).1 Het is met name op dit punt dat het huidige recht een wezenlijke uitbreiding aan de reikwijdte van het derdenbeslag als verhaalsmiddel heeft gegeven. Daarmee is immers bereikt dat een schuldeiser door het leggen van derdenbeslag verhaal kan nemen op in beginsel 'alle goederen van zijn schuldenaar' (art. 3:276 jo. art. 3:3).2
In de volgende paragrafen zullen eerst enige beschouwingen worden gewijd aan niet voor uitwinning door derdenbeslag vatbare goederen (§ 3.7.2). Vervolgens zal worden nagegaan wat rechtens de reikwijdte van een gelegd derdenbeslag is en in hoeverre dat ook beperkt kan worden (§ 3.73). Daarna zullen de verschillende voor beslag vatbare vorderingen en roerende zaken worden besproken, en wel3:
bestaande vorderingen tot betaling van een geldsom die de beslagdebiteur op een derde heeft (§3.7.4);
toekomstige vorderingen tot betaling van een geldsom die de beslagdebiteur rechtstreeks uit een bestaande rechtsverhouding op een derde zal verkrijgen (§3.7.5);
roerende zaken die geen registergoederen zijn, alsmede order- of toonderpapieren, die zich onder een derde bevinden en toebehoren aan de beslagdebiteur of die nog door een derde aan de beslagdebiteur geleverd moeten worden (§ 3.7.6.); en ten slotte
vorderingen tot levering van een goed op naam door een derde aan de beslag-debiteur (§ 3.7.7).