Einde inhoudsopgave
Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 8.10 Melding bij periodieke toepassing
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
10-11-2018, Stcrt. 2018, 64865 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: WJZ/18269405)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-11-2018, Stcrt. 2018, 64865 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: WJZ/18269405)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De melding, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van het besluit, van de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel wordt uiterlijk drie weken voor de toepassing bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gedaan.
2.
Bij de melding, bedoeld in het eerste lid, wordt een volledig en naar waarheid ingevuld meldingsformulier over gelegd of elektronisch verzonden met daarin opgenomen:
- a.
de naam en het adres van de gebruiker,
- b.
voor zover van toepassing: de naam en het adres van een bedrijf als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het besluit,
- c.
de naam van het gewasbeschermingsmiddel,
- d.
het doelgewas,
- e.
het voorgenomen moment van toepassing,
- f.
een op een kaart die voldoet aan de door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gestelde eisen, op schaal weergegeven aanduiding van het te behandelen perceel of perceelsgedeelte, het te behandelen areaal in m2 en voor zover van toepassing:
- —
een verklaring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat knolcyperus (Cyperus esculentus L.) op het perceel is aangetoond,
- —
een verklaring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci (Kühn) Filipjev) op het perceel is aangetoond, of
- —
de datum van een besluit als bedoeld in artikel 32, derde lid, onderdelen a tot en met c, van het besluit.
3.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geeft binnen twee weken na de melding een ontvangstbewijs af.
4.
De melder past het gewasbeschermingsmiddel binnen 3 maanden na de op het ontvangstbewijs vermelde datum toe.
5.
Indien na de melding geen grondontsmetting is toegepast kan de melder door het terugsturen van het ontvangstbewijs de melding intrekken tot vier maanden na de op het ontvangstbewijs vermelde datum.