Zie bijvoorbeeld: HvJ 27 september 2007, C-146/05, Collée, ECLI:EU:C:2007:549, p. 21 en p. 31.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 29-11-2022, nr. 20/00677 t/m 20/00679
ECLI:NL:GHARL:2022:10306, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
29-11-2022
- Zaaknummer
20/00677 t/m 20/00679
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2022:10306, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 29‑11‑2022; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2020:2192, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Vindplaatsen
NLF 2022/2476
NTFR 2023/238 met annotatie van Mr. E.H.A.M. Thijssen
Uitspraak 29‑11‑2022
Inhoudsindicatie
OB. Handel in personenauto’s. Weigering toepassing nultarief. Fraude. Vergrijpboetes.
Partij(en)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
locatie Arnhem
nummers BK-ARN 20/00677 t/m BK-ARN 20/00679
uitspraakdatum: 29 november 2022
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 2 april 2020, nummers AWB 18/2156, AWB 18/2157 en AWB 18/2159, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur).
en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid; hierna: de Minister)
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1.
Aan belanghebbende zijn drie naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd:
- -
een naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari tot en met 31 december 2014 (hierna: de naheffingsaanslag 2014),
- -
een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari tot en met 30 juni 2015 (hierna: de naheffingsaanslag 2015), en
- -
een naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari tot en met 30 juni 2016 (hierna: de naheffingsaanslag 2016).
Bij beschikkingen is bij alle drie de naheffingsaanslagen belastingrente berekend en zijn vergrijpboetes opgelegd.
1.2.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag 2014 (en daarbij ook de beschikking belastingrente) verminderd, de hoogte van over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2016 opgelegde boete verminderd in verband met de hoogte van het absolute bedrag en de bezwaren overigens ongegrond verklaard.
1.3.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard voor zover deze het verzoek om immateriële schadevergoeding betreffen, de uitspraken op bezwaar vernietigd voor zover deze betrekking hebben op de boetebeschikkingen, en de boetebeschikkingen verminderd tot € 45.000 (2014), € 45.000 (2015) en € 195.000 (2016). Zij heeft voorts de Inspecteur en de Minister veroordeeld tot betaling van een immateriële schadevergoeding van € 144 respectievelijk € 856 en tot vergoeding van proceskosten van ieder € 262,50 en gelast dat de Inspecteur en de Minister ieder de helft van het betaalde griffierecht van € 338 vergoeden ofwel € 169.
1.4.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2021, 12 januari 2022 en 12 april 2022. Op 26 oktober 2021 betrof de zitting een regiezitting. Op 12 januari 2022 is de zaak inhoudelijk behandeld en heeft het Hof het onderzoek op de zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek werd hervat. Vervolgens heeft het Hof belanghebbende in de gelegenheid gesteld schriftelijk inlichtingen te verstrekken en stukken in te zenden. Belanghebbende heeft aan dit verzoek voldaan. Op 12 april 2022 zijn verschenen en gehoord namens belanghebbende [naam1] , ter bijstand vergezeld door [naam2] , mr. M.H.W.N. Lammers, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede namens de Inspecteur [naam3] , bijgestaan door [naam4] , [naam5] en [naam6] . Van de zitting zijn processen-verbaal opgemaakt, waarvan de laatste aan deze uitspraak is gehecht.
2. Vaststaande feiten
2.1.
[naam1] is (middellijk) aandeelhouder en bestuurder van belanghebbende. De activiteiten van belanghebbende betreffen onder andere de handel in personenauto’s. Zij richt zich voornamelijk op de verkoop aan bedrijven. De auto’s worden voor circa 95% ingekocht bij leasemaatschappijen.
2.2.
Belanghebbende heeft een website: www. [belanghebbende] .nl. Op de site worden niet alleen de prijzen van de auto’s voor de particuliere consument vermeld, maar ook exportprijzen. De aangegeven exportprijzen zijn exclusief omzetbelasting en BPM. Belanghebbende biedt ook auto’s – tegen exportprijzen – aan op www. [naam0] .de. Dit is een groot autohandelsplatform in Duitsland. Op de persoonlijke pagina van belanghebbende wordt verwezen naar www. [belanghebbende] .eu, welke pagina gekoppeld is aan het platform van [naam0] .de. Belanghebbende heeft in de onderhavige periode gehandeld in personenauto’s en heeft deze verkocht aan particulieren (10-15%), aan bedrijven in Nederland (45-50%) en aan buitenlandse kopers (voornamelijk bedrijven, waarvan 90% binnen de EU en 10% daarbuiten).
2.3.
De omvang van de verkopen aan buitenlandse kopers binnen de EU kan als volgt worden weergegeven:
Gelist naar btw-identificatienummer in | In 2014 in € | In 2015 in € | In 2016 (1e zes maanden) in € | |||
Roemenië | 2.374.712 | (62,46%) | 372.850 | (5,25%) | 6.100 | (0,06%) |
Slowakije | 286.950 | (7,55%) | 789.450 | (11,11%) | 1.500.700 | (15,89%) |
Hongarije | 632.900 | (16,65%) | 5.434.020 | (76,48%) | 7.370.200 | (78,02%) |
Totaal RO, SK, HU | 3.294.562 | (86,66%) | 6.596.320 | (92,84%) | 8.877.000 | (93,97%) |
Totaal ICL alle landen | 3.801.888 | 7.104.820 | 9.447.000 |
2.4.
Op 16 juli 2015 heeft de Inspecteur een boekenonderzoek aangekondigd voor het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2015. Het onderzoek is in juli 2016 uitgebreid met het tijdvak 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in een 100 pagina’s tellend controlerapport van 29 juni 2017 opgesteld door [naam4] en [naam7] . Dit controlerapport maakt onderdeel uit van de gedingstukken.
2.5.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het boekenonderzoek heeft de Inspecteur de volgende correcties voor de omzetbelasting aangebracht en boetes opgelegd, die na bezwaar als volgt (gedeeltelijk) zijn gehandhaafd:
Naheffingsaanslag | Uitspraak op bezwaar | |||||
Jaar | Correctie | Belastingrente | Vergrijpboete | Correctie | Belastingrente | Vergrijpboete |
2014 (eerste halfjaar) | € 520.760 | € 56.068 | € 50.000 | € 517.252 | € 55.690 | € 50.000 |
2015 (eerste halfjaar) | € 323.842 | € 21.912 | € 50.000 | € 323.842 | € 21.912 | € 50.000 |
2016 | € 1.584.568 | € 43.839 | € 500.000 | € 1.584.568 | € 43.839 | € 200.000 |
2.6.1.
De correcties zien op intracommunautaire leveringen van auto’s die belanghebbende heeft gelist naar:
Entiteit / lidstaat van btw-registratie | Aantal gecontroleerde transacties 2014 | Aantal gecon-troleerde transacties 2015 | Aantal gecon-troleerde transacties 2016 | Daarmee behaalde (geliste) omzet in € 2016 | Geldig btw-identificatie-nummer van/tot |
[naam8] SRL / Roemenië | 22 | 6 | - | - | 6 maart 2013 tot 25 juli 2015 |
[naam9] SRL / Roemenië | 12 | - | - | - | 1 januari 1998 tot 1 december 2015 |
[naam10] s.r.o. / Slowakije | 5 | 5 | 185 | 1.409.850 | 12 september 2012 tot 5 augustus 2016 |
[naam11] KFT / Hongarije | 8 | 25 | 187 | 1.555.900 | 21 november 2012 tot 10 mei 2016 |
[naam12] KFT / Hongarije | 1 | 45 | 347.500 | 29 augustus 2014 tot 12 mei 2016 | |
[naam13] KFT / Hongarije | - | - | 308 | 2.864.100 | 14 februari 2011 tot 1 juni 2016 |
[naam14] / Kroatië | - | - | 44 | 55.950 294.150 | 7 april 2016 tot 25 juli 2016 resp 8 februari 2016 tot 16 juni 2016 |
[naam15] KFT / Hongarije | - | - | 167 | 1.695.900 | 16 februari 2016 tot 6 februari 2017 |
[naam16] 2016 KFT / Hongarije | - | - | 96 | 906.800 | Vanaf 22 maart 2016 tot 18 april 2017 |
2.6.2
Uit de listing volgt dat belanghebbende in 2014 en 2015 – per genoemde entiteit – de volgende omzet heeft vermeld op haar Opgaaf intracommunautaire transacties:
Entiteit | Geliste omzet 2014 in € | Geliste omzet eerste halfjaar 2015 in € |
[naam8] SRL | 1.104.412 | 291.100 |
[naam9] SRL | 1.258.900 | - |
[naam10] s.r.o. | 141.400 | 297.500 |
[naam11] KFT | 523.950 | 1.144.250 |
[naam12] KFT | - | 110.400 |
2.7.
In het controlerapport inzake het boekenonderzoek van 29 juni 2017 wordt het exportproces van belanghebbende als volgt beschreven:
‘2.1.2 Exportproces
Buitenlandse klanten komen volgens de heer [naam1] bij [belanghebbende] terecht via internet of via collega handelaren die elkaar informeren. De verkoper kijkt met de (nieuwe) klant naar auto's die de klant wil kopen. De kentekens van de auto's werden op een A-4 formulier genoteerd met daarbij de prijs die met de klant is overeengekomen. Indien het een nieuwe klant betreft wordt het omzetbelastingnummer geverifieerd, een kopie ID bewijs van de directeur en uittreksel Kamer van Koophandel gevraagd. De eerste keer dat een klant zich meldt is dit volgens meneer [naam1] altijd de directeur van het bedrijf met een werknemer. Er wordt dan mondeling afgesproken dat ook de werknemer in opdracht van de directeur auto's zal komen kopen. Van de werknemer worden geen gegevens vastgelegd. Ook worden er volgens de heer [naam1] geen contactgegevens vastgelegd. De aangekochte auto's worden door de klant niet direct meegenomen. Er wordt meestal een aanbetaling gedaan, dit wordt genoteerd op het A-4 formulier, de klant krijgt hier een kopie van mee. Aan de hand van het A-4 formulier worden de facturen opgemaakt. De facturen worden aan de klant meegegeven op het moment dat de klant de auto's komt betalen. Op de dag dat de factuur wordt aangemaakt wordt het kenteken afgemeld voor export en een verzoek voor BPM teruggave ingediend. De klant en de werknemer van die klant komen nadat ze de auto's hebben aangekocht de dagen na de overeenkomst betalen voordat ze worden opgehaald. De betalingen zijn bijna allemaal contant en worden genoteerd in het kasboek wat wordt bijgehouden in Excel. In het kasboek wordt alleen de naam van het bedrijf genoteerd, er worden geen gegevens vastgelegd van de feitelijke werkelijke betaler. Er wordt ook geen kopie ID bewijs gemaakt van de betaler. Het maakt de heer [naam1] niet uit van wie hij het geld ontvangt, zolang hij het maar ontvangt voordat de auto's worden meegenomen. De auto's worden afgehaald door een transportbedrijf of door de klant en/ of werknemer. Hierover worden geen afspraken gemaakt. In het verleden gebeurde dit wel volgens de heer [naam1] , maar de afspraken werden vaak niet nagekomen. Wanneer een transportbedrijf zich meldt bij het bedrijfsadres [naam1] geeft de transporteur de kentekens door van de auto’s die hij komt ophalen. [belanghebbende] controleert of de auto's zijn betaald en gaat de auto's gereed maken voor transport. De chauffeur geeft een CMR met alleen de gegevens van het transportbedrijf aan de medewerkers [belanghebbende] . De medewerkers [naam17] en [naam18] vullen de CMR's volledig in, de transporteur ondertekend de CMR. Naast een CMR wordt er ook een vervoersverklaring in het Nederlands opgemaakt, die ook door de chauffeur wordt ondertekend.
Wanneer de klant en/ of diens werknemer met de gekochte over de weg gaat rijden moet de afhaler een vervoersverklaring ondertekenen. De vervoersverklaring wordt in de administratie bewaard, er wordt geen kopie ID bewijs gemaakt van degene die over de weg gaat rijden met de afgehaalde auto. Ook worden er geen gegevens van deze persoon vastgelegd. Voor het vervoer wordt een exportkenteken (wit) gebruikt.’
2.8.
Het dossier bevat per (in 2.6 genoemde) entiteit door de Inspecteur opgevraagde informatie van de belastingautoriteiten die een Btw-identificatienummer aan de desbetreffende entiteit hebben verstrekt. Het betreft de uitwisseling van informatie krachtens de Verordening (EU) 904/2010. Voor zover relevant is de tekst van de verstrekte informatie hier opgenomen.
‘2.8.1. [naam8] SRL: ‘According to our databases, in the period 01 August 2013 -31 March 2014, our trader has declared in his Recapitulative statements IC acquisitions in total amount of 1.531.819 ROL from Belgium, Netherlands and Germany companies. Our trader did not declare any acquisition from [belanghebbende] B.V. company’. ‘Our taxpayer ( [naam8] S. R. L., RO31289120) has not submitted any VAT returns and recapitulative statements starting with 01.04.2014’.
2.8.2.
[naam9] SRL: ‘a tax audit was performed at [naam9] SRL, VAT NO RO378287. The company was included on the list of IC buyers sent to our fiscal administration. The company made IC acquisitions of used vehicles and resold them in Romania, especially to private individuals. According to VIES, your taxpayer [belanghebbende] BV, VAT number NL [nummer1] declared intra community supplies of used cars to the Romanian company [naam9] SRL (RO 378287) in amount of 1.076.950 Euro between December 2013 and August 2014. According to the tax audit performed, [naam9] SRL recorded no acquisitions from your taxpayer.’
2.8.3.
[naam10] s.r.o: ‘The taxpayer is not the VAT taxpayer. He was only the person registered for the tax according to § 7a VAT law, as the receiver/supplier of the service from/to other member state of EU. He was registered since 12.09.2012, but as the receiver/supplier of the service from/to other member state of EU and the identification number for the tax SK2023463013 was allocated for it.
It did not submit any VAT tax return about the receipt of the goods, service from other member state nor the recapitulative statement. For 2014, 2015 it did not file the income tax nor after sending the summons by the tax administrator. The taxpayer did not ask for the cancellation of VAT. VAT registration was cancelled from the official authority on 4.8.2016.
The company is unavailable. The company is since July 2014 classified as the missing trader. The taxpayer does not cooperate with the tax administrator, it did not submit the accountancy, is unavailable, the subject of the activity was not found out there is the assumption, that the Position WF2 is correct.(…)’
2.8.4.
[naam11] KFT: ‘1. HU company submitted its VAT return with zero data contact for the period of Q1-3 2014. From 10/2014 it didn't submit its return.
2. HU company didn't make business in HU, it didn't deal with trade of cars (its main activity: [naam0] food restaurant)(…)’
2.8.5.
[naam12] KFT:
‘The managing director of our taxpayer (Mr. [naam19] ) died on 11.11.2014. The company started its activity on 29.08.2014. The company has no employees. Main activity of the company was: sale of other motor vehicles. The company did not submit tax returns at all. No cars were put into circulation by this company. We initiated the cancellation of the company.’
2.8.6.
[naam13] KFT:
‘Currently VAT audit is in progress at the taxpayer [naam13] Kft. For the period of 2015. The taxpayer did not indicate IC purchases in its tax returns. The company seat of the company [naam13] Kft. ( [adres1] ) is an existing address, where a family resides, there is no business activity conducted, no company board is placed (…)’
2.8.7.
[naam14] : ‘Taxpayer [naam14] j.d.o.o. did not submit any kind of tax declaration. [naam14] j.d.o.o. is new company. director of the company made a statement (in attachment) that the company did not start with business activities yet and that they did not open bank account yet. (…) Company [naam14] j.d.o.o. is registered at the address [adres2] and the owner of the company is Ms. [naam20] with place of residence at the address [adres3] . mr. [naam21] stated that she is his wife. [naam14] do not have business premisses or equipment for performing business activities. They do not have employees, they do not submit tax declarations and they deny any IC acquisitions. Because of suspicion of involvement in business transactions connected with fraudulent activities in EU we have cancelled their VAT numbers.’
2.8.8.
[naam15] KFT: ‘According to our database, the taxpayer did not submit its recapitulative statements concerning its IC transactions but according to VIES system, the following control data are available concerning IC acquisitions from NL:
Q1/2016 :
February: 54.412.000,-HUF
March: 526.281.000.-HUF
Q2/2016:
April: 592.406.000,-HUF
May: 521.054.000.-HUF
June: 434.293.000,-HUF.
Our taxpayer did not submit its tax returns. (…)
According to our vehicle registration system, the HU taxpayer is not recorded in it neither as owner nor as vehicle keeper.(…)’
2.8.9.
[naam16] 2016 KFT: ‘The HU taxpayer did not fulfil its tax return obligation for the period of May-June 2016 and it submitted recapitulative statement neither. The taxpayer neither has permanent establishment nor employees. Its registered seat address is a seat service provider company. Our auditors sent summons to the taxpayer (quoted date: 31.08.2016). After our examination we will send our final reply.(…)The taxpayer did not declare its activity under the period in question. The taxpayer did not submit its VAT returns and it did not submit its recapitulative statements. Our auditors carried out spot check at the registered seat address ( [adres4] ). The name of [naam16] 2016 Kft was exposed at this address. Our auditors found a seat service provider company there. Nobody stayed at the address. Our auditors called [naam22] Kft, this company sent via e-mail the HU taxpayer’s seat contract which was valid till 11 October 2016. Regarding to the abovementioned facts, our examination was unsuccessful. Our auditors initiated the suspension of the tax number of the taxpayer.’
2.9.
Het vervoer van de auto’s vanuit Nederland naar een andere lidstaat binnen de EU werd altijd geregeld door de kopers van de auto’s. In de administratie van belanghebbende bevinden zich CMR’s, die niet door de kopers voor ontvangst zijn afgetekend. Wel vermelden deze CMR’s de namen van de vervoersbedrijven en handtekeningen van de chauffeurs. Voor de transacties waarvoor geen CMR’s aanwezig zijn, bevinden zich afhaalverklaringen in de administratie. Op al deze documenten staat als plaats van bestemming vermeld, de vestigingsplaats van de entiteit aan wie de factuur is gericht. Op zeven foto’s van dergelijke CMR’s is te zien dat bij de rubriek ‘ontvanger’ of de rubriek ‘afleveradres’ de vermelding ‘Berlijn’ is doorgekrast, en is vervangen door de gegevens van de entiteit aan wie belanghebbende haar factuur heeft uitgereikt. Eén foto betreft een CMR met nummer BP [nummer2] . Als afzender in dit document staat belanghebbende vermeld, en als ontvanger [naam14] in Kroatië. In de rubriek van het afleveradres is “Berlin” doorgekrast en vervangen door: [adres2] , Kroatië.
2.10.
In het dossier bevindt zich de uitwisseling van informatie met de fiscale autoriteiten die bevoegd zijn ten aanzien van de transportbedrijven, die de auto’s van de onder 2.6 genoemde leveringen hebben vervoerd. De informatie-uitwisseling heeft plaatsgevonden krachtens Verordening (EU) 904/2010. Vanuit de administratie van belanghebbende is bekend hoeveel transporten deze bedrijven ten aanzien van de onder 2.6. genoemde leveringen hebben verzorgd. Hierna wordt per transportbedrijf (een deel van) de verstrekte informatie weergegeven.
2.10.1.
Transportbedrijf [naam23] (uit Litouwen) heeft 3 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende in 2014 werden gefactureerd aan [naam9] SRL. Voorts heeft dit bedrijf 4 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende in 2015 werden gefactureerd aan [naam11] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘According to the CMR documents (…) provided by UAB " [naam23] " in all cases vehicles were transported from [belanghebbende] to a carpark in Germany, located address: [adres5]. (…)
C18 – There were no bank money transfer payments.
C-19 According to the cash receipts in all the cases payments were made by cash. Persons who were claiming the vehicle payed. According to the official of UAB " [naam23] " in a car park address: [adres5] , Germany.
C21 - UAB " [naam23] " representatives did not provide information about persons who placed the orders. Circumstances of every delivery of the vehicles was not specified it was explained that for transporting vehicles there was no emails, no text conversations, no orders or agreements, everything was arranged verbally with the driver or by phone.
Company official explained that according to the CMR documents provided all vehicles were acquired and then transported to a real carpark located at address: [adres5] . When the vehicles were loaded driver would take them to Berlin at mentioned address. There was no exact appointed time of arrival. Circumstances of every single transportation could not be identifies, there was no emails, no written messages, no orders or agreements, everything was arranged with the car transported driver or company manager verbally or by phone. [belanghebbende] employees filled all CMR and other documents required and gave Company drivers to sign them. It is possible that drivers did not understand what documents presented in Dutch they were signing, they were not explained what they were signing and document copies were not presented. Company official had discussed false delivery addresses with the drivers before, they explained that [belanghebbende] employees fill out CMR documents and directs drivers to go to Berlin (Germany) even if the place of delivery pointed out in the document is for example Hungary. When driver reaches carpark in Berlin, person who claims the vehicles is already waiting for the delivery, car transporters were identified by national license plate number and the details for whom the VAT invoice has to be signed off were given. Company’s official could not exactly point out who claimed the vehicle, who paid the cash and what document were presented when claiming the vehicles. Company’s drivers were paid cash instantly after the vehicles were claimed or later according to cash receipts. According to Company’s official in all the CMR documents indicated owner of the car transporters is the Company. In the transport documents dates, where they are indicated, are indicated correctly.’
2.10.2.
Transportbedrijf [naam24] UAB (uit Litouwen) heeft in de periode 2014 tot en met 2016, 11 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 35 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT, 63 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam10] , 8 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT, 15 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam12] KFT en 4 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam14] . Het dossier bevat hierover - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
’C19 — The accounts were settled for the transportation of goods in cash, at the places of unloading of the cars. The purchasers used to settle the accounts themselves. Cash receipt vouchers used to be issued for the raceived cash.
C21 — According to the manager, the orders for the transportation of goods used to be placed by calling the manager to his [naam0] phone No. [nummer3] .
(…) -The purchasers of the cars themselves ordered the cars to be taken by contacting the manager of UAB " [naam24] ", [naam25] . by phone.
- The date and time had been indicated by the purchasers of the cars by phone.
- The manager states that the drivers used to introduce themselves at the ' [belanghebbende] " firm as representatives of the carrier, and used to present only their ID documents. No documents of the order, of the payments for the cars, etc., needed to be presented.
- CMRs were filled in by the consignor, the drivers of UAB " [naam24] " used to sign in field 23 of a CMR and, as per the manager's requirement, they had to indicate the address where the cars had to actually be unloaded in field 17 of the CMR.
- The company does not have any data concerning the statements or other documents.
- The dates of loading and unloading indicated in the CMRs are correct, they match the data of the tracking system.
- The accounts were settled for the provided car transportation service in cash by the purchasers of the cars — the German natural persons. (…)
- According to the manager, the cars were delivered at the addresses indicated by phone by the customer (the purchaser of cars). UAB " [naam24] " has provided travel routes of car transporters recorded by a transport control system of UAB " [naam26] ".
- The drivers were instructed to go to Berlin by the purchasers of the cars (the orderers of transportation).
-The company is unable to answer to the question why the consignor of the freight used to indicate this particular address in the CMRs.(…)’ en
‘The manager of " [naam24] ", UAB has provided by email answers to the following questions:
1) Question: Why signed the drivers for an incorrect delivery address?
Answer: According to the manager. the driver used to introduce himself at the [belanghebbende] company as the carrier's representative. and used to ask for the freight to Germany. A representative of [belanghebbende] (we do not know his position, name, surname as he wound not introduce himself). This person used to take blank international freight transportation waybills (CMRs) from the driver, fill them in, and give them back to the driver. Because co-ordinations concerning journey to Berlin used to be made by phone, and having arrived to the trading venue of [naam1] , we would not even think that [naam1] could act like this, fill-in the CMRs incorrectly. The drivers wanted to fill-in the CMRs themselves, however, [naam1] representatives used to pose conditions categorically: either the drivers let them fill-in the CMRs, or they do not load the freight. And each trip to the office and trading venue of the company [naam1] induce costs to our company. Knowing that the address of unloading is in Berlin, our driver used to ignore the indicated address in Hungary, he used to sign in the field 23 of a CMR, and, upon leaving [naam1] , he used to additionally indicate the correct address of unloading in the field 17 of the CMR, because [naam1] representatives would not allow to fill-in the field 17 of the CMR's first counterpart.
2) Question: Did the drivers spoke about the real delivery address with [naam1] ?
Answer: The manager of the company stated and confirmed that the representative of [naam1] (the same person who used to fill-in CMRs) was aware of the real delivery address (the City of Berlin), however, he still used to wrongly and intentionally indicate a different freight delivery address.
3) Which persons gave instructions to indicate the real delivery address in field 17?
- Since [naam1] used to indicate a wrong delivery address, the manager of " [naam24] " UAB had warned the drivers that, in case of a discrepancy between the address of unloading as indicated in the CMR and the actual unloading address, the address where cars were actually unloaded should be indicated in field 17 of the CMR. At present. the manager has explained to the drivers that a change of the unloading address is possible only in writing.
4) Questions: -Could you ask for the contact details of the purchasers?
- Could you ask which natural person is connected to the following companies?
Answer: According to the manager, " [naam24] " UAB does not have any data concerning natural persons and the listed companies (who is related to which). " [naam24] " UAB is only able to provide addresses where were unloaded the cars loaded by [naam1] :
- [adres6] , the main customer Fady tel. [nummer4] ; [nummer5] .
- [adres7] , under the name of [naam27] , phone No. unknown.
- [adres8] . [naam84] or [naam27] .
- [adres9] . [naam85] or [naam27] . [naam28] and [naam29] .
(…)" [naam24] " UAB is convinced that [naam1] knew the addresses (in Berlin) to which the cars were carried, that the freights were delivered, because they have never received any claims concerning non-delivered freights from either the consignor of freights or the recipients indicated in the CMRs.’
2.10.3.
Transportbedrijf [naam30] (uit Litouwen) heeft in de periode 2014 tot en met 2016, 3 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam8] SRL, 2 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam10] s.r.o., 9 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam12] KFT en 1 transport van auto’s die door belanghebbende werd en gefactureerd aan [naam13] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘The owner of [naam31] (further — Company) - [naam31] provided an explanation concerning the transportation of vehicles from the Dutch company [belanghebbende] B.V, in the explanation she stated that, the company's [belanghebbende] B.V. (VAT code [nummer1] ) vehicle transportation order confirming document cannot be provided, because the Company doesn't cooperate with the Dutch 'company and the services weren't provided. The vehicle transportation orders are placed in the public domain "Vehicle transportation exchange/advertisement platform auto-loads". A person, who didn't identify himself, contacted the Company by phone about the transportation of the vehicles from the Dutch company [belanghebbende] B.V to Germany at the address: [adres5] on 2016/02/24, 2016/02/29 and 2016/03/14.
The owner of the Company [naam31] instructed the drivers [naam32] , [naam33] and [naam34] to transport the vehicles from the Dutch company [belanghebbende] B.V.( address: [vestigingsplaats] NEDERLAND) to Germany. After the drivers arrived at the Dutch company [belanghebbende] B.V. address: [vestigingsplaats] NEDERLAND, they handed the CMRs to the sender of the cargo (name and surname of the sender unknown) so that the documents could be filled out. The filled CMRs were returned to the drivers. Then the light weight vehicles were loaded in to the Company's tow trucks and transported from the Dutch company [belanghebbende] B.V to Germany at the address: [adres5] . In order to confirm, that the vehicles were transported from Netherlands to Germany, the Company provided journey forms for the vehicles with license plate numbers [kenteken1] : [kenteken2] and [kenteken3] . which indicate the vehicles were transported from the address mention above to Germany. The dates indicated in the CMRs and journey forms match. The field No. 24 of the CMR, confirming that the goods were received was not signed or stamped.
The Company's drivers [naam32] , [naam33] and [naam34] in their explanation indicated, that the Dutch company [belanghebbende] B.V loaded the cars on the indicated dates and transported them to Germany at the address [adres5] . The drivers received filled out transportation documents. According to the drivers, they cannot confirm that the signatures on the documents (which are were concluded in Dutch) are theirs. because they hadn't seen order sheets and didn't sign them.
The natural person gave 1800 EUR to the drivers for the transportation, the cash were accounted for in the Company's cash register, according to the 'cash acceptance receipt PET Nr.15/033 issued on 2016/03/31, the receipt didn't indicate the payer and was signed by the owner [naam31] . The Company didn't issue a VAT invoice to the natural person for the services provided.’
2.10.4.
Transportbedrijf [naam35] UAB (uit Litouwen) heeft in 2016, 10 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam14] en 7 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘(…) Via Skype a proposal was received from the representative of UAB " [naam23] " ,(..), that there is a cargo to transport from the Netherlands to Berlin. (…)All information to the drivers was sent directly to a telephone via SMS messages, where the place of loading of cars, name of the company was specified. Following the drivers' explanations, the addresses of loading and unloading were sent to them directly via SMS messages (during the transportation more :precise addresses were sent to them). SMS messages not saved.
(…)The Netherlands company " [belanghebbende] BY' did not contact the representatives of UAB " [naam35] " regarding a transportation of cars, therefore the company cannot provide any documents.
(…) According to the company's head, the drivers explained, that the documents could had been handed in the Dutch language. but nobody explained what is written in them and what their purpose is.
(…) - The receiver - natural persons [naam14] and [naam36] paid in cash for the service of delivery of the cars (they refused to sign on the documents).
(…) - The drivers stated, that the cars were delivered to Berlin, Germany. The driver [naam37] indicated the address of unloading – [adres5] , Germany. The driver [naam38] indicated the address of unloading - [adres10] ., Berlin. Germany. The driver [naam39] indicated the address of unloading - Berlin, Germany (he did not remember the exact address). UAB " [naam35] " provided travel lists of the cargo vehicles issued by a transport control system „LocTracker".
- The order to the drivers to drive to Berlin was issued by a representative of UAB " [naam23] " (…)
- CMRs were filled in by the sender - a representative of " [belanghebbende] BV'. Following the head of the company, CMR sender's information was not corrected, because the first page of CMR is left for the sender, therefore the information about the cargo must be identical to that on other CMR pages.
Following the driver [naam39] , on CMR No. BP [nummer2] . dated 2016/04/07, the address of unloading Berlin D was filled in by him at first, because he was aware, that he will have to deliver the cargo to Berlin, but the sender of cargo changed the address of unloading, while filling in CMR data.(…).’
2.10.5.
Transportbedrijf UAB [naam40] (uit Litouwen) heeft in de periode 2014 tot en met 2016, 2 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam8] SRL, 3 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam12] KFT, 13 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT, 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam10] s.r.o. en 6 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘Our taxpayer did not have direct transactions with " [naam1] ". The company's manager submitted explanation where he indicated that UAB " [naam40] " has transported vehicles mentioned in the submitted enclosures, the company's manager received orders by phone, he used to meet cargo owners directly, cargo owners participated in the loading themselves, so “ [naam1] " did not provide any documentation; on our taxpayers' submitted CMR form filled " [belanghebbende] BV: there are signatures of the taxpayer's drivers in CMR document (as the legislation is in Dutch, drivers were verbally explained that this is the vehicles' loading Act); loading dates indicated in CMR documents are correct; transportation of goods were paid by the customer; according to CMR No. JM140, No. JM141, No. JM142 the former customer, who was in the loading place, has indicated unloading address, which has been changed, to the driver; the same persons, who participated in the goods' loading. took back the shipped cargo.
C5 According to CMR No. JM140. No. JM141, No. JM142 shipped goods were unloaded at the address [adres5] , Germany. This is seen in the extracts. submitted by the driver, who has transported goods, of submitted CMR copies (address is unreadable). According to other CMR documents. shipped goods were unloaded at the addresses indicated in CMR documents.
C14 Our taxpayer explained that customers on its own initiative contacted with our taxpayer, usually by telephone, the loading of cargo is always attended by the same persons, in all cases settlement was made in cash and identity documents were not submitted.
(…)C17 Settlement was made in full, there is just signature of person who paid money in cash receipt, but data of this person was not indicated. (…)According to documents submitted by our taxpayer. there is no possibility to identify a person who paid money.’
2.10.6.
Transportbedrijf [naam41] Transportas (uit Litouwen) heeft in de periode 2015 tot en met 2016, 1 transport verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 2 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT, 7 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam15] KFT en 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘UAB „ [naam41] transportas" (hereinafter - the Company) (…).The Company's head [naam42] confirmed in writing, that the Company has not concluded any contracts with the Dutch taxpayer [belanghebbende] BV (VAT number [nummer1] ) and has not received any orders from them.
(…) The orders regarding the haulage of second-hand cars from [belanghebbende] BV to Germany (address [adres5] ) were received from the private clients in Germany, who sometimes use the Company's visual advertising on the transporters. Following the head's explanation, the orders regarding the haulage of cars were placed by the German taxpayer [naam43] via a telephone (phone + [nummer6] ).
(…) All orders and the terms of transportation (the place & time of loading, the number of cars ready for transportation, .time of delivery) were agreed via a telephone and SMS with the client of transport, who provided the Company's (the carrier's) reg. numbers of vehicles and the drivers' surnames to BV [belanghebbende] . The drivers presented personal ID documents, a technical passport of the car and an empty CMR for filling in, upon arrival to the place of loading. In all cases under investigation the CMR were filled in by the representatives of [belanghebbende] . The driver, after a checking of identification numbers (VIN) of the transported cars with the records on CMR, signed on it. The Company's drivers signed the presented Transport Statements by BV [belanghebbende] in all cases, thus confirming the identification of the transported cars. It was not explained for the drivers what was written on the acts. (…)
A settlement for the haulage was made in cash after the unloading and a hand-over of the consignment to the client - private person at the address: [adres5] (Germany). On the presented CMR, in the 24th field about the receipt of consignment there are the receiver's name, surname, signature, the date and the city - Berlin. The cash was paid to the drivers [naam44] and [naam45] . Following a written explanation by the head concerning a payment in cash, a private client in Germany does not issue a cash receipt to the drivers. The client writes the agreed price via a telephone Into the 19th column on the CMR with a note in German (In bar bezahlt - paid in cash).
(…) In the presented bookkeeping register of 2016-08 "Sales operations” the received income of 500 EUR from a private person [naam43] and of 1100 EUR from a private person [naam46] are accounted. For a deposit of the cash the Company issued the cash receipts of 2016-08-25 No. 1627 and of 12016-08-26 No.1628.
The head of the Company is not aware who are the owners of the second-hand cars, following his explanation, that is the information of the seller/sender and the receiver of consignment, and the carrier is not always sharing this information. All documents. describing the consignment, its sender and receiver are left at the client of consignment and not presented to the carrier. The only document, received by the carrier — the CMR.’
2.10.7.
Transportbedrijf UAB [naam47] (uit Litouwen) heeft in de periode 2015 tot en met 2016, 19 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 31 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT, 65 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam15] KFT en 10 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘(…) UAB " [naam47] " has explained that. upon arrival at the place of loading, the drivers would come to the office of „ [belanghebbende] BV' at the place of loading, and would present registration certificated of commercial vehicles used for the transportation of cars as well as ID documents. Any terms and conditions would be coordinated by phone with the customers (recipients/purchasers of the cars). The employees of ,, [belanghebbende] BV’ XXXould ‘already be informed on the arrival of forthcoming carriers prior to the arrival of the drivers of UAB ,. [naam47] `.
- The CMRs ware filled in by the employees of “ [belanghebbende] BV', the employees of UAB ‘ [naam47] ' would just sign them and put a seal (field 23 of CMR).
- UAB " [naam47] " has not confirmed that the employees of the company had signed the transportation documents. UAB " [naam47] " has not provided these documents.
- The dates of taking of the cars indicated in the transportation documents enclosed to the SCAC form are the same as the dates of loading of the cars indicated in the CMRs provided by UAB „ [naam47] ".
- The transportation services were paid by the recipients/purchasers of the cars which are indicated in CMRs in cash, at the time of delivery of the cars (documents enclosed).
- The cars were delivered to other addresses than it is indicated in the CMRs. According to the explanation of UAB " [naam47] " and the issued VAT invoices provided, the cars were transported from the Netherlands to Germany.
UAB " [naam47] " transport coordinator [naam48] has explained that the information about the delivery addresses had been indicated/coordinated by phone by the recipients/purchasers of the cars. The transport coordinator of UAB „ [naam47] " had indicated (by SMS messages) to the drivers the exact addresses of the delivery of the cars.
- UAB ,, [naam47] " has explained that CMR had been filled in by the consignor, the employees of ‘ [belanghebbende] BV", and not the carrier UAB “ [naam47] ".’ (…)
‘UAB „ [naam47] " submitted contacting data:
1,1. [naam15] , VAT No. [nummer22] , contacting person [naam49] , phone No. + [nummer7] ;
1.2.
[naam11] KFT, VAT No. [nummer23] . contacting person [naam50] , phone No. + [nummer8] (communication was performed via "WhatsApp");
1.3.
[naam16] 2016 KFT, VAT No. [nummer24] , contacting person [naam51] , phone No. + [nummer9] (communication was performed via "WhatsApp"):
1.4.
[naam13] SZOLGALTATO KFT. VAT No. [nummer25] . contacting person [nummer9] , phone No. + [nummer9] .
2. In 2016 UAB „ [naam47] " performed transportation services to " [naam74] ", VAT No. [nummer26] . Please see enclosed: invoice, CMR, cash receipt voucher. UAB „ [naam47] " indicated the following data of „ [naam74] ": contacting person [naam52] , phone No. + [nummer10] (communication was ;performed via "Viber").
3. UAB „ [naam47] " explained that CMR was filled by the consignor „ [belanghebbende] BV" employee, not the transporter UAB „ [naam47] ". UAB ,, [naam47] " :confirmed that UAB [naam47] employees signed CMR document as confirmation that the cargo was accepted for transportation. According to CMR convention, delivery place can be changed and the exact delivery address not always match with the delivery data indicated in CMR. UAB „ [naam47] " :transport coordinator [naam48] indicated that he did not have direct contact with ,, [belanghebbende] BV", all the loading / unloading information was submitted by the consignees (customers).’
2.10.8.
Transportbedrijf UAB [naam53] (uit Litouwen) heeft in de periode 2015 tot en met 2016, 7 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT, 2 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT en 9 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam15] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘6. The drivers received information regarding a possible date and time of takeover of the cars from [belanghebbende] B.V. The drivers cannot provide information, with whom from [belanghebbende] B.V. they communicated.
7. Upon arrival to load the cars, the drivers presented empty CMR, which were filled in by [belanghebbende] B.V. employees;
8. All fields of the CMR were filled in by [belanghebbende] B.V employees, except 23rd field which was filled in by the drivers;
(…)10. On the CMR 2nd field the specified address is correct, in the 3rd field the specified address of unloading of cars is incorrect, which was corrected by the driver to the exact address Berlin DC. The change of address was received during the route, which was different from the indicated on the CMR. The driver did not inform the employees of [belanghebbende] B.V. about the change of address; during a telephone conversation the drivers received information on the change of the place of unloading of cars. The drivers did not inform the managers of the carrier company about the change of address;
11. The cars were delivered to the address Berlin DC;
12. The drivers signed in the 23rd field on the CMR; (…).’
2.10.9.
Transportbedrijf UAB [naam54] (uit Litouwen) heeft in de periode 2015 tot en met 2016, 2 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam8] SRL, 7 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam14] , 12 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, 19 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam10] s.r.o. en 21 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘1. The official of UAB " [naam54] " [naam55] and the drivers [naam56] and [naam57] explained that the transportation of indicated vehicles was performed by UAB " [naam54] ".
2. The official explained that the vehicle transportation orders were received by phone or SMS messages.
3. The orders indicated loading addresses of the vehicles, date, time and places where drivers had to meet with the clients.
4. The Company didn’t receive information about what vehicles (car models, registration numbers, VIN codes) they will have to transport. The official explained that clients indicated the place, date, and time when/where the drivers should arrive.
5. The following persons placed the orders: [Y] . Phone No.+ [nummer11] , [L] . Phone No.+ [nummer12] , [naam73] . Phone No. + [nummer13] .
6. Clients informed about the place and date of loading of the vehicles by phone.
7. The drivers explained that they met the clients at the indicated address and were escorted to the car parking lot, where they were instructed which vehicles should be loaded.
Drivers didn’t present any documents to [naam1] concerning the vehicles that had been loaded.
8. Clients filled out the CMR documents, except for 23rd and 25th fields.
9. The official explained that UAB " [naam54] " could not fill out CMR documents, because the drivers would leave Lithuania for a long time, he also explained that the clients filled out the CMR documents because that had all the information about the transported vehicles and places of unloading.
10. Addresses indicated in the 2nd and 3rd field of the CMR was incorrect. Only clients communicated with the representatives of Su [belanghebbende] B.V., the driver didn’t provide any information about incorrect addresses. The official and manager of the transportation company knew that the delivery addresses were different that the addresses indicated in the CMR.
11. In all instances the vehicles were delivered to the address: [adres5] .
12. The drivers of the transportation company signed the 23rd field of the CMR.
13. The drivers explained that in all instances they delivered the vehicles to the same address, because of this they ignored the address indicated in the 23rd field. (…)’
2.10.10.
Transportbedrijf UAB [naam58] heeft in de periode 2015 tot en met 2016, 20 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam10] s.r.o., 4 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam14] , 3 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT en 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam16] 2016 KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - volgende informatie:
‘2. UAB " [naam58] " received the orders from INTERNACIONAL TRANSPORT AND SCHIPING COMPANY [naam16] through WATTS AP software or via e-mail: [naam75] @gmail.com.
3. In the order the following address of loading is specified: [vestigingsplaats] , [adres11] , [belanghebbende] ; the address of unloading: [adres5] , Germany; also the date and the price (attached).
4. UAB " [naam58] " was not informed which cars it will have to transport, this information was given only upon arrival to the place of loading: [adres11] [belanghebbende] , [vestigingsplaats] , the Netherlands (the orders are attached).
5. The company was going following the order to the specified address to the place of loading. The numbers of contact telephones: + [nummer14] , + [nummer15] , + [nummer16] , + [nummer17] , + [nummer18] , + [nummer19] . The transportation of freight was intermediated by [naam86] , who, following the director of UAB " [naam58] ", is living in Berlin, address was not specified (the explanation is attached). Additional contact person JSC "Transkede", VAT number [nummer27] , organizing the transportation of freight on the route the Netherlands - Berlin (attached).
6. The date and time of takeover of the cars was arranged through WATTS AP software.
7. Through WATTS AP software it was arranged within 1-2 days, which vehicle will arrive for the transportation of freight.
(…)10. The destinations of the freight were specified by the representatives of Arabic origin of INTERNACIONAL TRANSPORT AND SCHIPING COMPANY [naam16] . In the 2nd and 3rd fields on the CMR the indicated place of unloading is Slovakia or Hungary, but the actual place of unloading - [adres5] , Germany. UAB " [naam58] " cannot explain, why the representatives of INTERNACIONAL TRANSPORT AND SCHIPING COMPANY [naam16] indicated other places of unloading than indicated on the orders in the 2nd and 3rd fields on the CMR.
11. The actual address of delivery of the cars - [adres5] , Germany.
(…)’
2.10.11.
Transportbedrijf UAB [naam59] (uit Litouwen) heeft in 2014, 1 transport verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam8] SRL, 1 transport van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam11] KFT, en in de periode 2015 tot en met 2016, 5 transporten verzorgd van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam13] KFT en 3 transporten van auto’s die door belanghebbende werden gefactureerd aan [naam15] KFT. Het dossier bevat - voor zover hier van belang - de volgende informatie:
‘The head of UAB " [naam59] " did not participate in the process of loading/unloading of the freight. The goods were loaded/unloaded by the driver [naam60] .
- The manager of UAB " [naam59] " [naam61] has indicated that the transportation services had been paid: by [naam76] AUTOMOBILES Import Export SL. (…)
- According to the explanation provided by the manager of the Taxpayer, the cars had not been delivered to the addresses indicated in the CMR, i.e.. [naam77] , Budapest Hongarge.
- The manager of UAB " [naam59] " [naam61] has indicated in the provided explanation that the consignor of the goods had instructed (by phone) to deliver the freight to an unloading place at the address [adres5] , Germany. It must be noted that, it the provided CMRs. the indicated place of unloading is not Germany but Hungary- [naam77] . The manager of the Taxpayer has explained orally that the driver who had transported the freight: [naam60] , is away at present and thus he cannot explain the discrepancy in the freight unloading addresses, however, the manager has ascertained that the freight had been unloaded in Germany although another address is indicated in the CMR.’
2.10.12.
Tot de dossierstukken behoren enkele loggegevens van ritten van bovengenoemde transporteurs, waaruit volgt dat het vervoer van de auto’s fysiek heeft plaatsgevonden vanaf belanghebbende in [vestigingsplaats] naar de door de transportbedrijven aangegeven locaties, waaronder de [adres5] .
2.11.
De betalingen aan belanghebbende voor de leveringen van de auto’s vonden plaats in contanten.
2.12.
In het procesdossier bevinden zich de belgegevens van de bestuurder en van de werknemers van belanghebbende met betrekking tot het tijdvak 1 februari 2016 tot en met 30 juni 2016. Volgens die gegevens is er in die periode 163 keer naar het buitenland is gebeld, waarvan 152 keer naar Duitse mobiele nummers (0049). Er is niet naar Hongaarse nummers gebeld. Volgens de financiële administratie van belanghebbende is er in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 slechts één auto verkocht aan een Duitse afnemer. Deze transactie vond in oktober 2015 plaats. In de smartphone van de heer [naam1] worden de contacten met Duitse mobiele nummers niet aangeduid met een volledige naam of met een bedrijfsnaam, maar met namen zoals: 3 Vrouwen, [naam62] , [naam63] , [naam64] , [naam65] , [naam66] en [naam67 ] . Ook het door UAB [naam54] genoemde telefoonnummer van ‘ [Y] ’ (zie 2.10.9) is in de telefoon van [naam1] aangetroffen.
2.12.1
De volgende Whatsapp berichten zijn aangetroffen op de telefoon van [naam1] :
‘16-07-2014 | 14:17:18 | owner: Jongens Berlijn net nog paar gekocht |
16-07-2014 | 14:18:48 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Hoe veel |
16-07-2014 | 14:20:02 | owner: |
16-07-2014 | 15:43:04 | Owner: Heb de biedingen even gemaild naar je iPad kun je ze bekijken. (…) |
18-02-2015 | 18:35:07 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Heeft die ouwe Duitser nog wat gekocht |
18-02-2015 | 18:39:56 | Owner: Volgens mij niets, [naam68] er niet over gehoord (…) |
05-04-2015 | 19:22:54 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Die ouwe berlijner wil morgen langs komen kopen en betalen al aanpakken als [naam68] tijd heeft om het aan te pakken anders dinsdag terug komen en alleen als er geen particulieren op verkopen anders ook dins terug komen! |
05-04-2015 | 19:23:45 | owner: Komt goed (…) |
06-04-2015 | 12:22:19 | [nummer20] @s.whatsapp.net: De ouwe? |
06-04-2015 | 12:22:45 | owner: 2 stuks en 50.000 betaald |
06-04-2015 | 12:23:11 | owner: [naam68] was in d buurt dus die heeft het aangenomen en gelijk naar de bank gebracht |
06-04-2015 | 12:23:31 | [nummer20] @s .whatsapp.net: Wat kochtie? |
06-04-2015 | 12:23:43 | owner: 2x Passat van [naam87] |
06-04-2015 | 12:24:08 | owner: Dikke sedan en station van 10 die met druk ac |
06-04-2015 | 12:39:03 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Die komt nog wel terug voor meer |
06-04-2015 | 12:39:41 | owner: Ja, was tot en met donderdag nog wel in nld zei hij (…) |
20-04-2015 | 09:04:10 | owner: Goedemorgen [naam88] , die ouwe uit Berlijn zit hier al voor je.(…) |
02-09-2015 | 12:52:39 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Zijn er al Berlijners |
02-09-2015 | 12:52:48 | owner: Zit nog een 5008 bij ben ik met Bram mee bezig.. Verder kilometer dingen |
02-09-2015 | 12:52:56 | owner: Ja, net 1 setje geweest |
02-09-2015 | 12:53:14 | owner: Lopen buiten nu |
02-09-2015 | 12:53:23 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Welk setje |
02-09-2015 | 12:53:47 | owner: Die laatst die oude touran kochten soort van nieuwe Berlijners zegmaar (…) |
05-09-2015 | 12:50:55 | [nummer20] @s.whatsapp.net: [W] is deze week zeker niet geweest? |
05-09-2015 | 12:52:45 | owner: Nee. |
05-09-2015 | 12:52:56 | owner: Wel [naam89] net de vivaro en de maxi verkocht |
05-09-2015 | 12:56:24 | [nummer20] @s.whatsapp.net: We kregen ook dat ouwe caddytje nog gegund |
05-09-2015 | 13:12:50 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Zijn Duitse vws al binnen |
05-09-2015 | 13:14:06 | owner: Heb tiguan, 2x Passat en polo gezien |
05-09-2015 | 13:14:34 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Ist wat? |
05-09-2015 | 13:16:11 | owner: Tiguan dikke auto heeft [naam68] aan fadi verkocht. Passaten gewoon normaal, polo bumper spuiten en poetsen dan ook leuke auto. Maar die wil je op nl kenteken gaan zetten?? (…) |
04-12-2015 | 13:44:24 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Verder nog wat? |
04-12-2015 | 13:45:11 | owner: [naam90] ' 1 verkocht nu voor [naam84] even een trailer ant pakken en papier werk |
04-12-2015 | 13:45:30 | owner: En zo lijst maken, [naam91] is er ook nog niet |
04-12-2015 | 13:46:01 | En [naam84] is met [naam68] bezig voor auto’s nu’ |
2.12.2.
Op de telefoon van werknemer [naam68] zijn de volgende chats aan werknemer [naam69] aangetroffen:
‘11-05-2013 | 19:38:42 | owner: Geen export? [naam92] geweest? |
11-05-2013 | 19:42:15 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Ja toch donderdag |
11-05-2013 | 19:42:44 | owner: |
11-05-2013 | 19:42:46 | [nummer21] @s.whatsapp.net: [naam93] jongens Berlijn 5 |
11-05-2013 | 19:43:10 | owner: En [naam93] ? (…) |
08-08-2013 | 15:26:07 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Jongens Berlijn krijgen alleen factuur en Duitse brief |
08-08-2013 | 15:29:15 | owner: Ja alleen factuur en duitse brief (…) |
29-12-2013 | 20:56:53 | owner: Morgen ook aan de zaak? Ligt er veel arbeid op me te wachten? |
29-12-2013 | 20:57:35 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Nee gewoon werk |
29-12-2013 | 20:57:55 | [nummer21] @s.whatsapp.net: New naam Berlijn old men |
29-12-2013 | 20:59:54 | owner: Oke. Nou we gaan het zien. Export? |
29-12-2013 | 21:00:47 | [nummer21] @s.whatsapp.net: [Y] wil morgen een auto op kenteken mee . |
29-12-2013 | 21:01:33 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Kan niet heb ik gezegt (…) |
28-02-2014 | 20:23:18 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Is [Y] nog geweest |
28-02-2014 | 20:33:54 | owner: Ja. Dacht 8 stuks (…) |
21-08-2014 | 10:01:35 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Veel buitenlanders? |
21-08-2014 | 10:01:59 | [nummer21] @s.whatsapp.net: |
21-08-2014 | 10:02:03 | owner: Nee. Alleen gister jonge berlijners |
21-08-2014 | 10:02:14 | owner: Oh lekker hoor (…) |
16-01-2015 | 22:25:48 | [nummer21] @s.whatsapp.net:Jongens Berlijn BMW papieren zijn ze binnen |
16-01-2015 | 22:26:25 | owner: Dacht van wel |
23-07-2015 | 08:56:21 | [nummer21] @s.whatsapp.net: [Y] nog [naam94] ? |
23-07-2015 | 08:59:06 | owner: Yep (…) |
10-08-2015 | 09:53:04 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Guten morgen mein Bruder des Autos Bitte exsport Nummer mein Bruder kümmert [naam95] |
10-08-2015 | 09:53:05 | [nummer21] @s.whatsapp.net: |
10-08-2015 | 09:54:00 | owner: Van [E] ? |
10-08-2015 | 09:54:21 | owner: Goede reis gehad? Alles oke verder? |
10-08-2015 | 09:54:50 | [nummer21] @s.whatsapp.net: [E] ( neef ) |
10-08-2015 | 09:55:33 | owner: Wanneer komt ie?? |
10-08-2015 | 09:56:13 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Alles goed hier 13 uur gereden top huis was er zaterdag om 17:00 |
10-08-2015 | 09:56:30 | owner: mooi |
10-08-2015 | 09:57:05 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Hij kan niet zo goed Duits maar denk na middag |
10-08-2015 | 09:57:38 | owner: Oke |
10-08-2015 | 09:57:46 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Audi A4-97-rll-5 Volvo c30 -88-Ihk-1 Peugeot 508-87-sfp-5 Opel zafria-99-PDg1 Bmw 320-63-trl-3 Toyota verso -27-njz-4 Vw Passat -20-xpp-3 Peugeot 3008-Jkk-2 Lkw Num mer ten tekken-Hhs300/Ft600 |
10-08-2015 | 09:57:48 | [nummer21] @s.whatsapp.net: (…) |
10-02-2016 | 15:02:24 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Auto für morgen ;;; 1)))83rvb5;;2)) (…) nr9)));;95pfl6;;passatcc;;;?? |
10-02-2016 | 15:02:34 | [nummer21] @s.whatsapp.net: Transport fadi (…) |
12-04-2016 | 14:29:30 | [nummer21] @s.whatsapp.net: hallo ik kocht de Audi A5. hoe zit het met de kranten? lk heb een koper voor de auto. Dit is niet goed gedrag. lk verwacht van u een reactie. |
12-04-2016 | 14:29:38 | [nummer21] @s.whatsapp.net: |
12-04-2016 | 14:31:01 | owner: Het was ook een vriend van die vriend volgens mij. Is namelijk op [naam11] gefact. |
12-04-2016 | 14:31:26 | owner: Oh nee via total. Dan denk ik via kalid (…)’ |
2.12.3.
Op de telefoon van werknemer [naam69] zijn de volgende chats aan [naam1] aangetroffen:
‘06-03-2014 | 17:15:28 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Hoe veel Berlijn? |
06-03-2014 | 17:16:37 | owner: Oude 51450. Jonge 25000 en [Y] 93750. Totaal 170200 (…) |
02-04-2015 | 12:44:58 | [nummer20] @s.whatsapp.net:Berlijners |
02-04-2015 | 12:45:20 | owner:Ja zal er zo ff naar kijken |
02-04-2015 | 12:50:43 | owner: Jongens: 102900, paardestaart: 22400, kauwert: 38700, ouwe: 73800, bmw 5 serie 14500, neef jongens: 12500 totaal: 264800. |
02-04-2015 | 12:51:58 | [nummer20] @s.whatsapp.net:Serieus knaken!!! |
02-04-2015 | 12:52:44 | owner: Ja. Die jongens ook. Kopen 3x autos maar wel ruim 30000 per keer. Loopt toch op. (…) |
03-06-2015 | 22:22:13 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Had je nog het getal Vd Berlijners |
03-06-2015 | 22:28:28 | owner: Ja had lijstje gemaakt. Uit mn hoofd 212000 (…) |
12-10-2015 | 16:21:25 | [nummer20] @s.whatsapp.net: [Y] -1966@outlook.de |
12-10-2015 | 16:22:12 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Overzicht [Y] mailen (…) |
04-12-2015 | 12:22:02 | owner: [naam84] net hier. Btw binnen |
04-12-2015 | 12:38:46 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Laat ffweten hoe veel die stort |
04-12-2015 | 12:44:54 | owner: 27600 voor autos. Had al x aanbetaling gedaan. En 32300 nieuwe aanbetaling. Totaal 59900 (…) |
17-06-2016 | 13:00:19 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Hoe veel [naam97] |
17-06-2016 | 13:04:16 | owner: 89400 (…) |
01-07-2016 | 13:04:35 | [nummer20] @s.whatsapp.net: En hoe veel [naam84] ? |
01-07-2016 | 13:04:51 | owner: 78000 |
01-07-2016 | 13:44:38 | [nummer20] @s.whatsapp.net: [E] ? |
01-07-2016 | 13:46:27 | owner: Nog niet |
01-07-2016 | 13:48:57 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Is hij er niet? |
01-07-2016 | 13:49:12 | [nummer20] @s.whatsapp.net: En vriend passian |
01-07-2016 | 14:02:03 | owner: Nee beide niet |
01-07-2016 | 14:03:50 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Alleen [naam84] vandaag? |
01-07-2016 | 14:38:55 | owner: Ja en broers [W] |
01-07-2016 | 15:21:57 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Hebben die nog wat gekocht? |
01-07-2016 | 15:22:52 | [nummer20] @s.whatsapp.net: Nog wat binnen? |
01-07-2016 | 15:50:28 | owner: Sb 39500, vds 26000. Nog sb onderweg van 64000’ |
2.13.
In een bestand ‘beschrijving facturen export’ aangemaakt door werknemer [naam69] op 28 juni 2016 staat het volgende:
‘Namen voor facturen:
Naam: | Debiteurnr. | ||
Vriend: | [naam16] | 5606 | |
[J] : | [naam16] | 5606 | |
Vriend van Vriend: | [naam16] | 5606 | |
[naam78] : | [naam16] | 5606 | |
[A] : | [naam16] | 5606 | |
[Y] : | [naam16] | 5606 | |
[W] : | [naam16] | 5606 | 1 |
Broer [W] : | [naam16] | 5606 | |
[U] : | [naam16] | 5606 | |
[G] : | [naam10] | 4529 | |
[E] (neef): | [naam10] | 4529 | |
Broer- [E] : | [naam10] | 4529 | |
[naam79] : | [naam10] | 4529 | |
[naam76] : | [naam10] | 4529. | |
[S] : | [naam15] | 5501 | |
[O] : | [naam14] | 5651 | |
[naam80] : | [naam70] | 5660 | |
[naam81] : | [naam71] | 5365 |
(…)
Dan kopie maken van factuur en 2 kopieen van A4 waarop voertuig staat met prijs. Kopie van factuur met bedrijfsvoorraad en 1 kopie van A4 in mapje naar [naam91]
1 kopie van A4 in mapje bij andere papieren. Op kopie van A4 aangeven wat en wanneer er is betaald.
Origineel A4 bewaren in ordner op naam van factuur!!!’
2.14.
In het dossier bevindt zich een xls-document van belanghebbende met de naam ‘Totaal buitenland’, die is gevonden in de map: server-Home-H> [naam69] >deb. Lijsten>2015. Hierin staat:
2.15.
In het dossier bevindt zich een xls-document van belanghebbende met de naam ‘Totaal buitenland’, die is gevonden in de map: server-Home-H> [naam69] >deb. Lijsten>2016. Hierin staat:
2.16.
Op 10-3-2015 om 13:03:34 is er op ‘info@ [belanghebbende] .nl’ een email ontvangen van ‘ [naam82] @gmail.com’ met daarin een document met de naam ‘20150309182138.pdf’. Het bestand bevat bedrijfsgegevens van [naam12] KFT en ook kopieën van het identiteitsbewijs van de directeur (de heer [naam19] ).
2.17.
Op 28-9-2015 om 20:54:57 is er op ‘info@ [belanghebbende] .nl’ een email ontvangen van ‘ [H] < [H] @live.com’ met daarin een aantal bestanden. Deze bestanden bevatten bedrijfsgegevens van [naam13] KFT en ook kopieën van het identiteitsbewijs van de directeur (de heer [naam83] ).
2.18.
Belanghebbende heeft bij haar nader stuk d.d. 14 februari 2022 een overzicht met de volgende informatie gevoegd:
Bijnaam | Officiële naam | Bemiddelaar voor |
[A] | [B] | [naam16] |
[C] | [D] | [naam13] [naam11] [naam16] |
[E] | [F] | [naam8] [naam13] |
[G] | [H] | [naam10] [naam13] |
(…) | ||
[I] | [J] | [naam16] [naam13] |
[K] | [L] | [naam16] |
[M] | [N] | [naam12] |
[O] | [P] | [naam12] [naam14] |
[Q] | [R] | [naam13] |
[S] | [T] | [naam15] |
[U] | [V] | [naam16] |
[W] | [X] | [naam16] [naam11] |
[Y] | [Z] | [naam8] |
2.19.
In het dossier bevindt zich voorts een kopie van een afhaalverklaring, afkomstig uit de administratie van belanghebbende, waarop staat dat [naam72] op 5 februari 2014 een auto, die door belanghebbende is gefactureerd aan [naam9] Srl, heeft afgehaald bij belanghebbende. In het dossier bevindt zich voorts een kopie van een afhaalverklaring, afkomstig uit de administratie van belanghebbende, waarop staat dat [naam73] op 5 februari 2014 een auto, die door belanghebbende is gefactureerd aan [naam9] Srl, heeft afgehaald bij belanghebbende. Als adres van bestemming vermelden deze documenten een adres in Roemenië.
2.20.
Het dossier bevat een officiële vertaling van een brief met de volgende tekst:
‘Finanzamt für Fahndung und Strafsachen’ 12109 Berlijn, 04-10-16
- Bureau fiscale opsporing - Behand. mw.: mevrouw
Toestel: 9024 32463
Proces-verbaal
1- actuele situatie
In Berlijn zijn talrijke automarkten ( [adres10] ., [adres12] ., [adres13] .. [adres14] ., [adres5] ., [adres15] . enz.).
Bij deze markten gaat het om terreinen ter grootte van enkele voetbalvelden. Op deze markten handelen (meestal) Arabische personen in gebruikte voertuigen (voorbeeldfoto’s van GoogleMaps in de bijlage).
[Foto onleesbaar]
De voertuigen worden zoals uit ervaring is gebleken vanuit het buitenland ingekocht.
De verkopen vinden plaats op deze markten aan particuliere personen of handelaren die meestal in het buitenland gevestigd zijn.
Uit ervaring (door controles en behandeling van zaken op dit gebied) is gebleken dat
- talrijke in voertuigen handelende personen op deze markten fiscaal niet geregistreerd staan,
- bij verkopen noch de werkelijke verkoper, noch de werkelijke koper genoteerd wordt,
- in de verkoopovereenkomsten geen omzetbelasting opgevoerd wordt,
- intracommunautaire verwervingen niet aan de Belastingdienst gemeld worden,
- er geen gegevens worden bijgehouden die aan de eisen aan een correcte boekhouding zouden voldoen.
2- a) Op 28-08-2016 deelde een anoniem gebleven persoon aan de opsporingsambtenaren en in een informeel gesprek mee dat deze ‘inside-informatie’ over de Arabische autobranche in Berlijn had.
Inhoudelijk werd door de persoon het volgende meegedeeld:
De automarkten in Berlijn zouden volgens de verklaring van de anonieme insider door hoofdzakelijk Arabische en Palestijnse familieclans worden ‘gerund’. (Dat komt overeen met de ervaringen van het bureau fiscale opsporing.)
Op deze automarkten zouden volgens de verklaring van de insider in het buitenland ingekochte voertuigen worden verkocht. Deze voertuigen zouden door de Berlijnse automarkten hoofdzakelijk zonder vermelding van belasting met vervalste koopovereenkomsten weer aan buitenlandse afnemers (particulier of zakelijk) naar het buitenland worden doorverkocht.
Volgens de gegevens van de insider zouden de leiders van deze clans (ca. 3) naar Holland rijden om daar bij de bedrijven ‘ [naam1] ’ en (…) voertuigen in te kopen. De bedrijven ‘ [naam1] en (…) zouden op grote schaal ex-leaseauto’s van bedrijven in de EU opkopen. Deze voertuigen zouden door de Berlijnse ‘clanleiders’ worden opgekocht.
De facturen voor deze voertuigen zouden echter niet op naam van de Berlijnse opkopers zijn gesteld, maar op naam van bedrijven uit de nieuwe EU-landen. Daarmee zouden de voertuigen ‘weggeschreven’ zijn (de factuur vermeldt het Bulgaarse, Roemeense o.i.d. bedrijf als koper) en de Berlijnse kopers zouden hun voertuigen naar Duitsland geleverd krijgen zonder dat de autoriteiten zouden kunnen nagaan waar de voertuigen vandaan komen.
Hierdoor zou ook de in- en verkoop in Duitsland heel eenvoudig kunnen worden verhuld (door vervalste koop- en verkoopovereenkomsten enz.).
Het is volgens hem gebruikelijk dat de op de Berlijnse automarkten handelende personen (autohandelaren) in de verkoopovereenkomsten onder ‘Verkoper’ aliassen invullen, ook is volgens hem de naam van de koper in veel gevallen verzonnen of bestaat deze niet. (Dit gegeven is ondergetekende bekend van de behandeling van soortgelijke gevallen.)
Volgens de gegevens van de insider zou er sinds ca, 4-5 jaar zodanig te werk worden gegaan dat maandelijks ca: 100 voertuigen op vrachtwagens (meestal vrachtwagens van Litouwse transportbedrijven) naar Duitsland/Berlijn op de automarkten worden gebracht. Wie het transport betaalt, kon de insider niet zeggen.
Op elke vrachtwagen passen naar schatting 8 voertuigen.
5 jaar = 12 maanden x 5 (jaar) x 100 (aantal voertuigen per maand) = 6.000 voertuigen.
De insider wilde uit veiligheidsoverwegingen in geen geval de Duitse (Arabische) personen bij naam noemen die volgens hem hier in Berlijn de werkelijke ontvangers zijn.
Hij verklaarde enkel dat de beschreven werkwijze met de gebruikelijke praktijken op de automarkten overeen zou komen, de handelende personen zich veilig zouden wanen (hier haalde hij ook controles van de autoriteiten in het verleden aan en meldde hij dat voor de desbetreffende dag er grote opwinding op de markten had geheerst, men daarna echter weer ongestoord tot de orde van de dag was overgegaan) en er naar zijn mening sprake zou zijn van een zwart circuit. (…)’.
3. Geschil
In geschil is of de naheffingsaanslagen en boeten terecht (en tot de juiste bedragen) zijn opgelegd. Ten aanzien van de naheffingsaanslagen is primair in geschil of het nultarief kan worden geweigerd in verband met fraude. De Inspecteur betoogt subsidiair dat, voor wat betreft de leveringen van auto’s, waarvoor geen CMR maar een afhaalverklaring in de administratie van belanghebbende aanwezig is, het nultarief niet van toepassing is, omdat volgens de Inspecteur de toepassing van het nultarief in die gevallen niet uit boeken en bescheiden blijkt. Ten aanzien van de boeten is in geschil of sprake is van opzet of grove schuld.
4. Beoordeling van het geschil
4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 9, lid 2, aanhef en onder b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB), juncto post a.6, van de bij de Wet OB horende Tabel II, bedraagt de belasting nihil voor leveringen van goederen die worden vervoerd naar een andere lidstaat, wanneer deze goederen aldaar zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van de intracommunautaire verwerving van die goederen, mits is voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden (hierna: het nultarief).
4.2.
Post a.6 van de bij de Wet OB behorende Tabel II is gebaseerd op artikel 138 van de Btw-richtlijn. Uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) volgt dat het nultarief in beginsel niet mag worden geweigerd indien de materiële voorwaarden zijn vervuld. Deze materiële voorwaarden zijn dat de goederen naar een andere lidstaat zijn vervoerd en dat de afnemer deze als belastingplichtige (dan wel als daarmee gelijk te stellen niet-belastingplichtige rechtspersoon) heeft verworven.1.
4.3.
Het uitgangspunt dat bij voldoening aan de materiële voorwaarden het nultarief niet mag worden geweigerd, kent een uitzondering in het geval van fraude of misbruik. Het bestrijden van fraude, belastingontwijking en eventuele misbruiken is een doel dat door de Btw-richtlijn is erkend en wordt gestimuleerd.2.Volgens vaste rechtspraak van het HvJ geldt de uitzondering niet alleen wanneer de belastingplichtige zichzelf schuldig maakt aan belastingfraude, maar ook wanneer een belastingplichtige wist of had moeten weten dat de handeling waaraan hij deelnam, onderdeel was van omzetbelastingfraude door de leverancier of een andere ondernemer die in een eerder of later stadium van de toeleveringsketen actief was.3.Wanneer de belastingplichtige niet zelf de omzetbelastingfraude pleegt, kan hem het recht op het nultarief alleen worden geweigerd wanneer op basis van objectieve gegevens vaststaat dat die belastingplichtige wist of had moeten weten dat hij door zijn verkoop van de goederen of diensten waarvoor aanspraak op het nultarief wordt gemaakt, deelnam aan een keten van transacties waarin, in een eerder of later stadium, omzetbelastingfraude door een andere ondernemer werd gepleegd.4.Indien het nultarief wordt geweigerd omdat de betrokken ondernemer wist of had moeten weten dat hij deelnam aan omzetbelastingfraude in het kader van een keten van leveringen is in beginsel vereist dat wordt vastgesteld i) hoe de desbetreffende keten van leveringen was ingericht en welke plaats de betrokken ondernemer in die keten innam, ii) in welke schakel(s) van die keten omzetbelastingfraude werd gepleegd en wat die omzetbelastingfraude inhield, en iii) dat en op welke gronden geoordeeld moet worden dat die ondernemer wist of had moeten weten dat de omzetbelastingfraude plaatsvond in die keten.5.
4.4.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) heeft in de zaak R6.. als volgt overwogen:
“42 Het Hof heeft verder vastgesteld dat het sinds de afschaffing van de controle aan de grenzen tussen de lidstaten voor de belastingautoriteiten moeilijk is om te verifiëren of de goederen het grondgebied van de betrokken lidstaat al dan niet fysiek hebben verlaten. Als gevolg daarvan controleren de nationale belastingautoriteiten hoofdzakelijk aan de hand van de door de belastingplichtigen verstrekte bewijzen en verklaringen (reeds aangehaalde arresten Teleos e.a., punt 44, en Twoh International, punt 24). (…)
47 Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat R. in het hoofdgeding aanspraak heeft gemaakt op btwvrijstelling in omstandigheden waarin de geleverde goederen het Duitse grondgebied weliswaar hadden verlaten, maar de facturen en aangiften die hij ten bewijze van de intracommunautaire transacties aan de belastingautoriteiten had verstrekt, opzettelijk feitelijk onjuist waren. Volgens de verwijzende rechter heeft R. in die facturen immers de identiteit van de werkelijke kopers verborgen om deze in de gelegenheid te stellen de btw over de in Portugal verrichte intracommunautaire verwerving te ontduiken.
48 Het overleggen van valse facturen of valse verklaringen en andere manipulaties van bewijs kunnen beletten dat de belasting juist wordt geheven, waardoor de goede werking van het gemeenschappelijke btw-stelsel in het gedrang komt. Dergelijke handelingen zijn des te ernstiger wanneer zij plaatsvinden in het kader van de overgangsregeling voor de belastingheffing op intracommunautaire transacties, welke, zoals in punt 42 van dit arrest in herinnering is gebracht, functioneert op basis van de door de belastingplichtigen verstrekte bewijzen.
49 Derhalve staat het Unierecht niet eraan in de weg dat de lidstaten het opstellen van onregelmatige facturen als belastingfraude beschouwen en in dergelijke gevallen weigeren vrijstelling te verlenen (zie in die zin arrest Schmeink & Cofreth en Strobel, reeds aangehaald, punt 62, en beschikking van 3 maart 2004, Transport Service, C395/02, Jurispr. blz. I1991, punt 30).
50 De weigering tot vrijstelling bij niet-nakoming van een in het nationale recht opgenomen verplichting − in casu de verplichting tot identificatie van de afnemer voor wie de intracommunautaire levering bestemd is − heeft immers een afschrikkende werking die beoogt de doeltreffendheid van die verplichting te waarborgen en alle fraude en belastingontwijking te voorkomen (zie naar analogie met betrekking tot de inhouding van een deel van de aftrekbare btw, arrest Profaktor Kulesza, Frankowski, Jóźwiak, Orłowski, reeds aangehaald, punt 28).
51 In omstandigheden als die van het hoofdgeding kan de lidstaat van vertrek van de intracommunautaire levering op grond van zijn bevoegdheden krachtens de eerste zinsnede van artikel 28 quater, A, van de Zesde richtlijn bijgevolg weigeren vrijstelling te verlenen om een juiste en eenvoudige toepassing van de vrijstellingen te verzekeren en alle fraude, belastingontwijking en misbruik te voorkomen.
52 Met betrekking tot specifieke gevallen waarin op goede gronden kan worden aangenomen dat de intracommunautaire verwerving die volgt op de betrokken levering mogelijkerwijs ontsnapt aan de betaling van btw in de lidstaat van bestemming, ondanks de wederzijdse bijstand en de administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de betrokken lidstaten, moet de lidstaat van vertrek evenwel in beginsel weigeren vrijstelling te verlenen aan de goederenleverancier en deze verplichten de belasting achteraf te betalen, ter voorkoming dat de betrokken transactie helemaal niet wordt belast. Volgens het fundamentele beginsel van het gemeenschappelijke btw-stelsel is bij elke transactie inzake productie of distributie immers btw verschuldigd, onder aftrek van de btw waarmee de onderscheiden elementen van de prijs rechtstreeks zijn belast (zie met name reeds aangehaalde beschikking Transport Service, punten 20 en 21, en reeds aangehaalde arresten Optigen e.a., punt 54, en Collée, punt 22).
53 Wat het evenredigheidsbeginsel betreft, dient erop te worden gewezen dat dit beginsel niet eraan in de weg staat dat een leverancier die aan belastingfraude deelneemt, wordt verplicht tot betaling achteraf van de btw over de door hem verrichte intracommunautaire levering, voor zover zijn betrokkenheid bij de fraude een beslissend element is dat in aanmerking moet worden genomen bij de toetsing van de evenredigheid van een nationale maatregel.
54 Voorts wordt aan de constatering in punt 51 van dit arrest niet afgedaan door het beginsel van fiscale neutraliteit en het rechtszekerheidsbeginsel en evenmin door het vertrouwensbeginsel. Deze beginselen kunnen immers niet op goede gronden worden aangevoerd door een belastingplichtige die opzettelijk aan belastingfraude heeft deelgenomen en het functioneren van het gemeenschappelijke btw-stelsel in gevaar heeft gebracht.”
4.5.
Of een belastingplichtige had moeten weten dat de door hem verrichte transactie deel uitmaakte van een keten van transacties waarin fraude werd gepleegd, hangt volgens het Unierecht onder meer af van het antwoord op de vraag of de belastingplichtige voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Wat betreft de mate van zorgvuldigheid die in dit kader moet worden betracht, geldt dat van een marktdeelnemer mag worden verlangd dat hij alles doet wat redelijkerwijs van hem kan worden geëist om ervoor te zorgen dat hij door de handeling die hij verricht, niet betrokken raakt bij belastingfraude. Het hangt van de omstandigheden van het concrete geval af welke maatregelen de belastingplichtige in dat bepaalde geval redelijkerwijs moet nemen om ervoor te zorgen dat zijn handelingen geen deel uitmaken van fraude door een marktdeelnemer in een eerder of later stadium van de keten van transacties. Wanneer er aanwijzingen van onregelmatigheden of fraude zijn, mag van een bedachtzame marktdeelnemer worden verlangd dat hij – afhankelijk van de omstandigheden van het geval – inlichtingen inwint over een marktdeelnemer aan wie hij goederen wil verkopen, om zich te vergewissen van diens betrouwbaarheid. De belastingautoriteiten mogen echter niet eisen dat belastingplichtigen complexe en grondige controles van leveranciers en/of afnemers doorvoeren en zodoende in feite hun eigen controletaken naar hen doorschuiven. Bij vaststelling van fraude of onregelmatigheden door andere marktdeelnemers in een eerder of later stadium van de keten kunnen de belastingautoriteiten de belastingplichtige toepassing van het nultarief slechts weigeren wanneer zij aan de hand van objectieve gegevens en zonder van de desbetreffende belastingplichtige te verlangen dat hij controles uitvoert die hij niet behoeft uit te voeren, aantonen dat de belastingplichtige wist of had moeten weten dat deze handelingen deel uitmaakten van omzetbelastingfraude.7.
4.6.
Wat betreft de mate van oplettendheid die vereist mag worden van de belastingplichtige heeft het HvJ voor wat betreft het recht op aftrek van voorbelasting geoordeeld dat marktdeelnemers die alles doen wat redelijkerwijs van hen kan worden verlangd om ervoor te zorgen dat hun handelingen geen onderdeel vormen van een fraudeketen, ongeacht of het omzetbelastingfraude dan wel andere vormen van fraude betreft, moeten kunnen vertrouwen op de rechtmatigheid van deze handelingen zonder het risico te lopen hun recht op aftrek van voorbelasting te verliezen, en dat het voornamelijk van de omstandigheden van het concrete geval afhangt welke maatregelen in een bepaald geval redelijkerwijs kunnen worden verlangd van een belastingplichtige.8.
4.7.
De bewijslast van het primaire standpunt van de Inspecteur rust op de Inspecteur. Naar het oordeel van het Hof heeft de Inspecteur aan deze bewijslast voldaan, en overweegt daartoe als volgt.
Fraude
4.8.
Volgens het exportproces van belanghebbende (zie 2.7) is het belanghebbende die alle CMR’s invult die meegaan met de geleverde auto’s. Belanghebbende is ook degene die de vervoersverklaringen in het Nederlands opstelt. De kopieën van CMR’s en afhaalverklaringen die zich in belanghebbendes administratie bevinden, vermelden alle als plaats van bestemming het adres van de entiteit genoemd in 2.6. die op de CMR of afhaalverklaring staat vermeld als afnemer van de auto’s, zijnde Roemenië, Hongarije, Slowakije en Kroatië. Belanghebbende heeft niet gecontroleerd of de auto’s daadwerkelijk in die landen zijn aangekomen. De Inspecteur heeft onderzoek gedaan naar het vervoer van de door belanghebbende geleverde auto’s (zie 2.9. en 2.10.). Belanghebbende heeft de gemotiveerde stelling van de Inspecteur dat de auto’s vanuit Nederland naar Berlijn zijn gebracht, en zijn afgeleverd in straten waar de in 2.20. bedoelde automarkt werd gehouden, zoals de [adres5] , niet, althans onvoldoende, bestreden. Dit vervoer naar Berlijn wordt ook bevestigd door de verklaringen van de transporteurs (zie 2.10.). Het Hof gaat daarom ervan uit dat de auto’s naar Berlijn zijn vervoerd. Wel heeft belanghebbende verklaard dat zij geen weet had van het feit dat de auto’s werden vervoerd naar Berlijn. Het Hof acht deze verklaring van belanghebbende ongeloofwaardig. Uit (onder meer) 2.10.1. blijkt dat belanghebbende ten aanzien van de daar ter sprake zijnde transporten de CMR’s invulde met als plaats van bestemming Hongarije en de chauffeurs vervolgens dirigeerde – in afwijking daarvan – naar Berlijn te rijden met de auto’s. Een andere chauffeur, die zich ervan bewust was dat hij de auto’s in Berlijn moest afleveren, en dit vast had ingevuld op de CMR met nummer BP [nummer2] , heeft verklaard dat belanghebbende de plaats van bestemming heeft veranderd (zie 2.10.4 ); dit terwijl de auto wel in Berlijn is afgeleverd. Uit de foto van deze CMR – in samenhang met deze verklaring – blijkt dat belanghebbende op dit formulier Berlijn heeft veranderd in Kastel Stari, Kroatië (zie 2.9). Uit het app verkeer van (de bestuurder en werknemers van) belanghebbende volgen veelvuldige contacten met (jongens uit) Berlijn gedurende een aantal jaren (zie 2.12). Ook uit het onderzochte telefoonverkeer (zie 2.12) blijken vele telefoongesprekken met Duitsland, en nauwelijks met andere landen. En dit terwijl volgens de financiële administratie van belanghebbende in die periode geen auto’s werden geleverd aan Duitse afnemers. Daar komt nog bij dat belanghebbende, alhoewel daarvoor na de tweede zitting in de gelegenheid te zijn gesteld, geen enkele vorm van communicatie (telefoontjes, appjes, e-mails, agenda afspraken enz.) heeft kunnen overleggen tussen belanghebbende en de entiteiten genoemd in 2.6 (zie ook hierna onder 4.12 tot en met 4.14). Dit alles maakt dat belanghebbende naar het oordeel van het Hof wist dat de bestemming van de auto’s Berlijn was, en dus niet de adressen van de vestigingen in Roemenië, Slowakije, Hongarije of Kroatië van de entiteiten van 2.6. Desondanks heeft belanghebbende bewust in haar administratie vermeld dat de door haar verkochte auto’s zijn vervoerd naar de vestigingsadressen van de entiteiten genoemd in 2.6.
4.9.
Zoals in de zaak R. is overwogen, is het sinds de afschaffing van de controle aan de grenzen tussen de lidstaten voor de belastingautoriteiten moeilijk te verifiëren of de goederen het grondgebied van de betrokken lidstaat al dan niet fysiek hebben verlaten en controleren de nationale belastingautoriteiten hoofdzakelijk aan de hand van de door de belastingplichtigen verstrekte bewijzen en verklaringen. Het overleggen van valse verklaringen en andere manipulaties van bewijs kan beletten dat de belasting juist wordt geheven. Het Unierecht staat er niet aan in de weg dat de lidstaten dit als belastingfraude beschouwen en in dergelijke gevallen weigeren vrijstelling (in Nederland: het nultarief) te verlenen. Door het handelen van belanghebbende heeft zij opzettelijk bewijs gemanipuleerd en valse verklaringen gegeven en daarmee de bestemming van de auto’s verhuld. Daarmee heeft zij zich naar oordeel van het Hof schuldig gemaakt aan fraude.
Geen bedachtzame marktdeelnemer
4.10.
Het Hof is van oordeel dat de conclusie dat belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan fraude door bewust de bestemming van de auto’s te verhullen uitsluit dat belanghebbende kan worden aangemerkt als een bedachtzame marktdeelnemer.
4.11.
Voor zover uit het feit dat belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan fraude niet de conclusie kan worden getrokken dat belanghebbende geen bedachtzame marktdeelnemer is, overweegt het Hof als volgt.
4.12.
Belanghebbende stelt dat zij is aan te merken als een bedachtzame marktdeelnemer. Volgens de door belanghebbende in haar administratie bewaarde facturen, heeft zij de auto’s geleverd aan de in 2.6. genoemde entiteiten. Zij heeft, zo geeft belanghebbende aan, van deze entiteiten het btwidentificatienummer geverifieerd, een kopie ID bewijs van de bestuurder van de entiteit en een kopie van een uittreksel van de Kamer van Koophandel uit het desbetreffende land in haar administratie bewaard. Belanghebbende heeft verklaard dat zij de eerste keer altijd bezocht werd door de directeur van de 'nieuwe' afnemer, die dan een kopie van zijn identificatiebewijs overlegde en een uittreksel van de Kamer van Koophandel. Hij verstrekte volgens belanghebbende daarbij ook zijn btw-identificatienummer, dat vervolgens door belanghebbende werd gecontroleerd. De directeur kwam volgens belanghebbende samen met een werknemer op bezoek. Deze werknemer zou dan in de toekomst de auto's gaan inkopen namens het bedrijf. Belanghebbende heeft aangevoerd dat de in het dossier naar voren gekomen namen in de contactenlijsten, chatgesprekken, en documenten in 2.12. t/m 2.17. partijen zijn die hebben bemiddeld bij haar verkooptransacties.
4.13.
De Inspecteur betwist de lezing van belanghebbende en stelt dat de in de administratie opgenomen kopieën van de identiteitsbewijzen sterke overeenkomsten vertonen met exemplaren die hij heeft aangetroffen bij andere Nederlandse autohandelaren (welke exemplaren door de Inspecteur in de procedure zijn ingebracht). Hij concludeert hieruit dat belanghebbende de identiteitsbewijzen niet zelf heeft gekopieerd, maar van iemand anders heeft gekregen. Verder constateert hij dat van de ‘werknemers’ die de auto’s kwamen kopen geen gegevens werden vastgelegd. Voorts heeft hij gewezen op de in 2.16. en 2.17. per e-mail toegestuurde bedrijfsgegevens van [naam13] KFT en [naam12] KFT, die in ieder geval niet afkomstig waren van de directeur of bestuurder van de desbetreffende entiteit. Daarnaast heeft de Inspecteur aangevoerd dat de identiteit van de personen met wie handel werd gedreven – dat wil zeggen degene die de auto’s van belanghebbende hebben gekocht, en degenen die voor de leveringen van de auto’s contant hebben betaald – enkel met ‘bijnamen’ in de administratie van belanghebbende zijn aangeduid (zie 2.13. t/m 2/15.). Voor alle entiteiten uit 2.6. heeft de Inspecteur betwist dat belanghebbende contact heeft gehad met (rechtmatige) vertegenwoordigers van die entiteiten.
4.14.
Het Hof heeft – ter zitting van 12 januari 2022 – belanghebbende de informatie over de identiteit van diens afnemers, die zich in het dossier bevindt, voorgehouden en belanghebbende in de gelegenheid gesteld nader bewijs bij te brengen van de identiteit en de rol van de onder 2.12 tot en met 2.17 genoemde bemiddelaars in de jaren 2014 tot en met juni 2016 en om objectieve gegevens betreffende de contacten die belanghebbende met de entiteiten genoemd in 2.6 zegt te hebben gehad (bijvoorbeeld commerciële bescheiden, afspraakbevestigingen, bewijzen waaruit blijkt wie de betaling heeft verricht, communicatie met deze entiteiten, zoals telefoongesprekken, apps, e-mails enz.) aan te leveren. Belanghebbende heeft naar aanleiding daarvan onder meer het onder 2.18 opgenomen overzicht verstrekt en onderdelen uit haar administratie ingebracht. Het Hof constateert dat belanghebbende daarmee geen enkel objectief gegeven heeft overgelegd ter onderbouwing van de door haar gestelde contacten met de onder 2.6 genoemde entiteiten. Het Hof is van oordeel dat belanghebbendes stelling dat zij zelf de identiteit van haar afnemers heeft geverifieerd en vastgelegd en dat regelmatig sprake was van contact met de gestelde afnemers ongeloofwaardig is. Van enig daadwerkelijk contact met de door haar gestelde afnemers ontbreekt iedere onderbouwing met objectieve gegevens. Ook van belanghebbendes stelling dat de ‘bemiddelaars’ bevoegd zouden zijn om namens deze bedrijven te bemiddelen ontbreekt ieder objectief gegeven, zodat ook die stelling van belanghebbende door het Hof niet als geloofwaardig wordt gezien.
4.15.
Het Hof constateert verder dat de facturen zijn opgesteld in de Nederlandse taal. Volgens het door belanghebbende gevolgde exportproces zijn deze facturen niet aan de entiteiten uit 2.6. verzonden, maar werden deze meegegeven aan de klanten die voor de auto’s contant kwamen betalen (zie 2.7.). Uit 2.8. volgt dat de entiteiten onder 2.6. geen van allen intracommunautaire verwervingen ten aanzien van leveringen door belanghebbende hebben aangegeven. Voorts ontbreekt in het commerciële dossier van belanghebbende, naast de kopieën van het identiteitsbewijs van de directeur of de eigenaar van de in 2.6. genoemde entiteiten, en kopieën van de uittreksels van de kamer van koophandel uit het desbetreffende land waarop de bedrijfsgegevens zijn vermeld, ieder spoor van communicatie met de entiteiten uit 2.6. Ook zijn alle leveringen contant betaald en legde belanghebbende de identiteit van degene die de gekochte auto’s kwam ophalen en betalen niet vast. Dat, in samenhang met de communicatie en vastleggingen die bij belanghebbende wel zijn aangetroffen (zie 2.12. t/m 2.17.), leidt het Hof tot het oordeel dat belanghebbende geen inlichtingen heeft ingewonnen ten aanzien van haar afnemers om zich te vergewissen van hun betrouwbaarheid. Doordat zij de identiteit van haar kopers niet heeft vastgesteld, noch heeft geverifieerd of zij bevoegd waren namens de entiteiten uit 2.6. op te treden, heeft zij facturen uitgereikt aan entiteiten die niet aan hun btw-verplichtingen hebben voldaan. Aldus heeft belanghebbende – op zijn minst - niet gehandeld met de nodige zorgvuldigheid die in dit kader van een marktdeelnemer mag worden verlangd (zie 4.5.). Dat heeft tot gevolg dat aan belanghebbende door haar handelwijze in ieder geval niet de bescherming toekomt die wordt toegekend aan een ondernemer die te goeder trouw handelt en alles doet wat redelijkerwijs kan worden verlangd om te zorgen dat hij door de handelingen die hij verricht niet betrokken geraakt bij belastingfraude. Daarbij komt dat de btw-identificatienummers van de entiteiten uit 2.6 slechts voor beperkte duur geldig zijn geweest (zie 2.6.1), hetgeen kenmerkend is voor katvangers en ploffers in een leveringsketen. Uit belanghebbendes gegevens volgt dat, als een btw-identificatienummer van een entiteit uit 2.6 niet langer geldig was, belanghebbende haar leveringen, die tot stand kwamen via dezelfde contactpersoon, aan een andere entiteit uit 2.6 ging factureren. Zo had belanghebbende bijvoorbeeld in 2015 al contact met [naam62] (zie 2.12.1), en werden de auto’s waarvoor [naam62] kennelijk langskwam in eerste instantie gefactureerd aan [naam11] KFT en later aan [naam16] 2016 KFT (zie 2.13, 2.14, 2.15 en 2.18). Door te handelen zoals belanghebbende heeft gedaan, is de identiteit van haar afnemers verborgen gebleven.
Mogelijkerwijs ontsnappen aan betaling omzetbelasting
4.16.
Het Hof is van oordeel dat in onderhavige zaak op goede gronden kan worden aangenomen dat de intracommunautaire verwervingen die volgen op de leveringen van belanghebbende, die zij heeft gefactureerd aan de in 2.6. genoemde entiteiten, mogelijkerwijs ontsnappen aan de betaling van omzetbelasting in de lidstaat van bestemming, ondanks de wederzijdse bijstand en de administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten van de betrokken lidstaten. Voor de leveringen van auto’s die door belanghebbende zijn gefactureerd aan de in 2.6 genoemde entiteiten staat immers vast dat er door deze entiteiten geen (op de levering volgende) verwervingen zijn aangegeven in hun vestigingsland. Nu de auto’s, anders dan de boeken en bescheiden (opzettelijk) doen geloven, naar Berlijn gaan, acht het Hof aannemelijk dat in Duitsland deze verwervingen niet worden aangegeven. Een ander doel wordt niet gediend met het opzettelijk verhullen van de bestemming van de auto’s. Vorenstaande rechtvaardigt de conclusie dat de intracommunautaire verwervingen van de auto’s mogelijkerwijs ontsnappen aan de betaling van omzetbelasting.
4.17.
Voor zover belanghebbende betoogt dat de Inspecteur de fraude niet per transactie heeft aangetoond of dat er over 2014 en 2015 zou zijn nageheven over leveringen die zijn gefactureerd aan andere personen of entiteiten dan die genoemd onder 2.6., wijst het Hof deze beroepsgrond af. Naar het oordeel van het Hof staat – gelet op hetgeen is overwogen onder 4.6. – voor alle leveringen van auto’s die door belanghebbende zijn gefactureerd aan de in 2.6. genoemde entiteiten vast dat deze auto’s, in tegenspraak met de boeken en bescheiden, zijn vervoerd naar Duitsland en dat er door deze entiteiten geen (op de levering volgende) verwervingen zijn aangegeven in hun vestigingsland, en dient – op basis van het vorenstaande – te worden aangenomen dat de verwervingen die volgen op de leveringen door belanghebbende mogelijkerwijs aan betaling van btw zijn ontsnapt. Aan belanghebbende moet worden toegegeven dat het boekenonderzoek over 2014 en de eerste helft van 2015 in eerste instantie is ingestoken in de vorm van een (gulden) steekproef, waardoor voor deze jaren in eerste instantie slechts een gedeelte van de transacties zijn bekeken, maar daar staat tegenover dat in de uitwisselingsverzoeken van 4.8. deze beperking niet is aangebracht. Voorts is in kaart gebracht voor welke bedragen belanghebbende listings heeft ingediend naar de btwidentificatienummers van deze entiteiten (zie 2.6.), en is vastgesteld dat hierover geen verwervingen zijn aangegeven (zie 2.8.). De omzetbelastingbedragen die zijn nageheven over 2014 en de eerste helft van 2015 zijn lager dan deze door belanghebbende geliste bedragen naar de in 2.6. genoemde entiteiten.
4.18.
Belanghebbende heeft nog aangevoerd dat het weigeren van toepassing van het nultarief zonder dat er een grondslag is in de Nederlandse wetgeving een straf is in de zin van artikel 7 EVRM, en dat daaraan geen wettelijke basis ten grondslag ligt. Deze beroepsgrond faalt. De weigering van de toepassing van het nultarief in geval van betrokkenheid van de belastingplichtige bij fraude vormt geen straf in de zin van artikel 7 van het EVRM.9.Aan de hand van objectieve gegevens is immers komen vast te staan dat belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan fraude, en door het verhullen van de bestemming van de auto’s zijn belanghebbendes afnemers in de gelegenheid gesteld geen btw aan te geven terzake van de intracommunautaire verwerving die volgt op de intracommunautaire levering door belanghebbende. In een dergelijke situatie dient volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie het nultarief te worden geweigerd, ook indien aan de wettelijke voorwaarden voor toepassing van het nultarief zou zijn voldaan. Dit geldt zelfs indien een nationale wet niet in een dergelijke weigering voorziet. Er is een (Unierechtelijke) grondslag voor de weigering van nultarief in dit geval. Dat het niet de Nederlandse schatkist is die omzetbelasting is misgelopen, doet aan het vorenstaande niet af. Van schending van het beginsel van fiscale neutraliteit, het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel is in casu geen sprake. Deze beginselen kunnen immers niet op goede gronden worden aangevoerd door een belastingplichtige die opzettelijk vervoersdocumenten valselijk opmaakt en daarmee het functioneren van het gemeenschappelijke omzetbelastingstelsel in gevaar heeft gebracht.10.
4.19.
Het Hof is gelet op het vorenstaande van oordeel dat de Inspecteur terecht het nultarief heeft geweigerd.
4.20.
De overige grieven van belanghebbende ten aanzien van de opgelegde naheffingsaanslagen kunnen niet tot een ander oordeel leiden.
4.21.
Gelet op het vorenstaande behoeft de subsidiaire stelling van de Inspecteur geen behandeling meer.
Belastingrente
4.22.
Het hoger beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de belastingrente. Belanghebbende heeft hiertegen geen zelfstandige grieven aangevoerd. Het hoger beroep slaagt ook niet op dit punt.
De vergrijpboetes
4.23.
De Inspecteur heeft op basis van artikel 67f van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen en de paragrafen 25 en 28 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst boetes aan belanghebbende opgelegd wegens (voorwaardelijke) opzet in verband met de toepassing van het nultarief. Voor de tijdvakken 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 en 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2015 bedragen de twee vergrijpboetes (na matiging door de Rechtbank) elk € 45.000 en over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2016 (na matiging door de Rechtbank) bedraagt de vergrijpboete € 195.000. Subsidiair is volgens de Inspecteur sprake van grove schuld.
4.24.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de opgelegde vergrijpboetes niet in stand kunnen blijven, omdat belanghebbende geen wetenschap had en ook niet had moeten hebben van de fraude, dan wel gehalveerd dienen te worden omdat zij er op mocht vertrouwen dat de waarborgen die zij in haar administratie en werkwijze had verdisconteerd vielen onder de ‘bedachtzame marktdeelnemer’.
4.25.
Het Hof is van oordeel dat de door de Inspecteur aangedragen feiten en omstandigheden overtuigend aantonen dat de onjuiste aangiften te wijten zijn aan opzet van belanghebbende. Zij heeft de vervoersdocumenten die zich in haar administratie bevinden willens en wetens frauduleus opgemaakt door daarop opzettelijk onjuiste bestemmingsgegevens te vermelden. Door haar handelen heeft belanghebbende actief meegewerkt aan een structuur waarin haar afnemers in de gelegenheid zijn gesteld geen btw aan te geven terzake van de intracommunautaire verwerving die volgt op de intracommunautaire levering in de lidstaat van bestemming. Daarmee heeft zij het functioneren van het gemeenschappelijk btw-stelsel in gevaar gebracht.
4.26.
Het Hof ziet aanleiding de boetebeschikkingen verder te verminderen wegens overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM. De redelijke termijn is aangevangen op 2 juni 2017, aangezien dit de dag is waarop het opleggen van de boetebeschikkingen is aangekondigd. Het Hof doet uitspraak op 29 november 2022. Sinds de aankondiging van de boetebeschikkingen is, afgerond, vijf jaar en zes maanden verstreken. Het Hof stelt vast dat hiermee de redelijke termijn voor behandeling in bezwaar, beroep en hoger beroep van in totaal vier jaar met één jaar en zes maanden is overschreden. Dit leidt – per boetebeschikking - tot een vermindering met 15%, met een maximum van € 10.000. Deze vermindering wordt toegepast op de boetebedragen exclusief de vermindering die de Rechtbank heeft berekend als gevolg van de overschrijding van de redelijke termijn in de beroepsfase. Na toepassing van deze vermindering door het Hof bedragen de boetebeschikkingen: € 40.000 (voor 2014), € 40.000 (voor het eerste halfjaar 2015) en € 190.000 (voor het eerste halfjaar 2016).
Vergoeding immateriële schade
4.27.
Voor de berechting van een zaak in hoger beroep geldt als uitgangspunt dat het Hof uitspraak doet binnen twee jaar nadat het hoger beroep is ingesteld. Het Hof stelt vast dat het hoger beroep is ingesteld op 15 mei 2020 en de redelijke termijn in deze procedure is overschreden, en heeft geen aanknopingspunten gevonden voor bijzondere omstandigheden die aanleiding geven voor een beperking van de schadevergoeding. Als uitgangspunt geldt dat voor de schadevergoeding een tarief wordt gehanteerd van € 500 per half jaar waarmee die termijn is overschreden. Het totaal van de overschrijding wordt naar boven afgerond. Het Hof stelt vast dat de overschrijding van (afgerond) een jaar reden vormt voor een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 1.000, waartoe de Minister wordt veroordeeld.
Slotsom Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep gegrond.
5. Griffierecht en proceskosten
Nu het Hof het hoger beroep gegrond verklaart, dient de Inspecteur aan belanghebbende het in hoger beroep betaalde griffierecht te vergoeden.
Het Hof ziet aanleiding de Inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende voor de behandeling van het hoger beroep heeft moeten maken.
Het Hof stelt de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het hoger beroep heeft moeten maken overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op 4 punten (hogerberoepschrift, bijwonen zitting, twee keer schriftelijke inlichtingen en bijwonen twee nadere zittingen) wegingsfactor 1 € 759, ofwel in totaal op € 3.036.
6. Beslissing
Het Hof:
– verklaart het hoger beroep gegrond,
– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover het betreft de beslissingen omtrent de omvang van de vermindering van de boetes wegens overschrijding van de redelijke termijn,
– stelt de boetebeschikkingen vast op € 40.000 (voor 2014), € 40.000 (voor het eerste halfjaar 2015) en € 190.000 (voor het eerste halfjaar 2016),
– bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor het overige,
– veroordeelt de Minister in de door belanghebbende geleden immateriële schade tot een bedrag van € 1.000,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten in hoger beroep van belanghebbende tot een bedrag van € 3.036,
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 532 in verband met het hoger beroep bij het Hof.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Harthoorn, voorzitter, mr. A.E. Keulemans en mr. T. Tanghe, in tegenwoordigheid van drs. S. Darwinkel als griffier.
De beslissing is op 29 november 2022 in het openbaar uitgesproken.
De griffier, De voorzitter,
(S. Darwinkel) (M. Harthoorn)
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op 30 november 2022.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 29‑11‑2022
Zie bijvoorbeeld: HvJ 6 september 2012, Mecksek-Gabona, C273/11, ECLI:EU:C:2012:547, punt 47.
HvJ 18 december 2014, Italmoda, C131/13, C-163/13 en C-164/13, ECLI:EU:C:2014:2455, p. 49 en 50; HvJ 6 juli 2006, Kittel en Recolta Recycling, C-439/04 en C-440/04, ECLI:EU:C:2006:446, punten 45, 46, 56 en 6; HvJ 6 december 2012, Bonik, C-285/11, ECLI:EU:C:2012:774, punten 3840.
HvJ 3 september 2020, Vikingo Fővállalkozó Kft., C-610/19, ECLI:EU:C:2020:673, punten 53.
HR 19 januari 2018, nr. 16/06245, ECLI:NL:HR:2018:51.
HvJ 7 december 2010, R, C-285/09, ECLI:EU:C:2010:742.
HvJ 3 september 2020, Vikingo Fővállalkozó Kft., C-610/19, ECLI:EU:C:2020:673, punten 54 tot en met 58, en de aldaar aangehaalde rechtspraak.
HvJ 21 juni 2012, Mahagében en Dávid, C80/11 en C142/11, ECLI:EU:C:2012:373, punten 53 en 59 en HvJ 22 oktober 2015, PPUH Stehcemp, C277/14, ECLI:EU:C:2015:719, punt 51.
HvJ 18 december 2014, Italmoda, gevoegde zaken C-131/13, C163/13 en C-164/13, ECLI:EU:C:2014:2455, punten 53-61.
HvJ 7 december 2010, R., C-285/09, ECLI:EU:C:2010:742, p. 54.