Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR)
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 24-04-1992
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 20. Oorspronkelijk art. 18 vernummerd tot art. 16.
- Bronpublicatie:
24-07-1991, Trb. 1994, 123 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-04-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-1992, Trb. 1992, 145 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Elk geschil tussen twee of meer Overeenkomstsluitende Partijen ten aanzien van de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst wordt, voor zoveel mogelijk, beslecht door middel van onderhandelingen tussen de Partijen waartussen geschil is gerezen.
2.
Elk geschil dat niet is beslecht door onderhandelingen wordt aan een scheidsrechterlijke uitspraak onderworpen indien één der Overeenkomstsluitende Partijen waartussen geschil is gerezen, zulks verzoekt, en zal dienovereenkomstig worden verwezen naar een of meer scheidsrechters die door de Partijen waartussen geschil is gerezen in gemeenschappelijk overleg zijn gekozen. Indien binnen drie maanden na de datum van het verzoek om een scheidsrechterlijke uitspraak de Partijen waartussen geschil is gerezen niet tot overeenstemming zijn gekomen omtrent de keuze van een of meer scheidsrechters, kan ieder van die Partijen de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties verzoeken één scheidsrechter te benoemen naar wie het geschil ter beslechting zal worden verwezen.
3.
De uitspraak van de overeenkomstig het vorig lid benoemde scheidsrechter of scheidsrechters zal de betrokken Overeenkomstsluitende Partijen binden.