Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/44/EG betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2006
- Bronpublicatie:
06-09-2006, PbEU 2006, L 264 (uitgifte: 25-09-2006, regelingnummer: 2006/44/EG)
- Inwerkingtreding
15-10-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2006, PbEU 2006, L 264 (uitgifte: 25-09-2006, regelingnummer: 2006/44/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Deze richtlijn heeft betrekking op de kwaliteit van zoet water en is van toepassing op water dat door de lidstaten is aangewezen als bescherming of verbetering behoevende teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen.
2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op water in natuurlijke of kunstmatige bekkens dat wordt gebruikt voor intensieve visteelt.
3.
Het doel van deze richtlijn is de kwaliteit te beschermen of te verbeteren van stromend of stilstaand zoet water waarin vissen leven of, indien de verontreiniging zou worden verminderd of weggenomen, zouden kunnen leven, die behoren tot:
- a)
in natuurlijke verscheidenheid voorkomende inheemse soorten, of
- b)
soorten waarvan de aanwezigheid door de bevoegde instanties van de lidstaten wenselijk wordt geacht voor het waterbeheer.
4.
In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
water voor zalmachtigen, water waarin vissoorten zoals zalm (Salmo salar), forel (Salmo trutta), vlagzalm (Thymallus thymallus) en coregonidae (Coregonus) leven of zouden kunnen leven;
- b)
water voor karperachtigen, water waarin karperachtigen (Cyprinidae), of soorten zoals snoek (Esox lucius), baars (Perca fluviatilis) en paling (Anguilla anguilla) leven of zouden kunnen leven.