De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/6.4.4.5.3:6.4.4.5.3 Onvoldoende verhaal
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/6.4.4.5.3
6.4.4.5.3 Onvoldoende verhaal
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS377902:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. Van Rossem/Cleveringa 1972, p. 1276; Van Mierlo (Burgerlijke Rechtsvordering), art. 611a Rv, aant. 2; Ronse 1961, p. 107 e.v.; Gisolf 1993, p. 132.
In een verstekzaak zal hieromtrent onvoldoende inzicht kunnen worden verkregen en dient de oplegging van dwangsommen mijns inziens over het algemeen achterwege te blijven.
Van Opstall 1961, p. 134 en Van Opstall 1972, p. 473.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met de vaststelling dat een dwangsomveroordeling alleen toelaatbaar zal worden geacht indien het bestaan van betalingsonmacht aan de zijde van de debiteur niet aannemelijk wordt gemaakt, is een tweede argument voor handhaving van het verbod van tafel. De stelling, dat een debiteur van een veroordeling tot betaling van een som geld waarschijnlijk ook voor de dwangsomveroordeling geen verhaal zal bieden, indien hij de hoofdveroordeling onbetaald laat,1 gaat immers in dat geval niet op. Het is niet gezegd dat een debiteur die niet wil betalen daartoe ook niet in staat zou zijn. De manier waarop de rechter reeds van aanvang af is omgesprongen met de ruime beoordelingsvrijheid die de wettelijke regeling hem laat, geeft wel aan dat eveneens aan zijn oordeel zal kunnen worden overgelaten of aan de wanbetaling door de debiteur uitsluitend zijn onwil of onverschilligheid ten grondslag ligt, dan wel of deze uit onmacht voortkomt, in welk laatste geval oplegging van een dwangsomveroordeling achterwege behoort te blijven.2 Van Opstall, hoewel eveneens van oordeel dat de rechter hier de nodige vrijheid wel het hoofd zou kunnen bieden, heeft eens voorgesteld desnoods een daartoe strekkende bepaling in de wet op te nemen.3