Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2004/25/EG betreffende het openbaar overnamebod (Dertiende richtlijn)
Artikel 12 Facultatieve regelingen
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2004
- Bronpublicatie:
21-04-2004, PbEU 2004, L 142 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 2004/25/EG)
- Inwerkingtreding
20-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2004, PbEU 2004, L 142 (uitgifte: 30-04-2004, regelingnummer: 2004/25/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
De lidstaten kunnen zich het recht voorbehouden de in artikel 1, lid 1, bedoelde vennootschappen die hun statutaire zetel op hun grondgebied hebben er niet toe te verplichten de artikelen 9, leden 2 en 3, en/of artikel 11 toe te passen.
2.
Wanneer lidstaten gebruikmaken van de in lid 1 bedoelde mogelijkheid moeten zij niettemin aan bedrijven met een statutaire zetel op hun grondgebied de mogelijkheid geven, waarop kan worden teruggekomen, om de artikelen 9, leden 2 en 3, en/of artikel 11 toe te passen onverlet het in artikel 11, lid 7, bepaalde.
Het besluit van de vennootschap moet worden genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft in overeenstemming met de regelingen die van toepassing zijn op wijziging van de statuten. Het besluit moet ter kennis worden gebracht van de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft en aan alle toezichthoudende autoriteiten van lidstaten waar haar effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of waar een dergelijke toelating is aangevraagd.
3.
De lidstaten kunnen, op grond van de voorwaarden die in de nationale wetgeving zijn vastgesteld, vennootschappen die de artikelen 9, leden 2 en 3, en/of artikel 11 toepassen, vrijstellen van de toepassing van de artikelen 9, leden 2 en 3, en/of artikel 11 als op hen een bod wordt uitgebracht door een vennootschap die niet dezelfde artikelen toepast, of van een vennootschap die direct of indirect onder zeggenschap van laatstgenoemde vennootschap valt, overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn 83/349/EEG.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bepalingen die van toepassing zijn op de respectieve vennootschappen onverwijld openbaar worden gemaakt.
5.
Voor de toepassing van enige maatregel overeenkomstig het in lid 3 bepaalde is de goedkeuring nodig van de algemene vergadering van aandeelhouders van de doelvennootschap, die niet eerder mag zijn verleend dan 18 maanden voordat het bod overeenkomstig artikel 6, lid 1, openbaar werd gemaakt.