Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/655
Profijtontneming. De periode waarin betrokkene uit de verkoop van hennepstekken voordeel heeft verkregen, is i.c. niet een zodanig nieuwe omstandigheid dat partijen met het in aanmerking nemen daarvan geen rekening behoefden te houden. Geen ontoelaatbare verrassingsbeslissing.
HR 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:771
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 mei 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03546
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:771, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2019
Essentie
Profijtontneming. De periode waarin betrokkene uit de verkoop van hennepstekken voordeel heeft verkregen, is i.c. niet een zodanig nieuwe omstandigheid dat partijen met het in aanmerking nemen daarvan geen rekening behoefden te houden. Geen ontoelaatbare verrassingsbeslissing.
Partij(en)
21 mei 2019
Strafkamer
nr. S 17/03546 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van
30 juni 2017, nummer 21/006927-14, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene ], gevestigd te [vestigingsplaats].
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.