Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2022–2027
5.1.3 Regelingen voor exploitatiesteun
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
54
Regelingen voor exploitatiesteun bevorderen de ontwikkeling van steungebieden alleen indien de uitdagingen waarvoor deze gebieden staan, vooraf duidelijk zijn vastgesteld. De obstakels bij het aantrekken of behouden van economische activiteiten kunnen zo zwaar of zozeer van blijvende aard zijn dat investeringssteun op zich niet voldoende is om de ontwikkeling van die gebieden mogelijk te maken.
55
Wat betreft steun om bepaalde specifieke moeilijkheden voor kmo's in steungebieden onder a) te verminderen, moeten de lidstaten het bestaan en de omvang van die specifieke moeilijkheden aantonen en aantonen dat een regeling voor exploitatiesteun nodig is omdat die specifieke moeilijkheden niet kunnen worden overwonnen met investeringssteun.
56
Wat betreft exploitatiesteun ter compensatie van specifieke aanvullende kosten in de ultraperifere gebieden, worden de soorten permanente beperkingen die de ontwikkeling van de ultraperifere gebieden ernstig schaden, vermeld in artikel 349 van het Verdrag. Daarbij gaat het om de grote afstand, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, een moeilijk reliëf en klimaat, en de economische afhankelijkheid van enkele producten. Lidstaten moeten de specifieke bijkomende kosten aangeven die verband houden met deze blijvende beperkingen die de regeling voor exploitatiesteun bedoelt te compenseren.
57
Wat betreft exploitatiesteun om de ontvolking in dun- en zeer dunbevolkte gebieden te voorkomen of af te remmen, moeten de lidstaten aantonen dat er een risico op ontvolking van het betrokken gebied bestaat als de exploitatiesteun niet wordt verleend.