Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
Artikel 14 Maatregelen om de clandestiene teelt van planten die verdovende middelen bevatten, uit te roeien, en de illegale vraag naar verdovende middelen en psychotrope stoffen uit te bannen
Geldend
Geldend vanaf 11-11-1990
- Bronpublicatie:
20-12-1988, Trb. 1990, 94 (uitgifte: 06-07-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-11-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-1993, Trb. 1993, 140 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Maatregelen die door Partijen ingevolge dit Verdrag worden genomen, dienen niet minder streng te zijn dan de bepalingen van het Verdrag van 1961, het Verdrag van 1961 zoals gewijzigd en het Verdrag van 1971 met betrekking tot het uitroeien van de illegale teelt van planten die verdovende en psychotrope stoffen bevatten en het uitbannen van de illegale vraag naar verdovende middelen en psychotrope stoffen.
2.
Elke Partij neemt passende maatregelen om op haar grondgebied de illegale teelt van planten die verdovende of psychotrope stoffen bevatten, zoals opium, cocaplanten en cannabisplanten, te voorkomen, en om deze planten uit te roeien, indien zij daar illegaal worden geteelt. Bij het nemen van deze maatregelen worden de fundamentele rechten van de mens geëerbiedigd en wordt naar behoren rekening gehouden met van oudsher toegestane vormen van gebruik, wanneer er historisch bewijs van dergelijk gebruik is, alsmede met de bescherming van het milieu.
3
a.
De Partijen kunnen samenwerken om de doeltreffendheid van de inspanningen tot uitroeiing te vergroten. Deze samenwerking kan in passende gevallen onder andere een ondersteuning inhouden van de geïntegreerde plattelandsontwikkeling, leidend tot economisch levensvatbare alternatieven voor de illegale teelt. Factoren als toegang tot markten, de beschikbaarheid van middelen en de heersende sociaal-economische omstandigheden dienen in aanmerking te worden genomen voordat dergelijke programma's voor plattelandsontwikkeling worden uitgevoerd. De Partijen kunnen andere passende vormen van samenwerking overeenkomen.
b.
De Partijen vergemakkelijken tevens het uitwisselen van wetenschappelijke en technische gegevens en het verrichten van onderzoek aangaande uitroeiing van illegale teelt.
c.
In alle gevallen waar zij gezamenlijke grenzen hebben, streven de Partijen naar samenwerking in uitroeiingsprogramma's in hun onderscheiden gebieden langs deze grenzen.
4.
De Partijen nemen passende maatregelen gericht op het uitbannen of het verminderen van de clandestiene vraag naar verdovende middelen en psychotrope stoffen, teneinde het menselijke leed te verminderen en de financiële drijfveren voor de sluikhandel weg te nemen. Deze maatregelen kunnen onder andere worden gebaseerd op de aanbevelingen van de Verenigde Naties, van gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, en andere bevoegde internationale organisaties, en op het Allesomvattende Interdisciplinaire Plan dat werd aangenomen door de Internationale conferentie inzake misbruik van en sluikhandel in verdovende middelen die werd gehouden in 1987, voor zover dit betrekking heeft op gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties en particuliere inspanningen op het gebied van voorkoming, behandeling en wederaanpassing. De Partijen kunnen bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen aangaan gericht op het uitbannen of verminderen van de clandestiene vraag naar verdovende middelen en psychotrope stoffen.
5.
De Partijen kunnen ook de nodige maatregelen nemen voor snelle vernietiging of legaal gebruik van verdovende middelen, psychotrope stoffen en stoffen vermeld in Tabel I en Tabel II die zijn inbeslaggenomen of zijn geconfisqueerd, alsmede voor de toelaatbaarheid als bewijsmiddel van daartoe naar behoren gemerkte benodigde hoeveelheden van deze stoffen.