Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 176 quater Beoordeling van kredietkwaliteitscategorieën van obligaties en leningen op basis van een goedgekeurd intern model
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Inwerkingtreding
08-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Dit artikel is van toepassing in de volgende gevallen:
- a)
een verzekerings- of herverzekeringsonderneming heeft een overeenkomst gesloten (‘medebeleggingsovereenkomst’) om samen met een andere entiteit te beleggen in obligaties en leningen;
- b)
die andere entiteit (‘de medebelegger’) is:
- i)
een instelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 die de interneratingbenadering gebruikt als bedoeld in artikel 143, lid 1, van die verordening, of
- ii)
een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die een intern model gebruikt overeenkomstig artikel 100 van Richtlijn 2009/138/EG;
- c)
volgens de medebeleggingsovereenkomst beleggen de verzekerings- of herverzekeringsonderneming en de medebelegger samen in obligaties en leningen waarvoor geen kredietbeoordeling door een aangewezen EKBI beschikbaar is en waarvoor debiteuren geen zekerheid hebben gestort die aan de in artikel 214 vastgestelde criteria voldoet;
- d)
de medebeleggingsovereenkomst voorziet erin dat de medebelegger met de verzekerings- of herverzekeringsonderneming de kansen op wanbetaling volgens zijn interneratingbenadering of, naargelang het geval, de kredietkwaliteitscategorieën volgens zijn interne model voor de onder c) bedoelde obligaties of leningen deelt, met als doel die informatie te gebruiken voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
2.
Als aan alle in de leden 3 tot en met 6 vastgestelde criteria is voldaan, worden aan de in lid 1, onder c), bedoelde obligaties en leningen kredietkwaliteitscategorieën toegekend die als volgt zijn bepaald:
- a)
ingeval de medebelegger onder lid 1, onder b), i), valt, worden de kredietkwaliteitscategorieën bepaald op basis van de meest recente kansen op wanbetaling volgens de interneratingbenadering;
- b)
ingeval de medebelegger onder lid 1, onder b), ii), valt, zijn de kredietkwaliteitscategorieën de kredietkwaliteitscategorieën volgens het interne model.
3.
De criteria in dit lid zijn als volgt:
- a)
de emittent van elke obligatie of lening behoort niet tot dezelfde groep van ondernemingen als de verzekerings- of herverzekeringsonderneming;
- b)
de emittent is geen verzekerings- of herverzekeringsonderneming, infrastructuurentiteit, kredietinstelling, beleggingsonderneming, financiële instelling, beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen, icbe-beheersmaatschappij, instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of niet-gereglementeerde onderneming die financiële activiteiten verricht;
- c)
de emittent heeft zijn hoofdkantoor in een land dat lid is van de EER;
- d)
meer dan 50 % van de jaarlijkse inkomsten van de emittent luidt in valuta's van landen die lid zijn van de EER of de OESO;
- e)
er is voldaan aan ten minste een van de volgende voorwaarden voor elk van de laatste drie boekjaren die eindigen vóór de datum waarop het solvabiliteitskapitaalvereiste wordt berekend:
- —
de jaarlijkse omzet van de emittent bedraagt meer dan 10 000 000 EUR;
- —
het balanstotaal van de emittent bedraagt meer dan 10 000 000 EUR;
- —
het aantal personeelsleden van de emittent bedraagt meer dan 50.
4.
De criteria in dit lid zijn als volgt:
- a)
de medebeleggingsovereenkomst omschrijft de soorten obligaties en leningen waarop wordt ingeschreven, en de toepasselijke beoordelingscriteria;
- b)
de medebelegger verstrekt de verzekerings- of herverzekeringsonderneming voldoende nadere gegevens over het inschrijvingsproces, onder meer de gebruikte criteria, zijn organisatorische structuur en de door hem uitgevoerde controles;
- c)
de medebelegger verstrekt de verzekerings- of herverzekeringsonderneming gegevens over alle aanvragen tot inschrijving op obligaties of leningen;
- d)
de medebelegger verstrekt de verzekerings- of herverzekeringsonderneming nadere gegevens over alle besluiten tot goedkeuring of afwijzing van aanvragen tot inschrijving op obligaties of leningen;
- e)
de medebelegger behoudt een blootstelling van ten minste 20 % van de nominale waarde van elke obligatie en lening;
- f)
het inschrijvingsproces is hetzelfde als het inschrijvingsproces dat door de medebelegger wordt gevolgd voor zijn andere beleggingen in vergelijkbare obligaties en leningen;
- g)
de verzekerings- of herverzekeringsonderneming belegt in alle obligaties en leningen van de onder a) bedoelde soorten waarvoor de medebelegger besluit de obligatie- of leningaanvraag goed te keuren;
- h)
de medebelegger verstrekt de verzekerings- of herverzekeringsonderneming informatie waardoor de onderneming de interneratingbenadering of, naargelang het geval, het interne model en de beperkingen daarvan kan begrijpen, alsook of die benadering of dat model adequaat en geschikt is, met name:
- i)
een beschrijving van de interneratingbenadering of, naargelang het geval, het interne model, met inbegrip van de inputs en risicofactoren, de kwantificering van risicoparameters en de onderliggende methoden, en de toegepaste algemene methodologie;
- ii)
een beschrijving van de omvang van het gebruik van de interneratingbeandering of, naargelang het geval, het interne model;
- iii)
een beschrijving van het modelvalideringsproces en van andere processen waardoor de prestaties van het model kunnen worden gemonitord, de modelspecificatie continu op haar geschiktheid kan worden geëvalueerd, en de resultaten van de interneratingbenadering of, naargelang het geval, het interne model aan de ervaring kunnen worden getoetst.
5.
Ingeval de medebelegger onder lid 1, onder b), i), valt:
- a)
legt de verzekerings- of herverzekeringsonderneming duidelijk schriftelijk vast met welke kredietkwaliteitscategorie de kansen van wanbetaling die de interneratingbenadering van de instelling oplevert, overeenstemmen;
- b)
garandeert de door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming uitgevoerde mapping van kansen van wanbetaling met kredietkwaliteitscategorieën dat het daaruit resulterende niveau van kapitaalvereiste voor de in artikel 105, lid 5, tweede alinea, onder d), van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde ondermodule spreadrisico voor de betrokken obligatie of lening passend is;
- c)
is de mapping gebaseerd op tabel 1 in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1799 van de Commissie (1);
- d)
worden op prudente wijze aan de kansen van wanbetaling aanpassingen gedaan voordat de mapping wordt uitgevoerd, rekening houdend met de kwalitatieve factoren die in artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1799 zijn vermeld;
- e)
wordt er aan de kansen van wanbetaling een aanpassing gedaan in elk van de volgende situaties:
- i)
de tijdshorizon die door de interneratingbenadering wordt gedekt, wijkt aanzienlijk af van de tijdshorizon van drie jaar die in artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1799 is vastgesteld;
- ii)
de in de interneratingbenadering gebruikte definitie van wanbetaling wijkt aanzienlijk af van de definitie in artikel 4, lid 4, van die uitvoeringsverordening.
6.
Ingeval de medebelegger onder lid 1, onder b), ii), valt, garandeert het interne model dat het daaruit resulterende niveau van kapitaalvereiste voor de in artikel 105, lid 5, tweede alinea, onder d), van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde ondermodule spreadrisico voor de betrokken obligatie of lening passend is.
Voetnoten
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1799 van de Commissie van 7 oktober 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de mapping van kredietbeoordelingen van externe kredietbeoordelingsinstellingen voor kredietrisico in overeenstemming met artikel 136, leden 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 275 van 12.10.2016, blz. 3).