Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/649
Arbeidsrecht. Begrip ‘vakantie’ (art. 7:634 BW). Bovenwettelijke vakantie ingezet voor andere doeleinden; recht op loon (art. 7:639 en 7:645 BW).
HR 09-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:816
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/05265
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:816, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2022
- Wetingang
Art. 7:634, 7:639, 7:645 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Begrip ‘vakantie’ (art. 7:634 BW). Bovenwettelijke vakantie ingezet voor andere doeleinden; recht op loon (art. 7:639 en 7:645 BW).
Samenvatting
Of een vrijetijdsaanspraak heeft te gelden als vakantie in de zin van art. 7:634 BW hangt ervan af of deze aanspraak tot doel heeft de werknemer betaald verlof te verschaffen in verband met de werkbelasting die op hem drukt (HR 2 oktober 2009, NJ 2009/479). Het komt er daarbij op aan of de vrijetijdsaanspraak op het moment van toekenning bedoeld is om de werknemer in verband ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.