Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/301
Alimentatieverordening. Bevoegdheid. Art. 3, onder b; nationale regeling waarbij in een bevoegdheidsconcentratie wordt voorzien.
HvJ EU 18-12-2014, ECLI:EU:C:2014:2461 (Sanders/Verhagen en Huber/Huber)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
18 december 2014
- Magistraten
M. Ilešič, A.Ó Caoimh, C. Toader, E. Jarašiūnas, C.G. Fernlund
- Zaaknummer
C-400/13
C-408/13
- Conclusie
A-G N. Jääskinen
- Roepnaam
Sanders/Verhagen en Huber/Huber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2461, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑12‑2014
ECLI:EU:C:2014:2171, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2014
- Wetingang
Art. 3 Verordening (EG) nr. 4/2009 (Alimentatieverordening)
Essentie
Sophia Marie Nicole Sanders tegen David Verhaegen (nr. C-400/13)
Barbara Huber tegen Manfred Huber (nr. C-408/13)
Verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Amtsgericht Düsseldorf en het Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland) bij beslissingen van resp. 9 juli en 17 juni 2013.
Alimentatieverordening. Bevoegdheid. Art. 3, onder b; nationale regeling waarbij in een bevoegdheidsconcentratie wordt voorzien.
Art. 3, onder b, van de Alimentatieverordening moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals die in de hoofdgedingen, op grond waarvan de rechterlijke bevoegdheden inzake grensoverschrijdende onderhoudsverplichtingen worden geconcentreerd bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.