Einde inhoudsopgave
Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 8.4 (Specifieke terreinen voor sport en recreatie)
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
30-03-2020, Stcrt. 2020, 18714 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/57764)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2020, Stcrt. 2020, 18714 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/57764)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Het eerste lid van artikel 27b van het besluit is niet van toepassing op het gerichte gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de volgende terreinen:
- a.
sportvelden voor het in georganiseerd verband beoefenen van sport in de open lucht, voor zover het het bespeelbare gedeelte van het terrein betreft inclusief een beperkte zone daar omheen die voor het beoefenen van de sport nodig is, maar exclusief de niet met gras begroeide alsmede de in bijlage XVII met ‘nee’ aangeduide delen.
- b.
niet door de overheid beheerde recreatieterreinen, voor zover het betreft:
- 1°
bungalowterreinen;
- 2°
groepsaccommodaties;
- 3°
campingterreinen;
- 4°
jachthavens, niet zijnde de aanlegsteigers in of nabij het oppervlaktewater;
- c.
terreinen met een specifieke botanische waarde, waar het publiek ten minste twee maanden per jaar tegen betaling toegang heeft, met uitzondering van de verharde oppervlakken.