Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee
Artikel 189 Beperking van de bevoegdheid met betrekking tot besluiten van de Autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 16-11-1994
- Bronpublicatie:
10-12-1982, Trb. 1984, 55 (uitgifte: 22-06-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-11-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-1996, Trb. 1996, 272 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
De Kamer inzake geschillen betreffende de zeebodem heeft geen bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening door de Autoriteit van haar discretionaire bevoegdheden overeenkomstig dit Deel; in geen geval mag zij haar eigen vrijheid van handelen in de plaats stellen van die van de Autoriteit. Onverminderd artikel 191 mag de Kamer inzake geschillen betreffende de zeebodem bij de uitoefening van haar bevoegdheid ingevolge artikel 187, zich niet uitspreken over de vraag of enigerlei regel, voorschrift of procedure van de Autoriteit in overeenstemming is met dit Verdrag en evenmin zodanige regels, voorschriften of procedures ongeldig verklaren. Haar bevoegdheid in dit opzicht is beperkt tot de vaststelling of de toepassing van enigerlei regel, voorschrift of procedure van de Autoriteit in afzonderlijke gevallen in strijd zou zijn met de contractuele verplichtingen van de partijen bij het geschil of hun verplichtingen krachtens dit Verdrag, tot de erkenning van verhaal wegens onbevoegdheid of misbruik van bevoegdheid alsmede tot vorderingen betreffende de betaling van schadevergoeding of tot andere rechtsmiddelen, aangewend door een der partijen jegens de andere partij voor het niet nakomen door die partij van haar contractuele verplichtingen of haar verplichtingen krachtens dit Verdrag.