Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Artikel 20 Gespecialiseerde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
27-01-1999, Trb. 2000, 130 (uitgifte: 30-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 109 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Iedere Partij neemt de maatregelen die noodzakelijk blijken te zijn om ervoor te zorgen dat personen of organen gespecialiseerd zijn in de bestrijding van corruptie. Zij beschikken, binnen het kader van de fundamentele grondbeginselen van het rechtsstelsel van de Partij, over de nodige onafhankelijkheid om hun taken doeltreffend en ongehinderd door elke ongeoorloofde druk te kunnen uitoefenen. De Partijen zien erop toe dat het personeel van genoemde organen beschikt over een opleiding en financiële middelen die aansluiten op de uit te oefenen taken.