Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.6:32.4.6 Beleggingsfondsen
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.6
32.4.6 Beleggingsfondsen
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370519:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vanwege het ruime begrip van samenwerking, dat ik hanteer in dit onderzoek, kan zowel het ondernemen als het beleggen met bijeengebrachte vermogensbestanddelen daaronder worden geschaard. Contractuele “beleggerscollectieven” kunnen juridisch op diverse wijzen worden vormgegeven. Er zijn situaties denkbaar, waarin een beleggingsfonds als een personenvennootschap is aan te duiden. Veelal zijn beleggingsfondsen civielrechtelijk echter overeenkomsten “sui generis”.
Er zijn indicaties, dat een beleggingsfonds onder omstandigheden als een entiteit (“eenieder”) is aan te merken. Het belangrijkste argument om een beleggingsfonds als een entiteit te beschouwen is het argument van waarborging van een behandeling die gelijk is aan die van beleggingsmaatschappijen. Als het beleggingsfonds als een entiteit is te beschouwen, is het echter maar de vraag of het beleggingsfonds ook een economische activiteit verricht. Ik heb geconcludeerd, dat van beleggingsfondsen niet op voorhand gesteld kan worden, dat zij belastingplichtigen zijn. Wanneer een beleggingsfonds een belastingplichtige is, kan het fonds op basis van de tekst van art. 7 lid 4 Wet OB in beginsel onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid. Bij beleggingsfondsen zal – mede vanwege het effectenrecht – echter niet snel tegelijkertijd aan alle verwevenheideisen voldaan zijn.
De bewaarder en de beheerder van een beleggingsfonds zijn in de regel als belastingplichtigen voor de btw te beschouwen, indien zij voor hun handelingen een vergoeding van het beleggingsfonds ontvangen. De handelingen van bewaring en beheer en van beheer van collectief bijeengebracht vermogen, die de bewaarder en beheerder verrichten, zijn aan de heffing van btw onderworpen. Het beheer van collectief bijeengebracht vermogen door de beheerder, is vrijgesteld.
De enige handeling, die de beleggers verrichten, is het ter belegging inbrengen van vermogensbestanddelen (contanten). Deze handelingen zijn niet aan de btw onderworpen en leiden ook anderszins niet tot de heffing van btw. Het uitgekeerde rendement vormt geen vergoeding voor handelingen van de beleggers jegens het beleggingsfonds.