Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/190
OM-cassatie. Verplichting tot mededeling van het recht op tegenonderzoek behoort tot de strikte waarborgen van het (adem)onderzoek ex art. 8 lid 2 en art. 8 lid 3 WVW 1994.
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:92
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00822
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:92, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2018
- Wetingang
Art. 359a Sv; art. 8 lid 2 en 3, art. 163 WVW 1994; art. 11 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer
Essentie
OM-cassatie. Vrijspraak rijden onder invloed (art. 8 lid 3 onder a WVW 1994) in verband met het verzuim om te wijzen op het recht op een tegenonderzoek ex art. 11 lid 2 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Oordeel dat de verplichting tot mededeling van het recht op tegenonderzoek moet worden gerekend tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 2 en art. 8 lid 3 WVW 1994 is omringd, is juist.
Samenvatting
Art. 11 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer houdt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.