Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
7.4.3 Procedure in geval van vreemdelingenbewaring
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
29-08-2017, Stcrt. 2017, 50078 (uitgifte: 31-08-2017, regelingnummer: WBV 2017/8)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-2017, Stcrt. 2017, 50078 (uitgifte: 31-08-2017, regelingnummer: WBV 2017/8)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Als de aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw vanuit vreemdelingenbewaring wordt ingediend, moet de DT&V of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen bij het doorzenden van de aanvraag naar de IND melding maken van het feit dat de vreemdeling de vrijheid is ontnomen. De IND behandelt deze aanvragen met voorrang. Als de aanvraag op grond van artikel 64 Vw wordt ingewilligd, wordt de bewaring op grond van artikel 59 Vw opgeheven.
Een vreemdeling die een aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw indient terwijl hij in bewaring verblijft, komt niet in aanmerking voor toepassing van het beleid zoals neergelegd in A3/7.3.2 Vc.