Derdenbeslag
Einde inhoudsopgave
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/5.3.4.5:5.3.4.5 Slotbeschouwing
Derdenbeslag (BPP nr. I) 2003/5.3.4.5
5.3.4.5 Slotbeschouwing
Documentgegevens:
Mr. L.P. Broekveldt, datum 31-03-2003
- Datum
31-03-2003
- Auteur
Mr. L.P. Broekveldt
- JCDI
JCDI:ADS400430:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
In het Duitse derdenbeslagrecht ligt dat niet wezenlijk anders; zie daarvoor Baumbach/Lauterbach/Albers/Hartmann, Zivilprozessordnung, 1999; aant. 3-10 bij art. 840. Het Duitse beslagrecht lijkt dus toch wat gunstiger te zijn dan Vranken (zie hiervoor nr. 246) destijds nog meende.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
253. De slotsom van de in § 53.4.4 geformuleerde vuistregels - en de daarop weer aangenomen uitzonderingen - is dat, óók in het systeem van het huidige derdenbeslagrecht waarin de Verklaring in beginsel alleen buitengerechtelijk wordt gedaan en de derde-beslagene daaraan zonder rechterlijke tussenkomst moet voldoen, de mogelijkheden om een Verklaring die feitelijk en/of juridisch onjuist is te wijzigen of geheel te herroepen, vrij ruim aanwezig zijn. Dat is zélfs ook het geval wanneer reeds door betaling of afgifte aan zo'n Verklaring is voldaan. De reden voor een en ander is gelegen in het feit dat het veelal gaat om gevallen waarin sprake is of zou zijn van onverschuldigde betaling. De grens aan deze vrijheid is met name dáár gelegen waar de derde, wanneer er geen beslag onder hem zou zijn gelegd, ook niet op het tegenover zijn schuldeiser ingenomen standpunt, dan wel reeds aan hem gedane betalingen of afgiften, zou hebben kunnen terugkomen. Voormelde vrijheid impliceert dus enerzijds een keuze voor een vrij grote mate van rechtvaardigheid ten opzichte van de derde, terwijl de gestelde grens anderzijds moet voorkomen dat de derde ten nadele van de beslaglegger op ongerechtvaardigde wijze juist weer zou profiteren van het onder hem gelegde beslag. Het komt er dus uiteindelijk op neer dat de derde, als gevolg van het onder hem gelegde beslag, nóch 'beter' nóch 'slechter' af mag zijn dan wanneer geen beslag onder hem was gelegd.1