Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/277
Onvoldoende bewijs schuldheling.
HR 03-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:213
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/00756
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:213, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2768, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2014
Essentie
Onvoldoende bewijs schuldheling.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 16 mei 2012, nummer 24/002306-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. F.P. Slewe, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 16 mei 2012 door het Gerechtshof Leeuwarden, zitting houdende te Arnhem, wegens schuldheling, diefstal, vijf diefstallen in vereniging met braak en twee pogingen tot diefstal in vereniging met braak, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, met aftrek zoals bedoeld in art. 27 Sr, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.