Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1102
Poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan penitentiair inrichtingswerker, art. 302 lid 1 Sr. Laatste woord gegeven voorafgaand aan repliek en dupliek, art. 311 lid 4 Sv. Uit p-v van tz. in hoger beroep blijkt niet dat (nadat aan verdachte (en zijn raadsman) het recht was gelaten het laatst te spreken, A-G daarna had gerepliceerd en raadsman vervolgens had gedupliceerd) aan verdachte opnieuw het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat voorschrift dat in art. 311 lid 4 Sv op straffe van nietigheid is gegeven, niet in acht is genomen. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 07-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1475
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, T. Kooijmans, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/05236
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1475, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:800, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2023
Essentie
Poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan penitentiair inrichtingswerker, art. 302 lid 1 Sr. Laatste woord gegeven voorafgaand aan repliek en dupliek, art. 311 lid 4 Sv. Uit p-v van tz. in hoger beroep blijkt niet dat (nadat aan verdachte (en zijn raadsman) het recht was gelaten het laatst te spreken, A-G daarna had gerepliceerd en raadsman vervolgens had gedupliceerd) aan verdachte opnieuw het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat voorschrift dat in art. 311 lid 4 Sv op straffe van nietigheid is gegeven, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.