Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
Artikel 57 quater Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Geldend
Geldend vanaf 17-01-2014
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/55/EU)
- Inwerkingtreding
17-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/55/EU)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.
De in artikel 3, lid 2, derde alinea, artikel 20, artikel 21, lid 6, tweede alinea, artikel 21 bis, lid 4, artikel 25, lid 5, artikel 26, tweede alinea, artikel 31, lid 2, tweede alinea, artikel 34, lid 2, tweede alinea, artikel 35, leden 4 en 5, artikel 38, lid 1, tweede alinea, artikel 40, lid 1, derde alinea, artikel 44, lid 2, tweede alinea, artikel 49 bis, lid 4, en artikel 49 ter, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 17 januari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.
Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 2, derde alinea, artikel 20, artikel 21, lid 6, tweede alinea, artikel 21 bis, lid 4, artikel 25, lid 5, artikel 26, tweede alinea, artikel 31, lid 2, tweede alinea, artikel 34, lid 2, tweede alinea, artikel 35, leden 4 en 5, artikel 38, lid 1, tweede alinea, artikel 40, lid 1, derde alinea, artikel 44, lid 2, tweede alinea, artikel 49 bis, lid 4, en artikel 49 ter, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdige kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.
Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, derde alinea, artikel 20, artikel 21, lid 6, tweede alinea, artikel 21 bis, lid 4, artikel 25, lid 5, artikel 26, tweede alinea, artikel 31, lid 2, tweede alinea, artikel 34, lid 2, tweede alinea, artikel 35, leden 4 en 5, artikel 38, lid 1, tweede alinea, artikel 40, lid 1, derde alinea, artikel 44, lid 2, tweede alinea, artikel 49 bis, lid 4, en artikel 49 ter, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.