Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
7.4.1 Handelwijze aanvraag om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw bij een inreisverbod
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
21-03-2019, Stcrt. 2019, 16905 (uitgifte: 29-03-2019, regelingnummer: WBV 2019/5)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2019, Stcrt. 2019, 16905 (uitgifte: 29-03-2019, regelingnummer: WBV 2019/5)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND wijst een aanvraag op grond van artikel 64Vw niet af onder verwijzing naar een inreisverbod als:
- ā
er een zwaar inreisverbod is opgelegd en de vreemdeling het grondgebied van de lidstaten nĆ” het opleggen van het inreisverbod nog niet heeft verlaten. Artikel 66a, zevende lid, Vw blijft dan buiten toepassing;
- ā
er een licht inreisverbod is opgelegd. Dit inreisverbod staat gelet op artikel 66a, zesde lid, onder b, Vw in geen geval, dus ook niet in de situatie dat Nederland weer wordt ingereisd terwijl dit inreisverbod nog van kracht is, in de weg aan het verlenen van uitstel van vertrek.
In deze gevallen wordt het inreisverbod opgeschort.
Artikel 66a, zevende lid, Vw is wel van toepassing als:
- ā¢
de vreemdeling eerder heeft voldaan aan zijn vertrekplicht;
- ā¢
Nederland opnieuw inreist; en
- ā¢
het zware inreisverbod nog steeds van kracht is.
De IND past in dat geval artikel 64Vw niet toe, maar kan wel overgaan tot analoge toepassing van artikel 64 Vw. De gezondheidstoestand van de vreemdeling kan bij analoge toepassing aanleiding zijn om tijdelijk de vreemdeling niet uit te zetten. Uitzetting blijft in dat geval achterwege zonder dat sprake is van rechtmatig verblijf. Het zware inreisverbod behoudt onverminderd zijn werking. De IND maakt in deze situatie geen aantekening in het document voor grensoverschrijding.