Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2022–2027
Bijlage V Te verschaffen informatie bij het aanmelden van een regionalesteunkaart
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2021, PbEU 2021, C 153 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2021/C 153/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
(1)
Lidstaten moeten, in voorkomend geval, informatie verschaffen voor elk van de volgende categorieën gebieden die worden voorgesteld om als steungebied te worden aangewezen:
- —
steungebieden onder a);
- —
voormalige steungebieden onder a);
- —
dunbevolkte gebieden;
- —
zeer dunbevolkte gebieden;
- —
gebieden die voor steun uit het Fonds voor een rechtvaardige transitie in aanmerking komen als bedoeld in deel 7.4.4;
- —
steungebieden waar de bevolking afneemt als bedoeld in deel 7.4.5;
- —
niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), aangewezen op basis van criterium 1;
- —
niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), aangewezen op basis van criterium 2;
- —
niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), aangewezen op basis van criterium 3;
- —
niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), aangewezen op basis van criterium 4;
- —
niet vooraf vastliggende steungebieden onder c), aangewezen op basis van criterium 5.
(2)
Voor elke categorie moeten lidstaten de volgende informatie verschaffen voor elk voorgesteld gebied:
- —
identificatie van het gebied (aan de hand van de NUTS 2- of NUTS 3-regiocode van het gebied, de LBE-code van de gebieden die het aangrenzende gebied vormen of andere officiële benamingen van de betrokken bestuurlijke eenheden);
- —
de voorgestelde steunintensiteit in het gebied voor de periode 2022–2027 of, voor voormalige steungebieden onder a), voor de periode 2022–2024 en de periode 2025–2027 (waarbij, in voorkomend geval, een eventuele verhoging van de steunintensiteit op grond van de punten 180, 181, 183 of 184, 185 en 186 wordt vermeld);
- —
de totale ingezeten bevolking van het gebied, zoals vermeld in punt 177.
(3)
Voor het aanwijzen van dunbevolkte en zeer dunbevolkte gebieden moeten lidstaten afdoende bewijzen leveren dat aan de toepasselijke voorwaarden van punt 169 is voldaan.
(4)
Voor niet vooraf vastliggende gebieden die zijn aangewezen op basis van de criteria 1 tot en met 5, moeten lidstaten afdoende bewijzen leveren dat aan alle toepasselijke voorwaarden van de punten 175, 176 en 177 is voldaan.