Einde inhoudsopgave
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
§ 28 Vergrijpboete aangiftebelasting naheffing artikel 67f van de AWR
Geldend
Geldend vanaf 02-06-2023
- Bronpublicatie:
17-05-2023, Stcrt. 2023, 15037 (uitgifte: 01-06-2023, regelingnummer: 2023-110608)
- Inwerkingtreding
02-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2023, Stcrt. 2023, 15037 (uitgifte: 01-06-2023, regelingnummer: 2023-110608)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1
Indien het aan opzet of grove schuld van de belanghebbende is te wijten dat de belasting niet of gedeeltelijk niet is betaald, legt de inspecteur de vergrijpboete op, gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag.
2
Worden de feiten en omstandigheden op grond waarvan wordt nageheven eerst bekend op of na het tijdstip dat is gelegen zes maanden voor het verstrijken van de naheffingstermijn, dan kan de inspecteur binnen zes maanden na de vaststelling van de naheffingsaanslag nog een vergrijpboete opleggen. In dat geval deelt de inspecteur de belanghebbende gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag mee dat nog onderzoek plaatsvindt of het opleggen van een vergrijpboete gerechtvaardigd is.
3
Indien het aan opzet of grove schuld van de belanghebbende is te wijten dat de belasting (gedeeltelijk) niet binnen de termijn is betaald, legt de inspecteur de vergrijpboete op bij een afzonderlijke beschikking.
4
Paragraaf 24, derde en zesde lid, van dit besluit is van overeenkomstige toepassing.
5
Bij onjuiste en onvolledige kilometeradministraties is vaak sprake van manipulatie, een bepaalde vorm van listigheid dan wel valsheid in geschrifte. Het is een ernstige zaak als de inspecteur door de onjuistheid of onvolledigheid van de overgelegde kilometeradministratie wordt misleid en daardoor ten onrechte accepteert dat geen sprake is van (belastbaar) privégebruik. Dit is zeer verwijtbaar en daarom is in beginsel een hogere standaardboete van toepassing dan de standaardboete bij andere correcties. Uitgaande van die hogere boeten dient de inspecteur echter wel steeds te beoordelen of de feiten in de betreffende zaak voldoende ernstig zijn om ook in die zaak een dergelijke hogere boete op te leggen.
6
Wordt een vergrijpboete opgelegd omdat de bijtelling in verband met het ‘privégebruik auto’ (deels) ten onrechte niet heeft plaatsgevonden dan legt de inspecteur een vergrijpboete op van 40 procent in geval van grove schuld en 80 procent in geval van opzet.
7
In afwijking van het vorige lid legt de inspecteur een vergrijpboete op van 100 procent als belanghebbende een onjuiste of onvolledige rittenregistratie heeft overgelegd.