Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 9.33a Adviesbevoegdheid universiteitsraad; adviesbevoegdheid studentengeleding
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stb. 2017, 306 (uitgifte: 17-07-2017, kamerstukken: 34355)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-08-2017, Stb. 2017, 319 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het college van bestuur vraagt voorafgaand advies van de universiteitsraad voor elk door het college van bestuur te nemen besluit in ieder geval met betrekking tot:
- a.
aangelegenheden die het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de universiteit betreffen,
- b.
de begroting, waaruit onder meer de hoogte van het instellingscollegegeld en die van het collegegeld, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 6.8, eerste lid, dienen te blijken.
2.
Het college van bestuur vraagt voorafgaand advies van het deel van de universiteitsraad dat uit en door de studenten is gekozen, voor elk door het college van bestuur te nemen besluit in ieder geval met betrekking tot:
- a.
het algemeen personeels- en benoemingsbeleid, tenzij artikel 9.36, tweede lid, van toepassing is,
- b.
het beleid ten aanzien van het instellingscollegegeld, bedoeld in artikel 7.46 en het collegegeld, bedoeld in artikel 6.7, eerste lid,
- c.
de regeling van het instellingsbestuur ten aanzien van terugbetaling van wettelijk collegegeld, bedoeld in artikel 7.48, vierde lid;
- d.
de regeling die het instellingsbestuur vaststelt voor de selectiecriteria en de selectieprocedure bedoeld in artikel 6.7a, eerste lid, onder b, onderscheidenlijk artikel 7.26, 7.26a en 7.53, derde lid, en voor zover het de selectieprocedure betreft artikel 7.30b, tweede lid,
- e.
de regeling die het instellingsbestuur vaststelt voor de criteria en de procedure voor dispensatie van betaling van het hogere collegegeld, bedoeld in artikel 6.7a, eerste lid, onder c, en
- f.
de regels die het instellingsbestuur vaststelt met betrekking tot de selectie, bedoeld in artikel 7.9b, eerste lid,
- g.
de regels die het instellingsbestuur vaststelt met betrekking tot de studiekeuzeadviezen en studiekeuzeactiviteiten, bedoeld in artikel 7.31b, vijfde lid.
3.
De aanhef van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op:
- a.
een voorgenomen besluit van de raad van toezicht als bedoeld in artikel 9.8, eerste lid, onder a, met betrekking tot het benoemen of ontslaan van de leden van het college van bestuur;
- b.
een voorgenomen besluit van de raad van toezicht als bedoeld in artikel 9.3, derde lid, en 9.7, vierde lid, met betrekking tot de profielen voor de benoeming van de leden van het college van bestuur onderscheidenlijk de raad van toezicht.