De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.3.1:13.3.1 De op bewijsbeslag toepasselijke voorschriften
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.3.1
13.3.1 De op bewijsbeslag toepasselijke voorschriften
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS377085:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Art. 734 lid 1 Rv.
Art. 711 Rv.
HR 4 mei 1951, NJ 1951, 525(Oelen en Wijnen/Pas).
Art. 718 jo. 475 Rv.
Rb. Breda (vzr.) 11 mei 2010, LJN BM4393 r.o. 5.3 (X/Y).
Rb. Arnhem (vzr.) 3 april 2008, LJN BC9312, r.o. 2.12 (De Roode Roos/De Rooijc.s.).
Anders: Bodewes 2009, p. 23 e.v.
Harreman 2007, p. 43.
Kamerstukken II 2005/06, 30 392, nr. 6, p. 8-9.
Kamerstukken II 2005/06, 30 392, nr. 3, p. 11.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De beslagsyllabus verwijst voor bewijsbeslag naar de regeling bij beslag tot afgifte. Dat de beslagsyllabus aansluiting zoekt bij beslag tot afgifte is begrijpelijk, nu afgifte er ook toe kan strekken om bescheiden kortstondig - ten behoeve van inzage - onder zich te hebben en omdat dit beslag hoe dan ook dichter tegen bewijsbeslag aanligt dan de verhaalsbeslagen.
Uit de beslagsyllabus blijkt niet, wat de onderbrenging bij beslag tot afgifte verder betekent. Dat hoeft ook niet, want dat blijkt uit de wet. Het beslag tot afgifte is geregeld in art. 730 e.v. Rv. Op dit beslag zijn de bepalingen betreffende conservatoir beslag tot verhaal in principe van overeenkomstige toepassing.1 Uit de wet moet dan ook afgeleid worden, dat bewijsbeslag gelegd kan worden:
op bescheiden in handen van de schuldenaar2
op bescheiden die zich bevinden op een plaats waar een derde toegang toe moet verlenen3
rechtstreeks op bescheiden onder een derde, indien die derde zich niet tegen deze wijze van beslagleggen verzet4 én
als derdenbeslag op onder een derde rustende bescheiden, wanneer de onder een derde rustende bescheiden eigendom zijn van de beslagene óf de derde gehouden is deze aan de beslagene af te geven.5
Van belang is dat, zo nodig, goed uit het rekest blijkt, welke vorm van beslag is beoogd. Zo zal, als beslaglegging onder derden wordt beoogd, dat ook uitdrukkelijk gevraagd moeten worden. Wordt dat niet duidelijk gevraagd, dan kan het verlof niet gebruikt worden om beslag onder derden te leggen.6
Hiervoor schreef ik, dat bewijsbeslag gelegd kan worden op bescheiden. De verschillende wettelijke bepalingen, waarvan gebruik gemaakt wordt bij het leggen van bewijsbeslag gebruiken echter niet de term bescheiden. Voor bewijsbeslag zou derhalve betoogd kunnen worden, dat dit slechts gelegd kan worden op in de afzonderlijke wettelijke bepalingen omschreven objecten, hetgeen betekent dat het beslag slechts op roerende zaken gelegd kan worden. Zo'n gedachtegang werd gevolgd door de voorzieningenrechter, die het voor onmogelijk hield dat rechtstreeks onder een derde beslag zou worden gelegd op elektronische data op een server, aangezien dit geen zaken als bedoeld in art. 444a Rv zijn.7 Mij spreekt deze gedachtegang niet aan: als eenmaal de mogelijkheid wordt aanvaard, dat bewijs-beslag gelegd kan worden, dan dient dat, denk ik, te gelden voor alle vormen van bescheiden. Dat ook, om semantische discussies te voorkomen over de vraag, of een als regel roerende gegevensdrager voor beslag als roerende zaak in aanmerking komt ook al is de informatie waarom het te doen is - de tekst van de brief, de elektronische data - niet roerend.8 Gevolg van deze opvatting is, dat ook met succes derdenbeslag gelegd kan worden teneinde bescheiden te verkrijgen, wanneer de derde gehouden is deze aan de beslagene af te geven, hetzij omdat deze eigendom zijn van de beslagene, hetzij omdat hij daar anderszins toe gehouden is.
Wie bij de regeling van het bewijsbeslag in IE-zaken meer verduidelijking zoekt over de wijze, waarop beslag moet worden gelegd, stuit op een wat oppervlakkige tekst. In de wet is slechts bepaald dat conservatoir beslag tot bescherming van bewijs wordt gelegd met overeenkomstige toepassing van de voorschriften voor middelen tot bewaring van recht (art. 1019c Rv). Of aansluiting gezocht moet worden bij de regeling voor conservatoir beslag tot verhaal óf bij de regeling voor conservatoir beslag tot afgifte wordt aldus niet geëxpliciteerd. De memorie van toelichting geeft daarover evenmin uitdrukkelijk uitsluitsel. Die komt niet verder dan:
"Het bewijsbeslag is een nieuwe vorm van conservatoir beslag. Het huidige conservatoire beslag is bedoeld om goederen waarvoor vrees voor verduistering bestaat, veilig te stellen in verband met verhaal van een geldvordering. Daarom is aansluiting gezocht bij conservatoir beslag teneinde bewijsmateriaal veilig te stellen voordat de inbreukprocedure is gestart. In artikel 1019c zijn de regels over conservatoir beslag uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing verklaard."9
Het louter reppen van conservatoire beslagen tot verhaal kan de indruk wekken, dat daarbij aansluiting gezocht moet worden. Die aansluiting ligt echter niet voor de hand: bewijsbeslag is niet gericht op het te gelde maken van in beslag genomen objecten, maar op het als bewijsmiddel aanwenden daarvan. Harreman geeft dan ook aan dat de wetgever aldus ten onrechte aansluiting lijkt te zoeken bij conserva-toire verhaalsbeslagen, terwijl naar zijn oordeel aansluiting gezocht zou moeten worden bij conservatoire beslagen tot afgifte.10
Hoewel de parlementaire geschiedenis onduidelijk of onjuist is over de regeling waarbij aansluiting moet worden gezocht, is wel duidelijk dat bewijsbeslag ook als derdenbeslag gelegd kan worden. In de parlementaire geschiedenis geeft de minister immers aan dat beslag ook gelegd kan worden met toepassing van art. 461d Rv11 én dat het beslag gelegd kan worden onder derden. Immers, aldus de minister:
"De richtlijn verplicht ertoe het bewijs veilig te stellen, ongeacht waar het zich bevindt. Het buiten toepassing verklaren van derdenbeslag zou betekenen dat bewijsbeslag, beschrijving en monsterneming eenvoudig te ontlopen zijn door inbreukmakende voorwerpen en ander bewijsmateriaal bij een derde onder te brengen."12
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders wilde de mogelijkheid van derdenbeslag buiten toepassing laten en in plaats daarvan de mogelijkheid introduceren om beslag te leggen op goederen aangetroffen op een bepaalde locatie ook indien de naam van de rechthebbende onder wie men beslag wil leggen onbekend is. Derdenbeslag heeft de minister willen handhaven én de suggestie voor een nieuwe beslagvorm heeft de minister niet overgenomen, omdat die het bestaande beslagstelsel drastisch zou wijzigen en het bereik van de richtlijn ver te buiten gaat.13 Van nieuwe voorschriften is het dan ook niet gekomen.