Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/735
Medeplegen opzettelijke overtreding art. 3 lid C Opiumwet. Bewijsklacht opzettelijk aanwezig hebben van 1040 gr hasjiesj in de woning. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:896
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/04528
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:896, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2019
Essentie
Medeplegen opzettelijke overtreding art. 3 lid C Opiumwet. Bewijsklacht opzettelijk aanwezig hebben van 1040 gr hasjiesj in de woning. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/04528
Datum 11 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 7 september 2017, nummer 21/003697-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
De verdachte is bij arrest van 7 september 2017 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens “medeplegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.