Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Artikel 21 Samenwerking tussen nationale autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
27-01-1999, Trb. 2000, 130 (uitgifte: 30-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 109 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Iedere Partij neemt de gepaste maatregelen die nodig blijken te zijn om zich ervan te vergewissen dat de overheidsinstanties alsmede elke overheidsfunctionaris overeenkomstig het nationale recht samenwerken met de autoriteiten die belast zijn met opsporing en vervolging van strafbare feiten:
- a.
door laatstgenoemde autoriteiten, op eigen initiatief, te informeren wanneer redelijke gronden bestaan om te vermoeden dat een van de krachtens de artikelen 2 tot en met 14 strafbaar gestelde feiten is gepleegd; of
- b.
door laatstgenoemde autoriteiten, op verzoek, alle noodzakelijke informatie te verschaffen.