Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/197
Poging doodslag. 1. Klacht m.b.t. afwijzing verzoek horen aangeefster als getuige i.v.m. onderbouwing alternatief scenario van door haar in scène gezet feit. 2. Klacht m.b.t. afwijzing verzoek nader deskundigenonderzoek naar aangetroffen bloed. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:86
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/02511
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:86, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Essentie
Poging doodslag. 1. Klacht m.b.t. afwijzing verzoek horen aangeefster als getuige i.v.m. onderbouwing alternatief scenario van door haar in scène gezet feit. 2. Klacht m.b.t. afwijzing verzoek nader deskundigenonderzoek naar aangetroffen bloed. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
22 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/02511
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 10 mei 2017, nummer 20/001873-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. De verdachte is bij arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.