Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
Artikel 31 De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger
Geldend
Geldend vanaf 20-06-2024
- Bronpublicatie:
04-03-2024, PbEU L 2024, 2024/782 (uitgifte: 31-05-2024, regelingnummer: 2024/782)
- Inwerkingtreding
20-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2024, PbEU L 2024, 2024/782 (uitgifte: 31-05-2024, regelingnummer: 2024/782)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
Voor de toelating tot de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger is het volgende vereist:
- a)
afsluiting van twaalf jaar algemeen onderwijs, bevestigd met een door de bevoegde autoriteiten of instellingen van een lidstaat afgegeven diploma, certificaat of andere titel, of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig examen en dat toegang verleent tot een universiteit of een als gelijkwaardig erkende instelling voor hoger onderwijs; of
- b)
afsluiting van minstens tien jaar algemeen onderwijs, bevestigd met een door de bevoegde autoriteiten of instellingen van een lidstaat afgegeven diploma, certificaat of andere titel, of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig examen dat toegang verleent tot een school voor beroepsonderwijs of een beroepsopleiding voor verpleegkunde.
2.
De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger is een voltijdse opleiding en omvat ten minste het in bijlage V, punt 5.2.1, opgenomen studieprogramma.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen om wijzigingen aan te brengen in de lijst in bijlage V, punt 5.2.1, teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
De in de tweede alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
3.
De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger omvat in totaal ten minste drie studiejaren, die daarnaast kunnen worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, bestaande uit ten minste 4 600 uur theoretisch en klinisch onderwijs, waarbij de duur van het theoretisch onderwijs ten minste een derde en die van het klinisch onderwijs ten minste de helft van de minimumduur van de opleiding bedraagt. De lidstaten kunnen gedeeltelijke vrijstelling verlenen aan beroepsbeoefenaren die een deel van deze opleiding hebben gevolgd in het kader van andere opleidingen van ten minste gelijkwaardig niveau.
De lidstaten zien erop toe dat de met de verplegersopleiding belaste instelling verantwoordelijk is voor de coördinatie tussen theoretisch en klinisch onderwijs gedurende het gehele studieprogramma.
4.
Onder theoretisch onderwijs wordt verstaan dat deel van de opleiding in de verpleegkunde waar de leerling- verpleger de kennis, vaardigheden en competenties verwerft die krachtens de leden 6 en 7 zijn vereist. Deze opleiding wordt gegeven door docenten in de verpleegkunde en andere bevoegde personen in universiteiten, instellingen voor hoger onderwijs van een als gelijkwaardig erkend niveau of scholen voor beroepsonderwijs dan wel beroepsopleidingen voor verpleegkunde.
5.
Onder klinisch onderwijs wordt verstaan dat deel van de opleiding in de verpleegkunde waar de leerling- verpleger in teamverband en in rechtstreeks contact met een gezonde persoon of patiënt en/of een gemeenschap op grond van verworven kennis, vaardigheden en competenties de vereiste algemene verpleegkundige verzorging leert plannen, verstrekken en beoordelen. De leerling- verpleger leert niet alleen in teamverband werken, maar ook als teamleider op te treden en zich bezig te houden met de organisatie van de algemene verpleegkundige verzorging, waaronder de gezondheidseducatie voor individuele personen en kleine groepen binnen instellingen voor gezondheidszorg of in de gemeenschap.
Dit onderwijs wordt gegeven in ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg en in de gemeenschap onder leiding van docenten-verpleegkundigen en met samenwerking en assistentie van andere geschoolde verpleegkundigen. Ander geschoold personeel kan eveneens in het onderwijsproces worden ingeschakeld.
De leerling-verplegers nemen deel aan de werkzaamheden van de betrokken diensten voorzover deze bijdragen tot hun opleiding en hen in staat stellen de verantwoordelijkheden op zich te leren nemen die aan de verpleegkundige verzorging zijn verbonden.
6.
De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger waarborgt dat de betrokken beroepsbeoefenaar de volgende kennis en vaardigheden heeft verworven:
- a)
uitgebreide kennis van de wetenschappen waarop de algemene ziekenverpleging is gebaseerd, met inbegrip van voldoende kennis van het organisme, de fysiologie en het gedrag van de gezonde en de zieke mens, alsmede van het verband tussen de gezondheidstoestand en de fysieke en sociale omgeving van de mens;
- b)
kennis van de aard en de ethiek van het beroep en van de algemene beginselen betreffende gezondheid en verpleging;
- c)
adequate klinische ervaring; deze ervaring, bij de keuze waarvan de vormende waarde voorop dient te worden gesteld, moet worden opgedaan onder toezicht van geschoold verpleegkundig personeel en op plaatsen waar de numerieke omvang van het geschoolde personeel en de uitrusting geschikt zijn voor de verpleging van zieken;
- d)
bekwaamheid om deel te nemen aan de praktische opleiding van het op het gebied van de gezondheidszorg werkzame personeel en ervaring op het gebied van samenwerking met dit personeel en met andere personen die op het gebied van de gezondheidszorg werkzaam zijn;
- e)
het vermogen om geïndividualiseerde verpleegkundige zorg te verlenen en de positie van patiënten, familieleden en andere relevante personen te versterken met betrekking tot zelfzorg en het leiden van een gezonde levensstijl;
- f)
het vermogen om een effectieve leiderschapsbenadering en besluitvormingsvaardigheden te ontwikkelen;
- g)
kennis van de technische innovaties op het gebied van gezondheidszorg en verpleegmethoden.
7.
Een titel van een opleiding als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger bewijst dat de betrokken beroepsbeoefenaar in staat is minstens de volgende competenties toe te passen, ongeacht of de opleiding is verkregen aan een universiteit, een als gelijkwaardig erkende instelling voor hoger onderwijs dan wel aan een school voor beroepsonderwijs of via een beroepsopleiding voor verpleegkunde;
- a)
competentie om met de huidige theoretische en klinische kennis zelfstandig een diagnose te stellen voor de nodige verpleegkundige verzorging en om de verpleegkundige verzorging bij de behandeling van patiënten te plannen, organiseren en implementeren op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder a), b) en c), zijn verworven ter verbetering van de praktijkervaring;
- b)
competentie om doeltreffend samen te werken met andere actoren in de gezondheidszorg, met inbegrip van deelname aan de praktische opleiding van het op het gebied van de gezondheidszorg werkzame personeel, op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder d) en e), zijn verworven;
- c)
competentie om personen, gezinnen en groepen te helpen een gezonde levensstijl aan te nemen en voor zichzelf te zorgen op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder a) en b), zijn verworven;
- d)
competentie om zelfstandig urgente levensreddende maatregelen te kunnen treffen en in crisis- en rampensituaties te kunnen handelen;
- e)
competentie om zorgbehoevenden en hun naasten onafhankelijk te adviseren, instrueren en ondersteunen;
- f)
competentie om zelfstandig de kwaliteit van verpleegkundige verzorging te kunnen garanderen en evalueren;
- g)
competentie om beroepsmatig duidelijk te communiceren en samen te werken met andere personen die op het gebied van de gezondheidszorg werkzaam zijn;
- h)
competentie om de kwaliteit van de zorg te analyseren om hun eigen praktijkervaring als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger te verbeteren.