O.m. Kamerstukken II, 2011-2012, 33348, nr. 3 p. 186, Basisverordening 338/97, considerans (3).
Hof Arnhem-Leeuwarden, 18-01-2017, nr. 21-003541-15
ECLI:NL:GHARL:2017:336, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
18-01-2017
- Zaaknummer
21-003541-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2017:336, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 18‑01‑2017; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:4228, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:827, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 18‑01‑2017
Inhoudsindicatie
Het hof veroordeelt verdachte voor (onder meer) grootschalige illegale dierenhandel - in het bijzonder handel in vogels en katachtigen - binnen een criminele organisatie tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk (met aftrek van voorarrest), een voorwaardelijk beroepsverbod van één jaar, twee geldboetes van 500 euro en tot betaling van een eerder voorwaardelijk opgelegde geldboete van 10.000 euro.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003541-15
Uitspraak d.d.: 18 januari 2017
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 11 juni 2015 met parketnummer 16-997015-11 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 22-004108-07, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1961] ,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 30 maart 2016, 9 november 2016, 23 november 2016 en 30 november 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N. Wouters, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing, kwalificatie en strafoplegging komt en daarom opnieuw recht doen.
De tenlastegelegde feiten
De tenlastelegging is ter terechtzitting in hoger beroep gewijzigd.
De tekst van de volledige tenlastelegging (zoals deze luidt na de wijziging) is als bijlage aan dit arrest gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 januari 2010 tot 12 november 2012 heeft gehandeld in strijd met artikel 13 van de Flora- en faunawet door al dan niet opzettelijk en samen met anderen beschermde diersoorten te bezitten, te vervoeren, ze binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen en ermee te handelen;
ten aanzien van feit 2:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 heeft gehandeld in strijd met artikel 81 van de Flora- en faunawet door zich niet te houden aan de regels over het voeren van een administratie met betrekking tot het onder zich hebben, ontvangen, verkopen, ten verkoop voorradig of voorhanden hebben en afleveren van dieren;
ten aanzien van feit 3, primair:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 heeft gehandeld in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren door al dan niet opzettelijk en samen met anderen dieren in Nederland te brengen, terwijl die dieren vanuit een derde land en via Nederland voor het eerst in de gebieden zijn gebracht waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is;
ten aanzien van feit 3, subsidiair:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 heeft gehandeld in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren door al dan niet opzettelijk en samen met anderen vogels in Nederland te brengen, terwijl die vogels zijn verzonden vanuit een lidstaat of een andere staat die partij is bij het EER-Verdrag, dan wel vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat in Nederland zijn gebracht, welke vogels bestemd zijn voor Nederland, een lidstaat of een andere staat die partij is bij het EER-Verdrag;
ten aanzien van feit 3, meer subsidiair: zich in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 al dan niet samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van meerdere vogels;
ten aanzien van feit 4:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 heeft gehandeld in strijd met artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren door al dan niet opzettelijk en samen met anderen als houder van dieren, terwijl hij wist/kon vermoeden dat door zijn handelen/nalaten een besmetting met/verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt, dat handelen niet achterwege heeft gelaten, dan wel niet alle maatregelen heeft genomen om zo’n besmetting of verspreiding te voorkomen;
ten aanzien van feit 5:
zich in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 al dan niet samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door geslachtsbepalings-documenten, leveranciersverklaringen van oorsprong en facturen vals op te maken of
te vervalsen;
ten aanzien van feit 6:
zich in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk gebruikmaken van valse of vervalste Europees Gemeenschappelijke Veterinaire Documenten van binnenkomst;
ten aanzien van feit 7:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie;
ten aanzien van feit 8:
in de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012 al dan niet samen met anderen
A: zonder redelijk doel/met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij dieren pijn/letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid/het welzijn van die dieren heeft benadeeld;B: als houder van dieren aan die dieren de nodige verzorging heeft onthouden;
ten aanzien van feit 9:
in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 augustus 2013 al dan niet samen met anderen
A: zonder redelijk doel/met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij dieren pijn/letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid/het welzijn van die dieren heeft benadeeld;B: als houder van dieren aan die dieren de nodige verzorging heeft onthouden.
De tekst van de tenlastelegging zal hierna per feit worden weergegeven.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is bepleit dat het openbaar ministerie op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) niet-ontvankelijk in de vervolging moet worden verklaard omdat er ernstige vormverzuimen in het vooronderzoek zijn begaan. Subsidiair is in verband daarmee bewijsuitsluiting bepleit, meer subsidiair strafvermindering.
Oordeel van het hof
In zijn (standaard)arrest van 30 maart 2004, NJ 2004, 376 heeft de Hoge Raad overwogen dat niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging als een in artikel 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komt, namelijk alleen als het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Bewijsuitsluiting kan volgens de Hoge Raad uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is verkregen en komt in aanmerking indien door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden.
Van de verdediging mag, indien een beroep op schending van een vormverzuim wordt gedaan, worden verlangd dat duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de factoren genoemd in het tweede lid van artikel 359a Sv wordt aangegeven tot welk in dat artikel aangegeven rechtsgevolg dat verzuim dient te leiden.
In zijn arrest van 9 december 2014, NJ 2015, 355 besliste de Hoge Raad dat als de verdediging nalaat aan te geven welk belangrijk strafvorderlijk beginsel is geschonden de rechter een verweer niet hoeft op te vatten als een verweer in de zin van artikel 359a Sv waarop bepaaldelijk een met redenen omklede beslissing dient te worden gegeven.
Naar het oordeel van het hof heeft de verdediging in haar verweer nagelaten aan te geven welk belangrijk strafvorderlijk voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden, noch heeft zij gesteld in welk rechtens te respecteren belang de verdachte daardoor zou zijn geschaad. Gelet op de hiervoor genoemde jurisprudentie van de Hoge Raad zou het hof de verweren van de verdediging niet als verweren in de zin van art. 359a Sv. hoeven op te vatten.
Desalniettemin zal het hof de onderdelen van de verweren bespreken.
Aan haar verweer heeft de verdediging ten grondslag gelegd hetgeen - kort samengevat - hierna cursief tussen aanhalingstekens is weergegeven. Daarna volgt steeds de overweging van het hof.
1. “Onduidelijk is gebleven wat de startdatum van het opsporingsonderzoek tegen verdachte is geweest.”
Uit het proces-verbaal 00.AMB.03 leidt het hof af dat het openbaar ministerie de informatie over vogels die bekend was bij diverse opsporingsambtenaren pas is gaan gebruiken nadat de melding van de Hongaarse CITES-autoriteiten over de grenscontrole van 17 januari 2011 was ontvangen. Uit niets blijkt dat al voordien een opsporingsonderzoek tegen verdachte plaatsvond. Daaraan doet niet af dat de verbalisant [getuige 2] op 13 januari 2011 een gesprek met [getuige 3] heeft gehad over verdachte. Van een vormverzuim is geen sprake.
2. “ “Er zijn onduidelijkheden over de relatie tussen de verbalisant [getuige 2] en de heren [getuige 3] en [getuige 1] .”
Het hof heeft geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van hetgeen over de gesprekken tussen deze heren door de verbalisant [getuige 2] is geverbaliseerd in de processen-verbaal van bevindingen 03.AMB.05 en 03.AMB.06. Dat [getuige 1] nu de juistheid van het geverbaliseerde op details betwist, geeft het hof evenmin aanleiding tot twijfel. Van een vormverzuim is geen sprake. De detailbetwisting door [getuige 1] vormt voor het hof geen noodzaak tot het horen van [getuige 2] , [getuige 1] en [getuige 3] . Het daartoe strekkende verzoek van de verdediging wordt afgewezen.
3. “ “Tapbevelen zijn afgegeven zonder dat daarvoor een concrete en met feiten onderbouwde verdenking bestond.”
Naar aanleiding van daartoe strekkende processen-verbaal heeft de rechter-commissaris op vorderingen van de officier van justitie steeds overeenkomstig artikel 126m lid 5 Sv schriftelijk machtiging verleend tot het opnemen van communicatie. Aan het hof komt slechts een marginale toetsing toe. De verdediging heeft haar stelling in het geheel niet onderbouwd. Dat de rechter-commissaris in redelijkheid niet tot het verlenen van de machtiging had kunnen komen, is het hof ook geenszins gebleken. Van een vormverzuim is geen sprake.
4. “ “Zonder huiszoekingsbevel is binnengetreden aan de [adres 1] te [plaats] .”
[adres 1] te [plaats] is volgens de verklaring van verdachte (pagina 3 van het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank van 22 april 2015 en verder) een opslagruimte voor vogels en andere dieren en dus geen woning. Alleen voor een woning is volgens artikel 2 Algemene wet op het binnentreden een machtiging vereist. Van een vormverzuim is geen sprake.
5. “ “Er is een krat bier door de opsporingsambtenaren aangeboden aan een 17-jarige werknemer van verdachte.”
Nu die krat niet is aangeboden aan verdachte, is hij hierdoor niet in enig rechtens te respecteren belang geschaad. Van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv is geen sprake.
6. “ “Aan verdachte is een mobiele telefoon aangeboden voor een lage prijs.”
Dit vormverzuim heeft geen betrekking op enig aan verdachte tenlastegelegd feit, zodat geen sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Overigens heeft het aanbieden van voornoemde mobiele telefoon aan verdachte nergens toe geleid, nu verdachte niet op dit aanbod is ingegaan.
7. “ “Er heeft observatie plaatsgevonden zonder toestemming van de officier van justitie.”
In proces-verbaal 00.OBS.45 wordt gerelateerd dat er in week 11 van 2013 een technisch hulpmiddel, te weten videoapparatuur, is ingezet. Het proces-verbaal relateert voorts dat de inzet geschiedde op basis van artikel 3 Politiewet. Naar het oordeel van het hof legitimeert artikel 3 van de Politiewet gedurende de loop van een opsporingsonderzoek onder leiding van de officier van justitie niet tot het plaatsen van videoapparatuur. Er is sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Omdat het proces-verbaal voorts relateert dat het onderzoeksteam “live” heeft kunnen meekijken en daarom de opnamen van de disk zijn gewist en niet ter beschikking van het tactisch team zijn gesteld, terwijl de verdediging niet heeft aangevoerd in welk rechtens te respecteren belang de verdachte door dit vormverzuim is geschaad, zal het hof volstaan met de constatering dat er een vormverzuim heeft plaatsgevonden.
Gelet op het voorgaande ziet het hof geen aanleiding om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de strafvervolging. Het hof ziet ook geen reden om tot bewijsuitsluiting dan wel strafvermindering over te gaan.
Enkele voorafgaande kwesties die op meerdere feiten betrekking hebben
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De verdediging heeft naar het hof begrijpt met betrekking tot feit 1 aangevoerd dat een aantal gedragingen in het land waar zij zijn verricht niet strafbaar zijn, waaronder het bezit van amoerpanters, ringstaartmaki’s, caracals en tigons/lijgers.
Het hof overweegt dat Nederland ook strafrechtsmacht toekomt ten aanzien van tenlastegelegde gedragingen die deels in een andere staat hebben plaatsgevonden. Immers, indien naast in ook buiten Nederland gelegen plaatsen kunnen gelden als plaats waar een strafbaar feit is gepleegd, is op grond van artikel 2 Wetboek van Strafrecht vervolging van dat strafbare feit in Nederland mogelijk, ook ten aanzien van de van dat strafbare feit deel uitmakende gedragingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden (vgl. HR 27 oktober 1998, LJN ZD1413, NJ 1999, 221). Bovendien bepaalt artikel 3 van de Wet op de economische delicten (hierna: WED) dat deelneming aan een binnen het Rijk in Europa gepleegd economisch delict ook strafbaar is indien de deelnemer zich buiten het Rijk aan het feit heeft schuldig gemaakt.
Het hof overweegt voorts dat de onder 1 tenlastegelegde gedragingen naast buiten ook in Nederland gelegen plaatsen kunnen gelden als plaats waar het feit is gepleegd, nu verdachte de gedragingen zoals tenlastegelegd - waaronder koop, verkoop, en onder zich hebben - mede in Nederland heeft verricht.
Het door de verdediging gevoerde verweer wordt verworpen.
De Nederlandse wet en internationale regelgeving
Voor zover door de verdediging is betoogd dat door de Nederlandse wet méér gedragingen zijn verboden dan in de internationale regelgeving, overweegt het hof dat deze regelgeving niet in de weg staat aan een ruimere bescherming door de Nederlandse wet.1.
Vrijspraak brahmaanse wouwen
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte telkens vrijgesproken dient te worden voor zover de tenlastelegging ziet op de brahmaanse wouwen.
Leesbaarheid arrest
Ten behoeve van de leesbaarheid van dit arrest zal het hof hierna per feit ingaan op de
(eventuele) bewezenverklaring, de strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de strafbaarheid van de verdachte.
FEIT 1:
De tenlastelegging
1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- drie, althans één of meer amoerpanter(s) (Panthera pardus orientalis) en/of
- vijf, althans één of meer ringstaartmaki(’s) (Lemur Catta) en/of
- twee, althans één of meer woestijnlynx(en) (Caracal caracal) en/of
- drie, althans één of meer tigon(s) dan wel lijger(s) (Panthera
tigris x leo) en/of
- vier, althans één of meer aalscholver(s) (Phalacroxorax carbo)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(in de loods op [adres 1] ):
- drie, althans één of meer rode eekhoorn(s) (Sciurus vulgaris) en/of
- één dubbele geelkopamazone (Amazone oratrix) en/of
- één tucuman amazone (Amazone tucumana) en/of
- één groene specht (Picus viridis)
en/of
(op de zolder van [adres 2] ):
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad;
en/of
(traject Wildvang Bulgarije)
- 265, althans één of meer Piocephalus senegalus en/of
- vijfenvijftig African grey parrots/grijze roodstaartpapegaaien
(Psittacus erithacus)
- tien, althans één of meer tauraco perse en/of
- vijf, althans één of meer tauraco hartlaubi en/of
- vijf, althans één of meer tauraco livingstonii en/of
- vijf, althans één of meer hill myna’s (Gracula religiosa)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax)
en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 1 tenlastegelegde
Oneigenlijk bezit
Amoerpanters, ringstaartmaki’s, caracals en tigons/lijgers
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft in de eerste plaats betoogd dat het bezitsverbod van de hiervoor genoemde dieren uitsluitend geldt in de Nederlandse rechtssfeer ingevolge artikel 3 WED.
Voorts heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte slechts heeft opgetreden als tussenpersoon. Al deze dieren zijn van de ene naar de andere eigenaar vervoerd en het was deze formele eigenaren - de exporteur en de importeur - steeds toegestaan om de primaten dan wel katachtigen te houden.
Ten aanzien van de amoerpanters heeft de raadsvrouw in het bijzonder aangevoerd dat verdachte eventueel commercieel gewin in Duitsland heeft genoten. In Duitsland bestaat geen variant van artikel 13 van de Flora- en faunawet, dus voorgaande is daar niet strafbaar.
Tot slot kan niet worden bewezen dat sprake is van medeplegen ten aanzien van de zendingen die behoren tot het zaaksdossier “Oneigenlijk bezit”.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
In verband met het beroep op artikel 3 WED en de niet-strafbaarheid van bepaalde gedragingen volgens het Duitse recht verwijst het hof naar hetgeen het hiervoor in verband met de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie heeft overwogen onder de dikgedrukte kop “enkele voorafgaande kwesties die op meerdere feiten betrekking hebben”.
Bij de hiervoor genoemde diersoorten gaat het om beschermde uitheemse diersoorten als bedoeld in artikel 13 van de Flora- en faunawet (artikel 4 Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet in verbinding met Bijlage A en B van de Basisverordening en Bijlage 3 bij de Regeling).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat het verdachte is geweest die de telkens bewezenverklaarde gedragingen heeft verricht. Het bestaan van enige vertegenwoordigingsrelatie met klanten of afnemers in het buitenland - welke dan in de weg zou staan aan bewezenverklaring van de desbetreffende gedragingen - is overigens ook niet aannemelijk geworden. Er zijn geen schriftelijke stukken waaruit dit blijkt. De getapte telefoongesprekken bieden juist steun aan het standpunt dat verdachte de bewezenverklaarde handelingen op eigen naam en voor eigen rekening verrichtte.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte opzettelijk de amoerpanters, ringstaartmaki’s, caracals en lijgers/tigons heeft gekocht en verworven, ten verkoop heeft aangeboden, heeft vervoerd, heeft afgeleverd, heeft gebruikt voor commercieel gewin, binnen en (met uitzondering van de caracals) buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en onder zich heeft gehouden. Niet aannemelijk is geworden dat hij niet méér of anders heeft gedaan dan als vervoerder dan wel als - zelf niet handelende en zelf niet aansprakelijke - agent of tussenpersoon optreden voor degene naar wie de dieren zijn vervoerd, zoals door de verdediging betoogd.
Uit het voorgaande vloeit voort dat verdachte de amoerpanters niet onder zich heeft gehad in het kader van “doorvoer”. Dat verdachte de betreffende dieren onder zich heeft gehad leidt het hof onder meer af uit de gang van zaken rond het ophalen en afleveren van de dieren. Verdachte had hiertoe opdracht gegeven aan een werknemer.
Dat verdachte de ringstaartmaki’s onder zich heeft gehad, leidt het hof onder meer af uit de gang van zaken rond de aflevering door Van ’t Klooster en het vervoer naar Oudemeer door verdachte.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat er in alle gevallen sprake is van medeplegen van in ieder geval een deel van de bewezenverklaarde gedragingen.
Aalscholvers
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte niet als medepleger kan worden aangemerkt ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Bij de aalscholver gaat het om een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 13 van de Flora- en faunawet (artikel 4, eerste lid, onder b Flora- en faunawet2.).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte opzettelijk vier aalscholvers heeft vervoerd, gekocht, verworven, ten verkoop heeft aangeboden, verkocht, afgeleverd, heeft gebruikt voor commercieel gewin en onder zich heeft gehad. Ten aanzien van een deel van deze handelingen is sprake van medeplegen.
Rode eekhoorns
Bij de eekhoorn gaat het om een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 13 van de Flora- en faunawet (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet3.).
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte opzettelijk rode eekhoorns onder zich heeft gehad.
Dubbele geelkopamazone en tucuman amazone
Deze vogels behoren tot een beschermde uitheemse diersoort als bedoeld in artikel 13 van de Flora- en faunawet (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet in verbinding met bijlage A bij de basisverordening).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte de vogels opzettelijk onder zich had.
Groene specht
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is betoogd dat verdachte geen groene specht maar een Japanse specht in bezit heeft gehad. De door Naturalis opgestelde rapportage is onjuist omdat de verkeerde vogel is onderzocht. Er zou sprake zijn van een verwisseling. De onderzochte vogel had geen ring meer om en had bovendien een ander ringnummer. Vrijspraak ter zake van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Bij de groene specht gaat het om een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 13 Flora- en faunawet (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet4.).
Het hof begrijpt de stukken aldus dat de specht op 12 november 2012 in beslag is genomen. De vogel was toen voorzien van de naadloos gesloten pootring met het kenmerk “AS 6048” (proces-verbaal [naam] , 05.AMB.29 (p. 1702)). De vogel is overgebracht naar [naam] als opslaghouder.
Nadat de vogel enige tijd na overbrenging overleden was (dit moet in verband met de datering van het proces-verbaal van [naam] voor 22 februari 2013 zijn geweest), is de pootring verwijderd voor onderzoek. De ring was niet door een officiële keuringsinstantie afgegeven.
Door [naam] is in februari 2012 een serie van 50 pootringen aan verdachte geleverd, voorzien van de ringnummers “AS 6-000” tot en met “AS 6-049”. Op het overdrachtsformulier (Bijlage 1482) wordt vermeld “1 stuks specht voorzien van ringnummer AS 6084”. Op het formulier noch elders wordt vermeld dat de vogel de ring nog naadloos gesloten om had bij het onderzoek van Naturalis. De grote gelijkenis van de nummers geeft voldoende grond om aan te nemen dat het bij de vermelding op het overdrachtsformulier om een kennelijke verschrijving gaat.
Overigens heeft Naturalis na onderzoek vastgesteld dat de onderzochte specht een groene specht (en geen Japanse specht, zoals betoogd door de verdediging) betrof.
Gelet op het voorgaande verwerpt het hof de gevoerde verweren. Het hof verklaart bewezen dat verdachte de groene specht opzettelijk onder zich had.
Dierentuinroute Filipijnen
Filipijnse dwergvalken
De Filipijnse dwergvalk behoort tot een beschermde uitheemse diersoort (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet in verbinding met bijlage B bij de basisverordening).
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat deze vogels afkomstig zijn van Sofia Zoo.
Het hof acht het niet aannemelijk dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde Filipijnse dwergvalken van “ [betrokkene 3] ” heeft gekocht, zoals hij zelf heeft verklaard.
Het hof verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde vogels opzettelijk heeft gekocht, verworven, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en onder zich heeft gehad.
Wildvang Bulgarije
265 piocephalus senegalus, 55 grijze roodstaartpapegaaien, tien tauraco perse, vijf tauraco hartlaubi, vijf tauraco livingstonii en vijf hill myna’s
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onderdeel “Wildvang Bulgarije”. Volgens de advocaat-generaal kan het niet anders dan dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] wisten dan wel in elk geval op grond van hun bekendheid en ervaring willens en wetens de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat het ging om vogels afkomstig uit derde landen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs beschikbaar is om verdachte als medepleger te kunnen aanmerken, aangezien verdachte de enige persoon is geweest die betrokken was bij de tot dit zaaksdossier behorende zendingen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
De hierboven genoemde vogels zijn alle een beschermde uitheemse diersoort (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet in verbinding met bijlage B bij de Basisverordening).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte de tenlastegelegde vogels in ieder geval opzettelijk heeft gekocht, verworven, verkocht, heeft afgeleverd, heeft gebruikt voor commercieel gewin, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Bij een deel van de gedragingen is sprake van medeplegen (onder meer met [medepleger 3] en [medepleger 2] ).
Vijfvogelregeling
Papoea beo’s
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is betoogd dat verdachte niet verantwoordelijk is voor de zendingen van de papoea beo’s. Verdachte heeft alleen bemiddeld tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 1] bij de eerste zending op 14 januari 2011, maar bij de tweede zending van 2 februari 2011 zegt hij geen betrokkenheid te hebben.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
De papoea beo is opgenomen in Bijlage D van de Basisverordening. Gelet op de artikelen 5 lid 2 van de Flora en faunawet en 4 lid 2 onder a van de Regeling aanwijzing betreft het een uitheemse diersoort.
Verdachte heeft verklaard dat hij een bemiddelende rol heeft gespeeld tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 1] bij de verkoop van de tien papoea beo’s.
[betrokkene 1] heeft verklaard dat hij in januari en februari 2011 in totaal tien van deze vogels via verdachte van [medeverdachte 1] in Dubai heeft gekocht.
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij tien papoea beo’s via verdachte aan [betrokkene 1] heeft verkocht.
De vogels zijn op 14 januari 2011 (vijf stuks) en op 2 februari 2011 (wederom vijf stuks) door [medeverdachte 1] van Dubai naar Frankfurt gezonden en ze zijn van daaruit naar Nederland (bij [betrokkene 1] ) gebracht.
In het dossier bevinden zich certificaten ten behoeve van deze beide transacties. Het telefoonnummer van verdachte staat vermeld onder de naam van [betrokkene 1] (geadresseerde). Verdachte heeft de eerste zending van chauffeur [betrokkene 2] gekregen en naar [betrokkene 1] gebracht. Hij heeft deze zending gefactureerd aan [betrokkene 1] , omdat hij - naar zijn zeggen - nog geld tegoed had van [medeverdachte 1] .
Anders dan volgens de rechtbank en de advocaat-generaal is er naar het oordeel van het hof onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij de tweede zending van deze papoea beo’s (2 februari 2011). Verdachtes telefoonnummer staat weliswaar op de “declaration of transfer” onder de naam van geadresseerde [betrokkene 1] , maar verder is geen andere aantoonbare betrokkenheid van verdachte uit het onderzoek gebleken. Door de rechtbank is meegewogen dat er handgeschreven notities van verdachte zijn met daarop bedragen (5 x 1.200,- Beo). Naar het oordeel van het hof duidt deze aantekening niet exclusief op de tweede zending van de papoea beo’s, de aantekening kan ook betrekking hebben op de eerste zending. Van betrokkenheid bij de tweede zending van vijf papoea beo’s wordt verdachte daarom vrijgesproken.
Het hof acht wel bewezen dat verdachte bij de eerste zending van vijf papoea beo’s (14 januari 2011) is betrokken. Hij heeft [betrokkene 1] in contact gebracht met [medeverdachte 1] en zijn telefoonnummer staat op het certificaat. Hij heeft de vogels bij [betrokkene 1] gebracht en heeft ze aan [bedrijf 1] , de firma van [betrokkene 1] , gefactureerd. De handgeschreven notities van verdachte (5 x 1.200,- Beo) hebben betrekking op deze zending papoea beo’s.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte in vereniging met anderen op 14 januari 2011 opzettelijk vijf papoea beo’s heeft verkocht, ten verkoop heeft aangeboden, heeft gebruikt voor commercieel gewin en binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht.
Dierentuinroute Filipijnen
Tien panay of luzon neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, bonte kiekendieven en vier kuifhaviken
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat ter zake van zaaksdossier “dierentuinroute Filipijnen” niet kan worden bewezen dat sprake is van medeplegen en dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
De hierboven genoemde vogels zijn alle een beschermde uitheemse diersoort (artikel 4, eerste lid, onder a Flora- en faunawet in verbinding met bijlage B bij de Basisverordening).
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte de tenlastegelegde vogels in ieder geval opzettelijk heeft gekocht, verworven, verkocht, heeft afgeleverd, heeft gebruikt voor commercieel gewin en binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Bij een deel van de gedragingen (waaronder het binnen het grondgebied van Nederland brengen) is sprake van medeplegen.
Het hof acht het medeplegen van het “binnen het grondgebied van Nederland brengen” bewezen, aangezien het hof in zoverre geloof hecht aan verdachtes verklaring dat hij de vogels in het buitenland heeft besteld of gekocht, zij het niet bij “ [betrokkene 3] ”. Het hof verwijst in dit verband naar de hierna bij de strafbaarheid van het bewezenverklaarde vermelde stukken waaruit blijkt dat tien luzon/panay neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, twee bonte kiekendieven en vier kuifhaviken op 20 oktober 2010 zijn verzonden door Sofia Zoo naar verdachte.
Bewezenverklaring
1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- drie, althans één of meer amoerpanter(s) (Panthera pardus orientalis) en/of
- vijf, althans één of meer ringstaartmaki(’s) (Lemur Catta) en/of
- twee, althans één of meer woestijnlynx(en) (Caracal caracal) en/of
- drie, althans één of meer tigon(s) dan wel lijger(s) (Panthera
tigris x leo) en/of
- vier, althans één of meer aalscholver(s) (Phalacroxorax carbo)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht5.en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
(in de loods op [adres 1] ):
- drie, althans één of meer rode eekhoorn(s) (Sciurus vulgaris) en/of
- één dubbele geelkopamazone (Amazone oratrix) en/of
- één tucuman amazone (Amazone tucumana) en/of
- één groene specht (Picus viridis)
en/of
(op de zolder van [adres 2] ):
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad6.
en/of
(traject Wildvang Bulgarije)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- 265, althans één of meer Piocephalus senegalus en/of
- vijfenvijftig African grey parrots/grijze roodstaartpapegaaien
(Psittacus erithacus)
- tien, althans één of meer tauraco perse en/of
- vijf, althans één of meer tauraco hartlaubi en/of
- vijf, althans één of meer tauraco livingstonii en/of
- vijf, althans één of meer hill myna’s (Gracula religiosa)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- vijf, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Dierentuinroute)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax)
en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring dient in samenhang gelezen te worden met het hiervoor overwogene ter zake van het medeplegen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet, meermalen gepleegd
en
opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet, meermalen gepleegd.
Oneigenlijk bezit
Amoerpanters, ringstaartmaki’s, caracals en tigons/lijgers
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte uitsluitend de formaliteiten heeft geregeld ten aanzien van de zendingen betreffende de amoerpanters, de ringstaartmaki’s, de caracals en de tigons/lijgers en hij dus kan worden aangemerkt als “handelsagent”. Verdachte kan zich steeds beroepen op een vrijstellingsbepaling met betrekking tot het vervoeren van voornoemde beschermde diersoorten.
Ten aanzien van de ringstaartmaki’s heeft de raadsvrouw in het bijzonder naar voren gebracht dat de uitvoervergunning voor deze dieren de doelcode T (“Trade”) bevat. Indien het hof ervan uit gaat dat verdachte ten aanzien van de ringstaartmaki’s een rol heeft gespeeld bij de aankoop dan wel de verkoop is dit toegestaan gelet op deze op de uitvoervergunning vermelde doelcode.
Met betrekking tot de caracals heeft de raadsvrouw nog aangevoerd dat verdachte in Nederland uitsluitend vervoershandelingen heeft verricht en hij zich daarom kan beroepen op de vrijstelling van artikel 7 van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet.
Oordeel van het hof
Verdachte doet ten aanzien van de handelingen met betrekking tot de amoerpanters een beroep op diverse vrijstellingsbepalingen van artikel 8, derde lid, en artikel 16, eerste lid, Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet.
Zoals eerder overwogen, komt verdachte geen beroep toe op de vrijstelling voor “doorvoer”.
De verdediging heeft aangevoerd dat artikel 13 van de Flora- en faunawet buiten toepassing zou moeten worden gelaten omdat er onvoldoende ruimte zou zijn voor het optreden van een handelsagent dan wel dat de vrijstelling voor transport om die reden ruimer wordt geïnterpreteerd. Aangezien het hof niet aannemelijk acht dat verdachte als “handelsagent” is opgetreden, verwerpt het hof dit verweer.
Ten aanzien van het “onder zich hebben” overweegt het hof nog dat de amoerpanters, ringstaartmaki’s, caracals en tigons/lijgers behoren tot categorieën die zijn uitgezonderd van de vrijstelling (artikel 14, vierde lid, Regeling vrijstelling). Het door de raadsvrouw gevoerde verweer dat op de uitvoervergunning betreffende de ringstaartmaki’s de doelcode T (“Trade”) stond vermeld, stuit hierop af. Verdachte mocht deze dieren sowieso niet onder zich hebben.
Aan de regelgeving in en op basis van de op 1 januari 2017 in werking getreden Wet Natuurbescherming ligt volgens het hof geen gewijzigd inzicht van de wetgever in de strafwaardigheid van de bewezenverklaarde gedragingen ten grondslag.7.
Verdachte kan zich niet op een vrijstelling beroepen.
Aalscholvers
Het onder zich hebben van een aalscholver is ook op grond van de Wet Natuurbescherming strafbaar.8.
Rode eekhoorns
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de rode eekhoorns heeft de raadsvrouw gewezen op de Wet Natuurbescherming die op 1 januari 2017 in werking treedt. Deze wet stelt het bezit van een rode eekhoorn niet langer strafbaar.
Oordeel van het hof
Op grond van de Wet Natuurbescherming is het (enkele) onder zich hebben van een eekhoorn niet langer strafbaar.9.Er is sprake van een gewijzigd inzicht in de strafwaardigheid van deze gedraging. Op grond van artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht dient ontslag van alle rechtsvervolging te volgen ter zake van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Dubbele geelkopamazone en tucuman amazone
Het hof begrijpt dat de verdediging in hoger beroep geen uitdrukkelijk beroep meer doet op een vrijstelling.
Dierentuinroute Filipijnen
Filipijnse dwergvalken
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte afdoende heeft aangetoond dat deze vogels in overeenstemming met de geldende regelgeving in Nederland zijn gebracht. De omstandigheid dat de vogels uit de Filipijnenzending zijn ingevoerd met een invoervergunning waarop de doelcode Z (“Zoo”) vermeld stond, maakt dit niet anders. Deze doelcode is immers niet bindend en vormt aldus geen belemmerende factor voor verdere handel. De vogels die tot de dierentuinroute behoren staan steeds vermeld op bijlage B van de Basisverordening en voor deze vogels gelden - anders dan de advocaat-generaal heeft aangegeven - geen uitzonderingsbepalingen dan wel certificaatvereisten. Verdachte mocht de vogels aankopen en weer verkopen. Hij heeft zich aan de regels gehouden doordat hij een sluitende administratie heeft bijgehouden ten aanzien van voornoemde vogels.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Verdachte doet een beroep op de vrijstelling van artikel 7 Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet. Dit artikel luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Ten behoeve van het intracommunautaire verkeer geldt een vrijstelling van artikel 13, eerste lid, van de wet, voor het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van:
a. specimens van soorten, genoemd in bijlage A, B, C of D bij de basisverordening, voorzover betreffende specimens aantoonbaar overeenkomstig de in een lidstaat geldende wetgeving en met inachtneming van de basisverordening en uitvoeringsverordening zijn verkregen”.
Verdachte heeft verklaard dat de dwergvalken deel uitmaakten van de zogenaamde Filipijnenzending en dat hij de vogels van “ [betrokkene 3] ” in Tsjechië heeft gekocht. Ter ondersteuning wijst verdachte op een vermelding op een geschrift dat door hem als administratie wordt gepresenteerd.
De bij verdachte aangetroffen dwergvalken behoren tot een zending vogels uit de Filipijnen die begin oktober 2010 op Schiphol is aangekomen. Op de uitvoervergunning is als ontvanger vermeld “Sofia Zoological Garden” en onder “special conditions” is vermeld “for breeding purposes only”. Op de importvergunning wordt als importeur “Sofia Zoo” vermeld en onder “purpose”: “Z”.
Het hof acht de beweerde aankoop van “ [betrokkene 3] ” niet aannemelijk. In het stuk waarboven met de pen is geschreven “register per 1-1-2011” wordt een ander nummer van het Cites-document vermeld (CA00127) dan dat van de betreffende zending (C00679). Het hof acht bovendien niet aannemelijk dat het door verdachte overgelegde geschrift deel uitmaakte van zijn administratie. Verwezen wordt naar de bewijsmotivering ten aanzien van feit 2. Dat betekent dat de onderhavige vogels niet voorkomen in de administratie van verdachte. Er zijn verder geen stukken overgelegd waaruit blijkt van de aankoop en van nadere gegevens van “ [betrokkene 3] ”. Daar komt bij dat in de administratie van “ [bedrijf 2] ” een op 20 oktober 2010 gedateerd betalingsbewijs is aangetroffen van een betaling van verdachte voor twee dwergvalken. Het hof begrijpt dat het om de onderhavige dwergvalken gaat. Van [bedrijf 2] is niet gesteld dat het om een dierentuin gaat. Van een wijziging van de doelcode is ook niet gebleken.
Uit één en ander volgt reeds dat niet aangetoond is dat aan de voorwaarden voor de vrijstelling is voldaan. Hierbij merkt het hof op dat aan de voorwaarden mede niet voldaan wordt als de opgaven niet naar waarheid zijn gedaan.
Wildvang Bulgarije
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft - kort gezegd - het volgende aangevoerd.
Alle (beschermde) vogels die onder het zaaksdossier “Wildvang Bulgarije” in de tenlastelegging staan vermeld, waren voorzien van een naadloos gesloten pootring. De vogels waren niet uit het wild afkomstig. Derhalve bestond geen verplichting voor verdachte om deze op bijlage B van de Basisverordening vermelde vogels in zijn administratie op te nemen.
Alle zendingen waren voorts voorzien van de juiste informatie en bescheiden en de vogels zijn verschillende keren gecontroleerd, waaronder door de Staatsdierenarts en de douane. Gelet op het intracommunautair vertrouwensbeginsel moet alleen al om die reden uitgegaan worden van de legaliteit van de zending en mag de strafrechter niet meer zelfstandig toetsen.
Verdachte kan zich om voornoemde redenen beroepen op een vrijstelling.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Het hof begrijpt dat verdachte een beroep doet op de vrijstelling van artikel 7 Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet voor intracommunautair verkeer. Het hof acht echter niet aannemelijk dat het bij de betreffende zendingen vogels om intracommunautair verkeer gaat.
Het hof gaat ervan uit dat de vogels mede door verdachte vanuit een derde land binnen het grondgebied van de EU en Nederland zijn gebracht. Het hof leidt dit af uit de volgende gegevens.
De zendingen waarin de in de tenlastelegging vermelde vogels waren opgenomen, maakten deel uit van een tiental zendingen (zendingen 3, 8, 9, 10). Voor zeven zendingen heeft verdachte op 25 juli 2011 een bedrijf in Turkije betaald. Voor de als “zending 9” aangeduide zending van 11 augustus 2011 heeft hij één en hetzelfde bedrijf in Turkije betaald. Voor de andere transporten is op andere wijze betaald (zie hierna). De naam van het bedrijf is “ [bedrijf 6] ” van [medepleger 1] . Niet aannemelijk is geworden dat de personen binnen de EU van wie verdachte de vogels zou hebben gekocht rechtmatig in het bezit zijn gekomen van de vogels. Zo is niet gebleken dat de vogels van kweek afkomstig waren en evenmin dat [medepleger 3] over de benodigde documenten beschikte.
[medepleger 2] , die een bijdrage heeft geleverd aan een aantal transporten, heeft onder meer verklaard over de contacten tussen [medepleger 3] , [alias medepleger 1] - het hof begrijpt dat dit dezelfde persoon is als [medepleger 1] - en hem en het vervoer van onder meer grijze roodstaartpapegaaien, Senegalpapegaaien en toerako’s. Wat hij aan zaken deed voor verdachte deed hij als vriendendienst voor [alias medepleger 1] .
Zo heeft [medepleger 2] verklaard: “ [alias medepleger 1] had gezegd dat hij de [vogels] zou leveren, en ik zou de documenten opmaken, dat wil zeggen Traces-formulieren en facturen.” [medepleger 3] vertelde hem dat de vogels waren gevangen in de vrije natuur, afkomstig waren uit Turkije en dat ze per vier of vijf exemplaren van Turkije naar Bulgarije werden vervoerd door Bulgaarse zigeuners. In opdracht van [alias medepleger 1] , aldus [medepleger 2] , vervoerde [medepleger 3] ze en kreeg daar provisie voor. Die vogels werden bij [medepleger 2] thuis gebracht, waar ze werden opgehaald door een chauffeur uit Nederland, die ze naar verdachte in Nederland bracht. [medepleger 2] gaf de benodigde documenten aan de chauffeur mee. Op de facturen zette [medepleger 2] gegevens die [alias medepleger 1] hem had gestuurd (pagina 13757). [medepleger 2] heeft met verdachte geen (rechtstreekse) zaken gedaan. Hij heeft wel enkele zendingen voor verdachte verzorgd. De door verdachte gestuurde vervoerder/chauffeur - van wie [medepleger 2] een gedetailleerde beschrijving geeft - is in totaal vier keer bij hem geweest, verklaart [medepleger 2] verder. Enkele keren heeft [medepleger 3] de facturen opgesteld. Volgens [medepleger 2] was het geld dat hij enkele keren van verdachte ontving voor [alias medepleger 1] bestemd.10.
Met betrekking tot de 23 stuks tauraco perse, zes Musophagea violeca, tien tauraco hartlaubi en negen tauraco livingstonii (zending van 27 juli 2011) verklaart [medepleger 2] dat deze waren gebracht door [medepleger 3] op bestelling van [alias medepleger 1] voor verdachte. De chauffeur van verdachte kwam ze ophalen (pagina 13777).
Met betrekking tot de factuur waarop de naam van zijn bedrijf staat, verklaart [medepleger 2] dat dit alleen maar handel op papier was; de vogels waren van [alias medepleger 1] .
Met betrekking tot de zending van 11 augustus 2011 verklaart [medepleger 2] dat het overladen van de ene auto in de andere bij hem plaats vond. Daar waren [medepleger 3] en de (vaste) chauffeur van verdachte bij. Voor het overige ging één en ander op de wijze waarover door hem eerder was verklaard (pagina 13779). Ook met betrekking tot de zending van 9 september 2011 verklaart [medepleger 2] dat hij aanwezig kan zijn geweest bij het overladen. Hij weet dat er rond deze zending problemen rezen tussen [medepleger 3] en [alias medepleger 1] .
Het hof hecht geloof aan de verklaring van [medepleger 2] , onder meer omdat deze op diverse punten wordt ondersteund. Onder meer door afgetapt SMS-verkeer en afgetapte gesprekken tussen verdachte en [medepleger 1] en e-mailverkeer tussen het bedrijf van [alias medepleger 1] en [medepleger 2] (pagina 1338 e.v.). Zo is er een bericht met de vraag van [medepleger 2] naar het adres in Nederland ten behoeve van het regelen van de gezondheidscertificaten en het opstellen van de factuur (zie de verklaring van [medepleger 2] op pagina 13800).
Uit de verklaringen van [betrokkene 2] (pagina 2880 e.v.) en tapgesprekken blijkt dat [betrokkene 2] de door [medepleger 2] bedoelde chauffeur was.
Uit de verklaring van [medepleger 2] blijkt dat [medepleger 3] betrokken was bij de handel, zoals ook uit diens eigen verklaring blijkt. Hij heeft het over tien zendingen, waarvan de eerste vier per vliegtuig en de andere zes per auto (pagina 3061). Weliswaar ontkent [medepleger 3] dat (hij wist dat) het om fraude ging, maar hij kan geen documenten laten zien waaruit van een rechtmatige verkrijging door hem blijkt (pagina 3097).
Het hof kan nog méér punten noemen maar laat het in dit kader hierbij. Uit de genoemde informatie en soortgelijke informatie in het dossier komt naar voren dat de uit het wild afkomstige vogels vanuit Turkije via Bulgarije in de EU kwamen en van daar uit werden doorgevoerd naar verdachte en dat hierbij uitgebreid gefraudeerd werd met papieren. Eén en ander brengt het hof tot het oordeel dat bij alle zendingen - waaronder de zendingen waarvan de in de tenlastelegging vermelde vogels deel uitmaakten - niet voldaan is aan de voorwaarden voor vrijstelling op grond van artikel 7 Regeling vrijstelling. De bij de transporten gevoegde bescheiden geven niet de werkelijke herkomst weer. Het is in strijd met de strekking van deze vrijstelling als zij zou worden toegepast in gevallen waarin de vogels door toedoen van degene die zich op de vrijstelling beroept uit een derde land in een andere lidstaat van de EU zijn ingevoerd terwijl niet aan de regels hiervoor is voldaan.
Aan de voorwaarden voor de vrijstelling van artikel 3, eerste lid, Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet, in verband met het binnen het grondgebied van Nederland brengen vanuit het derde land is niet voldaan, nu het bepaalde in artikel 4, tweede lid, Basisverordening immers niet is nageleefd.
Ook op de vrijstelling van artikel 10, tweede lid, Regeling vrijstelling kan geen beroep worden gedaan, nu niet is aangetoond dat de betreffende specimens overeenkomstig het bij of krachtens de wet bepaalde en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening in Nederland zijn gebracht of verkregen.
Vijfvogelregeling
Papoea beo’s
Standpunt van de verdediging
Namens verdachte is betoogd dat de papoea beo’s met de juiste papieren binnen Europa dan wel Nederland zijn gebracht en dat van een commercieel oogmerk geen sprake was.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt ten aanzien van het beroep op vrijstellingsbepalingen het volgende.
Op de ten behoeve van deze zendingen opgemaakte certificaten is aangegeven dat deze vogels niet worden verzonden voor commerciële doeleinden.
In artikel 7 van de Regeling vrijstelling is ten behoeve van het intracommunautaire verkeer bepaald dat - indien kan worden aangetoond dat specimens van soorten, genoemd in Bijlage A, B, C of D van de Basisverordening, overeenkomstig de in een lidstaat geldende wetgeving en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening zijn verkregen - een vrijstelling geldt voor het verbod op het binnen het grondgebied van Nederland brengen uit lid 1 van artikel 13 van de Flora- en faunawet.
In artikel 10 van de Regeling vrijstelling is bepaald dat - indien kan worden aangetoond dat specimens van soorten, genoemd in Bijlage D van de Basisverordening, overeenkomstig het bij of krachtens de Flora- en faunawet bepaalde en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening in Nederland zijn gebracht of verkregen - een vrijstelling geldt voor de verboden handelingen uit lid 1 van artikel 13 van de Flora- en faunawet, met uitzondering van het verbod op het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of het onder zich hebben.
Verdachte heeft niet aangetoond dat hij wat betreft deze beschermde uitheemse vogels in overeenstemming met de geldende regelgeving heeft gehandeld. De vogels werden door [medeverdachte 1] (vanuit Dubai) via verdachte aan [betrokkene 1] (in Nederland) verkocht. Het hof stelt vast dat op de certificaten (“Declarations of Transfer”) in strijd met de waarheid is ingevuld dat de zending papoea beo’s niet commercieel was (“non-commercial”). Reeds daarom kan het beroep op de vrijstelling niet slagen. Voor het overige wordt verwezen naar hetgeen hierna bij de strafbaarheid van het bewezenverklaarde bij feit 3 in het kader van zaaksdossier “Vijfvogelregeling” wordt overwogen.
Dierentuinroute Filipijnen
Tien panay of luzon neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, twee bonte kiekendieven en vier kuifhaviken
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte afdoende heeft aangetoond dat deze vogels in overeenstemming met de geldende regelgeving in Nederland zijn gebracht. De omstandigheid dat de vogels uit de Filipijnenzending zijn ingevoerd met een invoervergunning waarop de doelcode Z (“Zoo”) vermeld stond, maakt dit niet anders. Deze doelcode is immers niet bindend en vormt aldus geen belemmerende factor voor verdere handel. De vogels die tot de dierentuinroute behoren staan steeds vermeld op bijlage B van de Basisverordening en voor deze vogels gelden - anders dan de advocaat-generaal heeft aangegeven - geen uitzonderingsbepalingen dan wel certificaatvereisten. Verdachte mocht de vogels aankopen en weer verkopen. Hij heeft zich aan de regels gehouden doordat hij een sluitende administratie heeft bijgehouden ten aanzien van voornoemde vogels.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Het hof begrijpt dat verdachte een beroep doet op de vrijstelling van artikel 7 Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet voor intracommunautair verkeer.
Verdachte heeft ter zitting van de rechtbank verklaard dat hij van de “Filipijnenzending” vijf panay neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, één bonte kiekendief, twee kuifhaviken en twee dwergvalken heeft ontvangen. Hij heeft verder verklaard dat hij de genoemde vogels van “ [betrokkene 3] ” heeft gekocht.
In het dossier bevinden zich stukken (bijlage 1274 (8/37 en 9/37)) waaruit naar het oordeel van het hof blijkt dat tien luzon/panay neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, twee bonte kiekendieven en vier kuifhaviken op 20 oktober 2010 zijn verzonden door Sofia Zoo naar verdachte.11.
Wat de kuifhaviken betreft heeft verdachte verklaard dat hij de vogels van “ [betrokkene 3] ” in Tsjechië heeft gekocht. Ter ondersteuning wijst verdachte op de vermelding in de inkoopadministratie, volgens welke de vogels op 28 maart 2011 zouden zijn ingekocht (pagina 926). Het hof merkt op dat in de administratie van verdachte het nummer van het Cites-document is vermeld van de zending vogels uit de Filipijnen die begin oktober 2010 op Schiphol is aangekomen.
Op de uitvoervergunning is als ontvanger vermeld “Sofia Zoological Garden”, en onder “special conditions” is vermeld “for breeding purposes only”. Op de importvergunning wordt als importeur “Sofia Zoo” vermeld en onder “purpose” wordt “Z” vermeld.
Nu de vogels voorwerp van (particuliere) handel zijn geworden, is niet aangetoond dat zij overeenkomstig de in een lidstaat geldende wetgeving en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening zijn verkregen. Dat geldt naar het oordeel van het hof ook indien de vogels niet reeds in oktober 2010 aan verdachte zouden zijn gezonden. Een andere uitleg en toepassing van de vrijstelling zou immers in strijd zijn met de strekking van onder meer de Basisverordening.
Voor de overige vogels waarover verdachte heeft verklaard dat ze afkomstig zijn uit de desbetreffende Filipijnenzending en dat hij ze van “ [betrokkene 3] ” heeft gekocht, geldt per saldo hetzelfde: reeds omdat administratie en stukken ontbreken, is niet aangetoond dat zij overeenkomstig de in een lidstaat geldende wetgeving en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening zijn verkregen.
Het hof acht overigens de beweerde aankoop van “ [betrokkene 3] ” niet aannemelijk. Het hof verwijst in dit verband naar hetgeen hiervoor onder de dikgedrukte kop “Filipijnse dwergvalken” hieromtrent is overwogen.
Bij deze stand van zaken leidt het hof uit het voorgaande af dat ook de overige in de tenlastelegging vermelde vogels afkomstig zijn uit de zending van 20 oktober 2010 van Sofia Zoo aan verdachte. Hetgeen door de verdediging is gesteld - doch in ieder geval niet is aangetoond - omtrent naadloos gesloten pootringen, staat daaraan niet in de weg.
Het verzoek van de verdediging ten aanzien van de vijf luzon neushoornvogels die volgens de verdediging niet gerelateerd kunnen worden aan de Filipijnenzending, om [getuige 4] als getuige te horen, wordt afgewezen. Daartoe overweegt het hof als volgt.
Uit het voorgaande vloeit voort dat verdachte niet kan aantonen dat deze luzon neushoornvogels overeenkomstig de geldende wetgeving en met inachtneming van de Basisverordening en de Uitvoeringsverordening zijn verkregen, nu verdachte deze vogels niet op de juiste wijze in zijn administratie heeft opgenomen. Om die reden is het horen van [getuige 4] in het kader van het beroep op de vrijstelling van artikel 7 van de Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet niet noodzakelijk.
Voor zover de raadsvrouw [getuige 4] als getuige wenst te horen ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde overweegt het hof als volgt.
Gelet op het late stadium waarin de raadsvrouw om het horen van deze getuige heeft verzocht met de hierboven genoemde motivering en mede gelet op de omstandigheid dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat voornoemde luzon neushoornvogels niet waren voorzien van een naadloos gesloten pootring acht het hof het niet noodzakelijk om [getuige 4] als getuige te horen.
Strafbaarheid van de verdachte
Oneigenlijk bezit
Aalscholvers
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte geen reden had om aan de legaliteit van deze vogels te twijfelen. De aalscholvers waren immers voorzien van een naadloos gesloten pootring.
Oordeel van het hof
Het hof begrijpt het verweer aldus dat verdachte zich niet (langer) op het standpunt stelt dat de vogels als gefokte vogels moeten worden aangemerkt doch dat hij verontschuldigbaar heeft gedwaald ten aanzien van de voorwaarden voor toepasselijkheid van de vrijstelling, omdat de vogels waren voorzien van gesloten pootringen.
Het hof verwerpt dit verweer. Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van [getuige 5] (pagina’s 2820 en 2813). In het bijzonder acht het hof niet aannemelijk dat deze onder druk van de politie onjuist heeft verklaard.
[getuige 5] heeft verklaard dat verdachte hem (bij herhaling) heeft gevraagd uit te kijken naar jonge aalscholvers. Daarbij heeft verdachte klaarblijkelijk niet aangegeven dat hij alleen gefokte exemplaren wilde hebben, als dat al het geval was. [getuige 5] heeft dat ook niet zo begrepen. Volgens [getuige 5] vroeg verdachte het weer aan hem omdat hij dacht dat [getuige 5] het eventueel kon regelen. [getuige 5] verklaart dat de aalscholvers net in de veren zaten; ze moesten wel uit het nest gehaald zijn. Op de vraag of verdachte wist of had kunnen weten dat de aalscholvers uit het wild waren, heeft [getuige 5] geantwoord dat verdachte dat wist. [getuige 5] had verdachte verteld dat hij ze had geringd.
Op grond hiervan is niet aannemelijk geworden dat verdachte heeft gedwaald zoals namens hem is betoogd.
Dubbele geelkopamazone en tucuman amazone
Het hof acht - mede gelet op de uitkomst van het onderzoek naar de microchip in de geelkopamazone en het ontbreken van de juiste pootringen - niet aannemelijk geworden dat er sprake is van een verontschuldigbare administratieve vergissing, zoals betoogd door de verdediging.
Dierentuinroute Filipijnen
Het hof begrijpt dat verdachte zich op het standpunt stelt dat hij er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat de kuifhaviken rechtmatig zijn verworven door “ [betrokkene 3] ”.
Het hof verwerpt dit verweer. Naar het oordeel van het hof had verdachte nadere informatie moeten inwinnen omtrent de inhoud van het Cites-document en/of de (gestelde) afkomst van de vogels (via “ [betrokkene 3] ”, zoals gesteld). Voor zover daarop een beroep is gedaan, geldt dit ook voor de andere vogels waarvan verdachte heeft gesteld dat hij ze van “ [betrokkene 3] ” heeft gekocht.
Verdachte is strafbaar aangezien ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
FEIT 2:
De tenlastelegging
2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012
te [plaats] , althans in Nederland,
telkens geen en/of een onjuiste en/of een onvolledige registratie als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, onder c van de Regeling administratie bezit en
handel in beschermde dier- en plantensoorten heeft bijgehouden,
immers ontbrak in zijn registratie de vermelding van de levende specimens
van in gevangenschap geboren en gefokte of uit het wild afkomstige dieren,
behorende tot beschermde uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage B bij de
Basisverordening 338/97,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
en/of
werden bij de registratie, bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Regeling
administratie bezit en handel in beschermde dier- en plantensoorten, terwijl
dit van toepassing was niet bewaard alle aantekeningen en bescheiden,
waaronder nota’s, vrachtbrieven en andere bewijsmiddelen, boeken, registers
of andere hulpmiddelen, die betrekking hebben op het onder zich hebben, het
ontvangen, verkopen of afleveren van specimens, bedoeld in artikel 2, eerste
lid van de Regeling administratie bezit en handel in beschermde dier- en
plantensoorten,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde. Hij heeft zich aangesloten bij de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 tenlastegelegde, nu verdachte heeft voldaan aan zijn administratieve verplichtingen. Zij heeft in dit verband verwezen naar bijlage 2 bij de pleitnotitie in eerste aanleg. De administratie van verdachte is niet doorgenummerd omdat deze slechts uit één pagina bestaat. Voorts heeft de raadsvrouw opgemerkt dat de bewaartermijn van drie jaar inmiddels is verstreken. Deze termijn liep tot 1 maart 2014. Daarna heeft verdachte alle stukken vernietigd. Tijdens de doorzoeking op 12 november 2012 waren alle bewijsstukken aanwezig in de woning van verdachte, maar het onderzoeksteam heeft niet goed gezocht en heeft deze bewijsstukken daarom niet gevonden.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Uit de hiervoor ter zake van feit 1 weergegeven bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen - welke hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - volgt (onder meer) dat verdachte in de tenlastegelegde periode twee Filipijnse dwergvalken, tien panay neushoornvogels dan wel luzon neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, kuifhaviken en bonte kiekendieven onder zich heeft gehad en daar op grond van artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet de in deze overwegingen genoemde verboden handelingen mee heeft verricht.
Ten aanzien van het eerste deel van de tenlastelegging
Het hof heeft geconstateerd dat in de inkoop- en verkoopadministratie van verdachte over het jaar 2011 (bijlage 1145 en 1146) verschillende kuifhaviken zijn opgenomen. Bij deze vermeldingen ontbreken echter codes of merktekens (ringnummers) op basis waarvan duidelijk is om welke specifieke kuifhaviken het gaat. Daarmee voldoet de administratie van verdachte op dit punt niet aan de wettelijke vereisten zoals opgenomen in artikel 3, eerste lid, onder j van de Regeling administratie bezit en handel in beschermde dier- en plantensoorten (hierna: Regeling administratie) in samenhang met artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Regeling administratie.
De verdediging heeft gewezen op een registratieregister, gedateerd 1 januari 2011, gevoegd als bijlage 2 bij de pleitnotitie in eerste aanleg waarop verdachte de in de tenlastelegging genoemde vogels zou hebben geregistreerd. Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte op 12 november 2012 zou dit stuk over het hoofd zijn gezien door het onderzoeksteam. Het hof acht echter volstrekt onaannemelijk dat verdachte in de tenlastegelegde periode en ten tijde van de doorzoeking al over voornoemd registratieregister beschikte en dat dit bij de doorzoeking over het hoofd zou zijn gezien. Het hof acht bovendien niet aannemelijk dat het overgelegde registratieregister is opgemaakt op de op dit register vermelde datum. Ook is naar het oordeel van het hof opvallend dat dit registratieregister een geheel andere opmaak heeft dan de overige onder verdachte in beslag genomen administratie (bijlagen 1142 tot en met 1148). Bovendien volgt uit artikel 5, eerste lid, van de Regeling administratie dat een administratie per pagina een doorlopende nummering moet bevatten. Het door de verdediging overgelegde registratieregister voldoet niet aan dit wettelijke vereiste. Gelet op het voorgaande verwerpt het hof het door de raadsvrouw gevoerde verweer dat verdachte heeft voldaan aan zijn administratieve verplichtingen.
Het hof stelt aldus vast dat verdachte geen (deugdelijke) registratie in zijn administratie heeft bijgehouden ter zake van de hiervoor genoemde Filipijnse dwergvalken, panay neushoornvogels dan wel luzon neushoornvogels, rosse neushoornvogels, kuifhaviken en bonte kiekendieven, zoals dat verplicht is op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Regeling administratie. Het hof verklaart derhalve het eerste deel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het tweede deel van de tenlastelegging
Het hof stelt vast dat verdachte niet alle in dit deel van de tenlastelegging genoemde documentatie heeft bewaard ter zake van de in de tenlastelegging genoemde Filipijnse dwergvalken, de neushoornvogels, de bonte kiekendieven en de kuifhaviken. Gelet op artikel 3, tweede lid in samenhang bezien met artikel 2.1, eerste lid, van de Regeling administratie was dit echter wel verplicht.
De raadsvrouw heeft in dit verband opgemerkt dat de bewaartermijn van drie jaar - die liep tot 1 maart 2014 - inmiddels is verstreken. Na die datum heeft verdachte alle stukken vernietigd. Het hof overweegt hieromtrent dat de door de raadsvrouw genoemde bewaartermijn op 12 november 2012, de datum van de doorzoeking in de woning van verdachte, nog niet was verstreken. Op die dag zijn alle administratiestukken met betrekking tot het onder zich hebben, ontvangen, verkopen of afleveren van voornoemde vogels echter niet aangetroffen in zijn woning. Dat deze stukken over het hoofd gezien zouden zijn, acht het hof niet aannemelijk. Het hof concludeert daarom dat verdachte de vereiste documentatie in de tenlastegelegde periode niet heeft bewaard. Het verweer van de raadsvrouw wordt verworpen en het hof verklaart ook het tweede deel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012
te [plaats] , althans in Nederland,
telkens geen en/of een onjuiste en/of een onvolledige registratie als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, onder c van de Regeling administratie bezit en
handel in beschermde dier- en plantensoorten heeft bijgehouden,
immers ontbrak in zijn registratie de vermelding van de levende specimens
van in gevangenschap geboren en gefokte of uit het wild afkomstige dieren,
behorende tot beschermde uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage B bij de
Basisverordening 338/97,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
en/of
werden bij de registratie, bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Regeling
administratie bezit en handel in beschermde dier- en plantensoorten, terwijl
dit van toepassing was niet bewaard alle aantekeningen en bescheiden,
waaronder nota’s, vrachtbrieven en andere bewijsmiddelen, boeken, registers
of andere hulpmiddelen, die betrekking hebben op het onder zich hebben, het
ontvangen, verkopen of afleveren van specimens, bedoeld in artikel 2, eerste
lid van de Regeling administratie bezit en handel in beschermde dier- en
plantensoorten,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
de overtreding:
overtreden van een voorschrift gesteld krachtens artikel 81, eerste lid, van de Flora- en faunawet, tweemaal gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
FEIT 3:
De tenlastelegging
3. primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens al dan niet opzettelijk dieren en/of producten in Nederland heeft
gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks, 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke dieren en/of producten zijn verzonden vanuit een derde land en via
Nederland voor het eerst in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de
Europese Unie van toepassing is zijn gebracht;
3. subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, vogels in Nederland heeft gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks, 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke vogels zijn verzonden vanuit een lidstaat of een andere staat die
partij is bij het EER-Verdrag dan wel vanuit een derde land en via het
grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht en bestemd zijn
voor Nederland, een lidstaat of een andere staat die partij is bij het
EER-Verdrag;
3. meer subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van (een)
voorwerp(en), te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
de werkelijke aard en/of de herkomst, heeft verborgen of verhuld, terwijl hij
(telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraken
Wildvang Bulgarije, Wildvang Portugal en Vijfvogelregeling (ter zake van het onder 3 primair tenlastegelegde)
Het hof spreekt verdachte vrij van deze onderdelen van het onder 3 primair tenlastegelegde. In het bijzonder acht het hof niet bewezen dat de vogels - met uitzondering van de onder zaaksdossier “Dierentuinroute” vermelde vogels - via Nederland voor het eerst in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is zijn gebracht. De onder zaaksdossier “Wildvang Bulgarije” vermelde vogels zijn via Bulgarije binnen de EU gebracht. De onder zaaksdossier “Wildvang Portugal” vermelde vogels zijn vanuit Portugal naar Nederland gebracht. De onder zaaksdossier “Vijfvogelregeling” tenlastegelegde vogels zijn vanuit Duitsland naar Nederland gebracht.
Vijfvogelregeling
Vrijspraak van tien reuzentoerako’s en vijf ross toerako’s
Het hof acht - net als de rechtbank en anders dan de advocaat-generaal - niet bewezen dat verdachte voldoende betrokkenheid heeft gehad bij de zendingen die vanuit Oeganda naar Van Seters en Custers zijn gegaan om hem als medepleger aan te merken. Dit gaat om de zending van 1 november 2011 (vijf reuzentoerako’s), de zending van 6 juni 2012 (wederom vijf reuzentoerako’s) en de zending van 12 augustus 2012 (vijf ross toerako’s).
De in het dossier genoemde tapgesprekken zijn naar het oordeel van het hof niet zonder meer exclusief bij deze zendingen te plaatsen. Het enkele feit dat de vogels waren voorzien van pootringen die - op enig moment - door verdachte aan [medeverdachte 2] zijn geleverd, is ook onvoldoende om verdachtes betrokkenheid bij deze concrete zendingen bewezen te achten. Ook de vele tapgesprekken over vijf vogels duiden niet noodzakelijkerwijs op deze zendingen van vijf vogels. Verdachte wordt vrijgesproken van dit deel van het feit zoals hem onder 3 primair, subsidiair en meer subsidiair wordt verweten.
Vrijspraak van vijf papoea beo’s
Zoals hiervoor bij feit 1 is vermeld acht het hof de betrokkenheid van verdachte bij de zending van vijf papoea beo’s (op 2 februari 2011) onvoldoende om hem als (mede)pleger aan te merken. Daarom wordt hij voor vijf papoea beo’s vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 3 primair tenlastegelegde
Dierentuinroute
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde ter zake van voornoemd zaaksdossier, met dien verstande dat ook het opzet bewezen is en dat verdachte als medepleger kan worden aangemerkt. De advocaat-generaal gaat ervan uit dat de bij verdachte aangetroffen witnekraven en schildraven afkomstig zijn uit de Tanzania-zending. De door [getuige 6] bij de raadsheer-commissaris afgelegde verklaring acht de advocaat-generaal om verschillende redenen onbruikbaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft - kort gezegd - het volgende betoogd met betrekking tot zaaksdossier “Dierentuinroute” (dierentuinroute Filipijnen en dierentuinroute Tanzania).
Verdachte heeft de witnekraven en de schildraven die hij in zijn bezit had op 4 januari 2011 binnen Europa gekocht van [getuige 6] . [getuige 6] heeft dit bevestigd bij de raadsheer-commissaris. Verdachte had deze raven reeds voor 17 januari 2011 in zijn bezit. Het is daarom onmogelijk dat deze witnekraven en schildraven afkomstig zijn uit de Tanzania-zending die op 17 januari 2011 is tegengehouden door de Hongaarse douane. Er bevindt zich overigens onvoldoende bewijs in het dossier waaruit blijkt dat de raven op 17 januari 2011 zijn doorgelaten door de douane. De Bulgaarse autoriteiten hebben pas op 9 februari 2011 een definitieve beslissing genomen over het beslag en besloten om de raven door te laten. Verdachte heeft de witnekraven en de schildraven uit de Tanzania-zending dus niet in bezit kunnen hebben voor de door verdachte uitgevoerde geslachtsbepaling op 31 januari 2011. Weliswaar bevond zich een factuur gericht aan verdachte in de Tanzania-zending, maar deze is gefabriceerd door [bedrijf 2] welk bedrijf zich schuldig heeft gemaakt aan identiteitsfraude. Ook kan niet worden bewezen dat sprake is van medeplegen en dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld ter zake van voornoemd zaaksdossier. Gelet op het voorgaande dient verdachte vrijgesproken te worden.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Met betrekking tot de onder zaaksdossier “Dierentuinroute” vermelde panay of luzon neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, bonte kiekendieven, vier kuifhaviken en twee Filipijnse dwergvalken is het de vraag of uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de zending waarvan zij deel uitmaakten en die in oktober 2010 aankwam op Schiphol en eerst naar Sofia is vervoerd, door verdachte al dan niet samen met een ander of anderen opzettelijk in Nederland is gebracht. Naar het oordeel van het hof staat vast dat de zending bij verdachte is aangekomen. In de administratie van Sofia Zoo staat verdachte vermeld als bestemming van de zending. Als chauffeur staat vermeld: [naam] . Van hem blijkt niet dat hij in dienst of opdracht van verdachte handelt. Van enige expliciete communicatie van de kant van verdachte omtrent het vervoer van de zending blijkt niet uit de stukken.
Het hof leidt echter uit de volgende omstandigheden af dat verdachte de vogels heeft besteld:
- de vogels werden naar verdachte verzonden;
- de vogels zijn (klaarblijkelijk) bij verdachte aangekomen;
- verdachte is handelaar in vogels en pleegt in die hoedanigheid vogels te bestellen;
- het ontbreken van gegevens (in enige administratie) dat de vogels zonder voorafgaande bestelling aan verdachte zouden zijn gezonden.
Nu daarmee een wezenlijke bijdrage is geleverd, is naar het oordeel van het hof sprake van medeplegen van het opzettelijk in Nederland brengen van de vogels.
Hetzelfde geldt voor de tien witnekraven en schildraven. Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat het hierbij gaat om een deel van de zending die op 17 januari 2011 aan de Hongaarse grens is geïnspecteerd, waarbij Filipovic als chauffeur optrad. De zending was blijkens de bijbehorende documenten, de administratie van Sofia Zoo en de verklaring van de chauffeur bestemd voor verdachte. Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat het gedeelte van de zending met de witnekraven en schildraven aansluitend voor verder vervoer naar de bestemming is doorgelaten. Het hof acht niet aannemelijk dat dit deel van de zending eerst later is vrijgegeven.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat verdachte na de genoemde datum in het bezit kwam van (uit het wild afkomstige) tien witnekraven en schildraven. Van enige expliciete communicatie van de kant van verdachte omtrent het vervoer van de zending blijkt niet uit de stukken.
Het hof leidt echter uit de volgende omstandigheden af dat verdachte de vogels heeft besteld:
- de vogels werden naar verdachte verzonden;
- de vogels zijn (klaarblijkelijk) bij verdachte aangekomen;
- verdachte is handelaar in vogels en pleegt in die hoedanigheid vogels te bestellen;
- het ontbreken van gegevens (in enige administratie) dat de vogels zonder voorafgaande bestelling aan verdachte zouden zijn gezonden.
Daarmee is naar het oordeel van het hof sprake van medeplegen van het opzettelijk in Nederland brengen van de vogels.
Het hof acht niet aannemelijk dat verdachte de betreffende witnekraven en schildraven heeft gekocht van [getuige 6] , zoals door de verdediging is aangevoerd. Weliswaar heeft [getuige 6] bij zijn verhoor als getuige bij de raadsheer-commissaris in hoger beroep verklaard dat hij begin januari 2011 tien witnekraven en schildraven heeft verkocht aan verdachte en ze bij deze heeft doen afgeleverd. Het hof hecht echter om verschillende redenen geen geloof aan diens verklaring. Zo valt niet in te zien waarom [getuige 6] dit niet eerder bij zijn verhoor door de politie zou hebben verklaard toen verdachtes lezing hem werd voorgehouden. De door hem opgegeven redenen acht het hof niet geloofwaardig. Het hof acht zonder nadere onderbouwing ook niet aannemelijk dat de beweerdelijk eerst onlangs door verdachte aangetroffen e-mailberichten van hem en [getuige 6] authentiek zijn. Het ter terechtzitting door de verdediging gedane “aanbod” aan het hof om verdachte met behulp van zijn telefoon de (plaats van de betreffende) e-mailberichten te laten tonen, acht het hof ook onvoldoende.
Het hof acht bovendien geenszins aannemelijk geworden dat het bedrijf [bedrijf 2] zich aan identiteitsfraude zou hebben schuldig gemaakt, zoals is betoogd door de verdediging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde
Wildvang Bulgarije
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verwezen naar haar betoog met betrekking tot zaaksdossier “Wildvang Bulgarije” ter zake van het onder 1 tenlastegelegde. Gelet daarop dient verdachte ook vrijgesproken te worden van dit onderdeel van de tenlastelegging zoals onder 3 is tenlastegelegd.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk de onder voornoemd zaaksdossier vermelde vogels in Nederland heeft gebracht. Het hof verwijst voorts naar de overwegingen met betrekking tot de 265 piocephalus senegalus, 55 grijze roodstaartpapegaaien, tien tauraco perse, vijf tauraco hartlaubi, vijf tauraco livingstonii, vijf hill myna’s onder feit 1, welke eveneens deel uitmaakten van een aantal van de tien zendingen. Met betrekking tot het in Nederland brengen is bij een deel van de transporten sprake van medeplegen van verdachte en [medepleger 3] , bij een ander deel van verdachte, [medepleger 3] , [medepleger 2] en [betrokkene 2] .
Wildvang Portugal
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van dit onderdeel van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde.
Oordeel van het hof
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk de onder voornoemd zaaksdossier vermelde vogels in Nederland heeft gebracht. Verdachte heeft de vogels besteld bij “ [betrokkene 4] ” in Portugal. Deze “ [betrokkene 4] ” heeft de vogels vanuit Portugal vervoerd en in Nederland bij verdachte afgeleverd. Naar het oordeel van het hof levert het bestellen, kopen en in ontvangst nemen van de bestelling op een gedraging die kan worden aangemerkt als medeplegen van brengen in Nederland. Door verdachte is daarmee immers een wezenlijke bijdrage aan het binnen Nederland brengen geleverd.
Vijfvogelregeling
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van dit onderdeel van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde.
Standpunt van de verdediging
Verdachte ontkent dat hij betrokkenheid heeft gehad bij de zendingen van vijf ross toerako’s en vijf grijswangneushoornvogels, zodat vrijspraak van dit onderdeel van de tenlastelegging zou moeten volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk de volgende onder voornoemd zaaksdossier vermelde vogels in Nederland heeft gebracht.
In het bijzonder overweegt het hof ten aanzien van de verschillende zendingen als volgt.
Zeven geelkopgieren, twee pompadour cotinga’s en tien reuzentoerako’s (zendingen van 7 oktober 2011 en 8 mei 2012)
De zeven geelkopgieren en twee pompadour cotinga’s zijn op 7 oktober 2011 vanuit Dubai (via [medeverdachte 1] ) naar Frankfurt gebracht. Deze vogels werden begeleid door [getuige 5] en [betrokkene 2] . Vanuit Frankfurt zijn de vogels opgehaald en door Hoenselaar en [getuige 5] naar verdachte gebracht. Verdachte heeft erkend dat hij eigenaar is geweest van vijf van de geelkopgieren.
Op 8 mei 2012 zijn tien reuzentoerako’s vanuit Oeganda door [medeverdachte 2] per vliegtuig naar Frankfurt verzonden. De geadresseerde van deze zending is [betrokkene 1] . Deze vogels zijn begeleid door [getuige 6] en Bollen. Deze reuzentoerako’s zijn vervolgens via verdachte bij [betrokkene 1] beland.
De betrokkenheid van verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt uit diverse tapgesprekken en verklaringen.
Gelet op het voorgaande verklaart het hof bewezen dat verdachte het onder 3 subsidiair tenlastegelegde als medepleger heeft begaan met betrekking tot de hierboven genoemde vogels.
Vijf ross toerako’s en vijf grijswangneushoornvogels (zendingen van 7 mei 2012 en 14 mei 2012)
Op 7 mei 2012 zijn vijf ross toerako’s (ook wel geelkopjes genoemd) vanuit Oeganda door [medeverdachte 2] naar Hongarije verzonden naar [betrokkene 5] . Laatstgenoemde heeft een bedrijf dat levende dieren im- en exporteert. Daarna zijn deze vogels bij verdachte terechtgekomen.
Verdachte heeft voor deze vogels een geslachtsbepaling laten doen bij [bedrijf 7] . De ringnummers komen overeen met de ringnummers op de reisdocumenten die bij de verzonden vogels zaten. Overigens heeft verdachte deze ringen zelf doen toekomen aan [medeverdachte 2] die de vogels in Oeganda heeft geringd.
De vijf grijswangneushoornvogels (ook wel “Black and White” genoemd) zijn op 14 mei 2012 vanuit Oeganda eveneens door [medeverdachte 2] naar Hongarije verzonden, nu naar geadresseerde [naam] . Dit is de vrouw van [betrokkene 5] .
[betrokkene 5] heeft verklaard dat hij een zending vogels op naam van zijn vrouw heeft laten zetten omdat de (Hongaarse) douane hem heeft laten weten dat hij per persoon per jaar tien vogels mag importeren. Deze vogels zijn door een Hongaarse chauffeur, [naam] , naar [naam] in Nederland gebracht en op 18 mei 2012 bij verdachte terechtgekomen.
Uit in beslag genomen administratie bij [medeverdachte 2] blijkt dat de vijf ross toerako’s (“geelkop”) 5.000 euro en de grijswangneushoornvogels (“zwart wit”) 6.000 euro hebben opgebracht. Ook blijkt uit deze administratie dat de winst wordt gedeeld tussen drie personen.
Uit tapgesprekken volgt dat verdachte en [medeverdachte 1] deze lijn (invoeren via Hongarije) aan het testen waren.
Gelet op het voorgaande acht het hof de betrokkenheid van verdachte bij voornoemde zendingen bewezen, waarbij hij als medepleger kan worden aangemerkt.
Vijf papoea beo’s
Zoals hiervoor onder feit 1 is vermeld, acht het hof bewezen dat verdachte betrokkenheid heeft bij de zending van vijf papoea beo’s (14 januari 2011).
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
3. primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens al dan niet opzettelijk dieren en/of producten in Nederland heeft
gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van met 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks, 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke dieren en/of producten zijn verzonden vanuit een derde land en via
Nederland voor het eerst in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de
Europese Unie van toepassing is zijn gebracht;
3. subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, vogels in Nederland heeft gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met 12 september
2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels,
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, vijf, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke vogels zijn verzonden vanuit een lidstaat of een andere staat die
partij is bij het EER-Verdrag dan wel vanuit een derde land en via het
grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht en bestemd zijn
voor Nederland, een lidstaat of een andere staat die partij is bij het
EER-Verdrag.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring dient in samenhang gelezen te worden met het hiervoor overwogene ter zake van het medeplegen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 3 primair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
Het onder 3 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
Wildvang Bulgarije
Het hof verwijst naar hetgeen over dit zaaksdossier bij feit 1 is overwogen in het kader van de strafbaarheid van het bewezenverklaarde. Uit deze overwegingen vloeit voort dat verdachte geen beroep toekomt op een vrijstelling.
Wildvang Portugal
Standpunt van de verdediging
Door de verdediging is betoogd dat er geen bewaarplicht bestaat ten aanzien van de eigenaarsverklaring zoals bedoeld in artikel 8.10 lid 1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten. Deze verklaring is volgens de verdediging duidelijk bedoeld als veterinair transportdocument. Ten aanzien van de zendingen bestaande uit 229 Helenafazanten, 35 napoleonwevers en 235 muskaatvinken vanuit Portugal geldt dat deze voorzien waren van een eigenaarsverklaring welke verklaring door verdachte is gecontroleerd. Deze eigenaarsverklaring is vervolgens weer meegenomen door [betrokkene 4] , aldus de verdediging.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Artikel 2.1, tweede lid, derde gedachtestreepje van de Regeling handel levende dieren en levende producten (hierna: Regeling handel) bepaalt dat het brengen van vogels in Nederland verboden is.
De verdachte beroept zich op de vrijstelling van artikel 2.2, derde lid, Regeling handel. De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de vogels vergezeld gaan van de verklaring, bedoeld in artikel 4, vierde gedachtestreepje, van richtlijn 92/65/EEG (artikel 8.10 van de Regeling handel), één en ander indien de vogels zijn verzonden vanuit een lidstaat dan wel vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht. Dit betreft een door het bedrijfshoofd zelf opgestelde verklaring dat de betreffende dieren op het ogenblik van verzending geen duidelijke ziekteverschijnselen vertonen en dat voor zijn bedrijf geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen gelden.
Met betrekking tot zaaksdossier “Wildvang Portugal” heeft verdachte verklaard dat de vogels vergezeld waren van een dergelijke verklaring toen “ [betrokkene 4] ” ze bracht, maar dat hij niet over de verklaring beschikt noch daarover behoeft te beschikken.
De advocaat-generaal heeft gewezen op de bewaarplicht op grond van de fiscale regelgeving.
Voor een verklaring als hier bedoeld, geldt echter geen bewaarplicht. Verdachte heeft naar het oordeel van het hof niet aannemelijk gemaakt dat er sprake was van een eigenaarsverklaring. Het hof acht de enkele verklaring van verdachte daarvoor niet voldoende. Verdachte had bijvoorbeeld een fotokopie van de verklaring kunnen maken. Dat betekent dat het beroep op de vrijstelling wordt verworpen.
Zoals hierna bij de bespreking van feit 4 zal blijken, spreekt het hof verdachte ter zake van het onder 4 tenlastegelegde vrij van het onderdeel “Wildvang Portugal”. Daartoe overweegt het hof dat bij feit 4 bewezen moet worden dat verdachte niet beschikte over een eigenaarsverklaring. Daarvoor is onvoldoende bewijs. Bij feit 3 gaat het erom dat verdachte een beroep op een vrijstelling toekomt indien hij kan aantonen dat hij de beschikking heeft over een dergelijke verklaring. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte dat niet aangetoond. Van een tegenstrijdigheid is geen sprake.
Vijfvogelregeling
Standpunt van het openbaar ministerie
Volgens het openbaar ministerie heeft de verdachte niet aan de vereisten van de vijfvogelregeling voldaan en kan hij zich niet op een vrijstelling beroepen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte een beroep kan doen op de vrijstelling van de vijfvogelregeling, omdat hij heeft voldaan aan alle voorwaarden die daaraan worden gesteld. Daartoe is kort gezegd het volgende aangevoerd:
- een zending van maximaal vijf vogels is per definitie niet-commercieel;
- de definitie van “gezelschapsdier” zoals die is verwoord in de Verordening 2016/429 mag niet worden meegenomen in deze zaak;
- alle in de tenlastelegging genoemde vogels zijn bij hun oorspronkelijke eigenaar gebleven. Deze eigenaar was steeds al eigenaar vóór de invoer van de vogels (deze was namelijk eigenaar geworden in Dubai of Oeganda).
Oordeel van het hof
Op de ten behoeve van de hiervoor bewezenverklaarde vogelzendingen opgemaakte certificaten is steeds ingevuld dat de vogels niet worden verzonden voor commerciële doeleinden.
Juridisch kader van de vijfvogelregeling
Naar het oordeel van het hof is niet aangetoond dat de vogels overeenkomstig de in een lidstaat geldende wetgeving en met inachtneming van de Basisverordening en Uitvoeringsverordening zijn verkregen. Tot deze regelgeving moet worden gerekend Verordening (EG) nr. 318/2007 van 23 maart 2007. Uitgangspunt van deze verordening is dat import van vogels uit derde landen uitsluitend is toegestaan als aan bepaalde in de verordening omschreven voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn onder meer dat de vogels:
(1) afkomstig moeten zijn van een in een derde land erkend vermeerderingsbedrijf;
(2) in gevangenschap zijn gefokt;
(3) vóór verzending getest zijn op bepaalde vogelziektes;
(4) vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat;
(5) voorzien zijn van een naadloos gesloten pootring of een microchip en
(6) gedurende 30 dagen (op de plaats van bestemming) in quarantaine worden gehouden in een daarvoor erkende voorziening (zie artikelen 4 tot en met 6 en artikel 11 verordening 318/2007).
Deze strenge voorwaarden zijn - gelet op de inleidende overwegingen bij de verordening 318/2007 - ingegeven door de wens om vogelziektes, afkomstig van (in het wild gevangen) vogels, en daarmee verband houdende risico’s voor dierenwelzijn, dierengezondheid en besmetting met en verspreiding van virusziekten, zoveel mogelijk te voorkomen. Op de hiervoor omschreven geldende voorwaarden voor import uit derde landen bestaat een uitzondering voor zogenaamde gezelschapsdieren. Deze uitzondering vindt haar oorsprong in verordening (EG) nr. 998/2003 van 26 mei 2003 (verder ook: Verordening 998/2003). In die verordening wordt in artikel 3 een definitie van gezelschapsdieren gegeven, te weten:
“dieren (…) die hun eigenaar of een natuurlijk persoon die er namens de eigenaar tijdens het verkeer voor verantwoordelijk is, begeleiden en die niet voor verkoop of eigendomsoverdracht bestemd zijn.”
De uitzondering voor de import van gezelschapsdieren is verder uitgewerkt in een beschikking van de Commissie 2007/25/EG van 22 december 2006 tot vaststelling van beschermende maatregelen van gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen (verder ook beschikking 2007/25). In de preambule van deze beschikking wordt onder meer het volgende overwogen:
“Om duidelijk onderscheid te kunnen maken tussen in gevangenschap levende vogels die in het wild voor commerciële invoer zijn gevangen en gezelschapsvogels, moet het verkeer van levende gezelschapsvogels onderworpen blijven aan strikte voorwaarden (…) om de status van gezelschapsvogels te waarborgen en de verspreiding van (…) virusziekten te voorkomen.”
Eén van die strikte voorwaarden houdt in dat het verkeer vanuit derde landen van levende gezelschapsvogels uitsluitend is toegestaan als de zending uit niet meer dan vijf vogels bestaat (zie artikel 1 van beschikking 2007/25).
De uitzondering van de vijfvogelregeling is gezien de definitie van het begrip “gezelschapsdier”, en in het Engels “pet”, duidelijk bedoeld voor vogels die hun eigenaar - zij het dat de eigenaar iemand kan machtigen - (als huisdier) van de ene naar de andere plaats vergezellen. Dit volgt ook uit het feit dat de vogels niet bedoeld mogen zijn voor verkoop of eigendomsoverdracht.
Onder de groep “gezelschapsvogels” worden dus niet begrepen vogels die vanuit een derde land Europa worden binnengebracht en zich dan pas in Europa bij hun nieuwe eigenaar voegen. In dat geval worden de vogels immers door de vorige eigenaar naar de nieuwe eigenaar verzonden. Ofwel, dan verhuizen de vogels niet met hun eigenaar mee.
Verder worden onder gezelschapsdieren in ieder geval uitdrukkelijk niet begrepen: vogels die in het wild voor commerciële invoer zijn gevangen. Dit wordt expliciet in de preambule van beschikking 2007/25 overwogen (zie hierboven). Dit brengt onder meer mee dat voor commerciële doeleinden in het wild gevangen vogels nimmer op grond van de vijfvogelregeling vanuit een derde land binnen het grondgebied van de Europese Unie mogen worden gebracht. Dit eigenaarschap brengt immers geen verandering in het feit dat de vogels in kwestie zijn gevangen met het oogmerk die te verkopen en daardoor geen gezelschapsdieren zijn.
In verordeningen 2013/576 en 2016/429 zijn de bewoordingen van de vijfvogelregeling veranderd. Gelet op de toelichting is hier naar het oordeel van het hof sprake van een verduidelijking van de bewoordingen en niet van een wijziging in de zin van uitbreiding of beperking van de strekking of de reikwijdte van de regeling.
Vrijstelling?
De hiervoor genoemde - bewezenverklaarde - vogels, waren toen zij vanuit Oeganda dan wel vanuit Dubai werden verzonden, bestemd voor verkoop en eigendomsoverdracht aan een ander, bijvoorbeeld [betrokkene 1] . Reeds hierdoor kan niet gesproken worden van de invoer van gezelschapsdieren in de zin van de vijfvogelregeling (zie juridisch kader hierboven). Door toch onder het mom van deze regeling de strenge regels (Verordening 318/2007) voor invoer van vogels uit derde landen te omzeilen, hebben verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] misbruik gemaakt van de vijfvogelregeling. De gehele logistieke en financiële afhandeling is immers in samenspraak tussen verdachte en [medeverdachte 1] gebeurd. De vogelroute via Oeganda is in zeer nauwe samenwerking met [medeverdachte 2] gegaan, zo volgt uit de vele tapgesprekken. Van “gezelschapsvogels” in de zin van de hiervoor genoemde verordening is geen sprake. Diverse vogels zijn in het wild gevangen en hebben nimmer in gezelschap van mensen verkeerd.
Met het in hoger beroep gevoerde verweer dat zendingen van vijf vogels per definitie niet-commercieel zijn, geeft verdachte er blijk van de strekking van de regeling - zoals die hiervoor is beschreven - niet te (willen) begrijpen. Het beroep dat de verdediging heeft gedaan op de uitleg van de Nederlandse bestuursrechter (CBB:2011:BV1294 en CBB:2012:BY0422) slaagt evenmin, reeds omdat in die zaken sprake was van een zending van 25 en van 10 vogels (dus meer dan vijf vogels). In die beslissingen valt in het geheel niet te lezen dat de bestuursrechter het standpunt huldigt dat een zending van vijf vogels per definitie niet-commercieel is.
De vogels die per zending van vijf stuks zijn getransporteerd zijn wel degelijk bestemd voor de handel. Uit tal van tapgesprekken tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is af te leiden dat deze vogels voor de verkoop zijn bestemd. [betrokkene 1] is één van de afnemers. Uit aantekeningen is af te leiden dat de winst die met de verkoop van deze vogels wordt gemaakt door drie gedeeld wordt: verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De winst is enorm, zo kost een in het wild gevangen toerako bijna niets en wordt deze verkocht voor 2.000 euro (aan [betrokkene 1] ).
Het door de verdediging gevoerde verweer dat van commerciële doeleinden geen sprake was omdat (bijvoorbeeld) [betrokkene 1] de vogels al in Dubai of Oeganda heeft gekocht, wordt eveneens verworpen. Dat [betrokkene 1] de vogels al in het buitenland heeft gekocht en hij deze dus als eigenaar zelf (of door middel van een gemachtigde) heeft “ingevoerd” in Nederland blijkt geenszins uit de stukken en uit de diverse tapgesprekken.
De verweren worden derhalve verworpen. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Vijfvogelregeling
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte de vijfvogelregeling zo heeft begrepen dat voor de transacties waaraan hij heeft deelgenomen de vrijstelling van toepassing was. Hij heeft zich georiënteerd alvorens hij de vijf geelkopgieren heeft ingevoerd. Hij heeft een grammaticale interpretatie van de regelgeving aangehouden.
Daarnaast is bepleit dat de Duitse douane verschillende zendingen die vallen onder de vijfvogelregeling heeft gecontroleerd en doorgelaten. Dat heeft tot gevolg dat het intracommunautair vertrouwensbeginsel niet wordt gerespecteerd indien de rechter nogmaals toetst of misbruik is gemaakt van de vijfvogelregeling.
Oordeel van het hof
Het hof overweegt als volgt.
Zoals ook blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, wisten verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heel goed dat hun handelwijze niet te verenigen was met de vrijstelling van de vijfvogelregeling, althans hebben zij bewust deze kans op de koop toe genomen. Diverse zendingen zijn bij de douane teruggestuurd, bijvoorbeeld in België en in Frankfurt. In elk geval waren de verdachten zich bewust van de aanmerkelijke kans dat het niet goed was, zo is ook af te leiden uit tapgesprekken. Zo moet er “geld” naar de man in Frankfurt (350 euro) en wordt een route via Hongarije “getest”. Aan het enkele feit dat een Duitse dierenarts verschillende keren toch een zending heeft doorgelaten, kunnen zij geen gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat hun handelwijze in overeenstemming was met de regeling.
Het hof kan niet anders dan constateren dat verdachte samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bewust de vijfvogelregeling heeft gebruikt (en daarmee misbruikt) om in strijd met de regelgeving deze vogels in Nederland in te voeren. Verdachte mocht er niet zonder meer van uit gaan dat zijn eigen interpretatie van de vijfvogelregeling in orde was.
Het door de verdediging gevoerde verweer dat verdachte vijf geelkopgieren voor zichzelf (privé) had gekocht en dat hij voor die vogels wel gebruik kon maken van de vrijstelling van de vijfvogelregeling wordt verworpen. Niet blijkt waar en bij welke instantie hij zich vooraf heeft georiënteerd, en evenmin is duidelijk geworden waarom hij voor privédoeleinden wel op deze wijze zou mogen handelen. Het blijft immers commercieel, ook al koopt hij ze voor zichzelf.
Het verweer dat het intracommunautair vertrouwensbeginsel niet wordt gerespecteerd indien de rechter - na controle door de Duitse douane - nogmaals toetst of misbruik is gemaakt van de vijfvogelregeling, wordt eveneens verworpen. De rechter moet, zeker en juist wanneer onregelmatigheden bij het gebruikmaken van de vijfvogelregeling worden vermoed, kunnen toetsen of de regeling juist is nageleefd.
Het hof begrijpt het door de verdediging gevoerde verweer ook nog in meer algemene zin aldus dat een beroep wordt gedaan op rechtsdwaling. Voor het slagen van een beroep op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van het bewezenverklaarde feit, is vereist dat aannemelijk is dat de verdachte heeft gehandeld in een verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten gedraging. Van een zodanige onbewustheid kan slechts sprake zijn, indien de verdachte ten tijde van het begaan van het feit in de overtuiging verkeerde dat zijn gedraging niet ongeoorloofd was (vgl. HR 9 maart 2004, LJN AO1490, NJ 2004, 675). Aan deze voorwaarden is gelet op het vorenstaande niet voldaan. Het hof voegt daaraan toe dat de verdediging niet heeft gesteld dat verdachte advies heeft ingewonnen bij een gezaghebbende instantie.
De verweren worden verworpen. Verdachte is strafbaar.
FEIT 4:
De tenlastelegging
4:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dier(en),
te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met 12 september
2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels,
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van met 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
terwijl hij wist en/of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen of
nalaten, een besmetting met dan wel de verspreiding van een krachtens artikel
15 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekte
kon worden veroorzaakt,
- niet aan zijn verplichting heeft voldaan dergelijk handelen achterwege te
laten, terwijl dit in redelijkheid van hem kon worden gevergd,
en/of
- niet alle maatregelen heeft genomen die in redelijkheid van hem konden
worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
die vogels in Nederland gebracht en/of samengebracht en/of verzameld en/of
verkocht en/of verhandeld en/of overgedragen en/of onder zich gehad,
terwijl
- die vogels niet afkomstig waren uit erkende vermeerderingsbedrijven en/of
- niet aan de invoervoorschriften en/of de quarantainebepalingen werd voldaan
en/of
- die vogels niet tenminste 30 dagen in een erkende quarantainevoorziening
zijn gehouden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraken
Wildvang Portugal
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat de vogels die onder dit zaaksdossier vallen volgens de geldende regelgeving vanuit Portugal naar Nederland zijn vervoerd. Er zat immers een eigenaarsverklaring bij de zending waarbij de verkoper nadrukkelijk heeft verklaard dat de vogels op het moment van verzending geen duidelijke ziekteverschijnselen vertoonden en dat voor het bedrijf waar de vogels vandaan kwamen geen veterinairrechtelijke beperkingen golden. Ten aanzien van deze eigenaarsverklaring bestaat geen bewaarplicht. Onder deze omstandigheden is geen sprake van overtreding van artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Oordeel van het hof
Het hof is - anders dan de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 4 tenlastegelegde met betrekking tot zaaksdossier “Wildvang Portugal”. Daartoe overweegt het hof als volgt.
Vast staat dat de vogels die onder voornoemd zaaksdossier vallen vanuit Portugal (een land binnen de EU) naar Nederland zijn vervoerd. Uit artikel 2.1, tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten (hierna: regeling handel) blijkt - kort gezegd - dat het brengen van vogels in Nederland vanuit een lidstaat of andere staat die partij is bij het EER-verdrag dan wel vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht, verboden is. Op dit verbod bestaat een uitzondering als de vogels vergezeld gaan van een verklaring zoals bedoeld in artikel 4, vierde gedachtestreepje, van richtlijn 92/65 EEG (artikel 8.10 van de Regeling handel). Dit betreft een door het bedrijfshoofd zelf opgestelde verklaring dat de betreffende dieren op het ogenblik van verzending geen duidelijke ziekteverschijnselen vertonen en dat voor zijn bedrijf geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen gelden.
Verdachte heeft verklaard dat de vogels die vanuit Portugal naar zijn bedrijf in Nederland werden vervoerd steeds vergezeld gingen van een dergelijke verklaring, maar dat hij niet over deze verklaring beschikt noch daarover behoeft te beschikken.
Het hof heeft in de hierboven genoemde regelgeving, de toelichtingen daarop dan wel elders geen nadere uitleg kunnen vinden van de in artikel 4 van richtlijn 92/65 EEG vermelde bewoordingen “vergezeld gaan van”. Voorts is het hof niet gebleken dat de strekking van de hiervoor genoemde bepalingen ruimer is dan dat het voor de ontvanger op het moment van het transport en het in ontvangst nemen van de betreffende dieren duidelijk moet zijn geweest dat deze dieren gezond waren en dat deze niet afkomstig waren uit een bedrijf waarvoor veterinairrechtelijke beperkingen golden.
Ook blijkt uit de van toepassing zijnde regelgeving niet dat er een bewaarplicht geldt met betrekking tot de hiervoor genoemde verklaring van het bedrijfshoofd. Het hof kan daarom niet de conclusie trekken dat verdachte verplicht was om de hiervoor bedoelde verklaring te bewaren nadat het transport van de vogels was voltooid. Eén en ander brengt met zich dat niet kan worden uitgesloten dat de in voornoemd zaaksdossier genoemde vogelzendingen steeds vergezeld gingen van een verklaring van het bedrijfshoofd zoals bedoeld in artikel 4 van richtlijn 92/65 EEG en dat deze zendingen aldus overeenkomstig de geldende regelgeving vanuit Portugal naar Nederland zijn vervoerd. Dat heeft tot gevolg dat ook niet kan worden bewezen dat verdachte wist of moest weten dat door zijn handelen een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt.
Het hof spreekt verdachte daarom vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Zoals het hof reeds hiervoor bij feit 3 in het kader van de strafbaarheid van het bewezenverklaarde heeft overwogen, moet bij feit 4 bewezen worden dat verdachte niet beschikte over een eigenaarsverklaring. Daarvoor is onvoldoende bewijs. Bij feit 3 gaat het erom dat verdachte een beroep op een vrijstelling toekomt indien hij kan aantonen dat hij de beschikking heeft over een dergelijke verklaring. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte dat niet aangetoond. Van een tegenstrijdigheid is geen sprake.
Vijfvogelregeling
Verdachte is ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde vrijgesproken van de in zaaksdossier “Vijfvogelregeling” opgenomen zendingen van 1 november 2011 (vijf reuzentoerako’s), 6 juni 2012 (vijf reuzentoerako’s) en augustus 2012 (vijf ross toerako’s) omdat er onvoldoende bewijs is voor verdachtes betrokkenheid bij deze zendingen. Ten aanzien van het onder 1 en 3 tenlastegelegde is verdachte ook vrijgesproken van de zending van 2 februari 2011 betreffende vijf papoea beo’s. Gelet daarop dient verdachte ook vrijgesproken te worden van het verwijt dat hij met voornoemde zendingen in strijd heeft gehandeld met artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Dierentuinroute
Vrijspraak medeplegen
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het tenlastegelegde medeplegen met betrekking tot dit zaaksdossier.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 4 tenlastegelegde
Algemeen
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, dient ook een bewezenverklaring te volgen ten aanzien van het onderdeel “Wildvang Bulgarije”.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 4 in het algemeen betoogd dat verdachte zich aan alle voorwaarden voor invoer van vogels heeft gehouden en derhalve geen sprake is van een gezondheidsrisico zoals bedoeld in artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Vrijspraak dient daarom te volgen.
Het hof zal hierna per zaaksdossier ingaan op het door de raadsvrouw gevoerde verweer zoals hierboven is weergegeven.
Wildvang Bulgarije
Bewijsoverwegingen
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de vogels die onder dit zaaksdossier vallen allemaal zijn gezien door een Europees gecertificeerde Staatsdierenarts. Daarmee is elk risico tot verspreiding van dierziektes zodanig beperkt dat van een schending van artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geen sprake meer kan zijn. Vrijspraak ter zake van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen in het kader van feit 3 subsidiair - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - heeft verdachte ter zake van zaaksdossier “Wildvang Bulgarije” in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vogels vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat (namelijk Bulgarije) in Nederland gebracht. Het hof heeft reeds overwogen dat de vogels die onder voornoemd zaaksdossier in de tenlastelegging zijn genoemd uit het wild afkomstig zijn. Daarmee staat vast dat verdachte ten aanzien van alle in de tenlastelegging onder dit zaaksdossier genoemde zendingen in strijd heeft gehandeld met het invoervoorschrift dat de vogels afkomstig moeten zijn van een erkend vermeerderingsbedrijf, welk voorschrift thans is vermeld in artikel 5 onder c van Verordening 139/2013. Daardoor is het risico ontstaan dat een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt. De door de raadsvrouw genoemde omstandigheid dat alle onder voornoemd traject vallende vogels zijn gezien door een Europees gecertificeerde Staatsdierenarts - als dat al zo zou zijn - maakt het voorgaande niet anders.
Verdachte heeft deze vogels in Nederland en op zijn bedrijf gebracht, samengebracht, verzameld en onder zich gehad - terwijl er ook andere vogels op zijn bedrijf aanwezig waren - zonder te controleren of aan alle vereiste voorschriften is voldaan en zonder zich te vergewissen van de herkomst van de vogels. Door dit handelen heeft verdachte het risico genomen op besmetting met en verspreiding van vogelziekten zoals genoemd in artikel 7 van de Regeling preventie bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (hierna: Regeling preventie). Als zeer ervaren vogelhandelaar moet verdachte op de hoogte zijn geweest van deze risico’s. Het hof verklaart daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als medepleger opzettelijk artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren heeft overtreden.
Vijfvogelregeling
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 4 tenlastegelegde vanwege de bepleite vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde ter zake van zaaksdossier “Vijfvogelregeling”. Verdachte heeft immers voldaan aan alle voorwaarden van de vijfvogelregeling. Daardoor kan niet langer gesproken worden van een risico zoals bedoeld in artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte nooit de feitelijke beschikkingsmacht heeft gehad over de tien reuzentoerako’s, vijf ross toerako’s, vijf grijswangneushoornvogels en de vijf papoea beo’s behorende tot de tweede zending en hij daarom niet als houder kan worden aangemerkt ten aanzien van deze vogels. Vrijspraak dient te volgen voor zover de tenlastelegging ziet op voornoemde vogels.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen in het kader van feit 3 subsidiair - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - heeft verdachte ter zake van zaaksdossier “Vijfvogelregeling” (als medepleger) in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vogels vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat in Nederland gebracht.
Het hof is van oordeel dat verdachte als gevolg van zijn actieve betrokkenheid bij deze vogelzendingen ook in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Voor dit oordeel is het volgende redengevend.
De strenge regels voor de invoer van vogels van buiten de EU naar een land binnen de EU zijn ingegeven door de wens om vogelziektes afkomstig van (in het wild gevangen) vogels en daarmee verband houdende risico’s voor de diergezondheid en de verspreiding van virusziekten zoveel mogelijk te voorkomen. Verdachte heeft vogels, waarvan grotendeels vast staat dat deze in het wild zijn gevangen, voor commerciële doeleinden binnen het grondgebied van de EU gebracht terwijl deze vogels niet afkomstig zijn van erkende vermeerderingsbedrijven en niet in gevangenschap zijn gefokt (althans waarvan dit geenszins vast staat). Juist de eis dat vogels bij import/verhandeling van erkende vermeerderingsbedrijven afkomstig en in gevangenschap gefokt moeten zijn, wordt gesteld ter voorkoming van de hiervoor omschreven risico’s. Door in weerwil van deze strenge regels zoals thans verwoord in Verordening 139/2013 te handelen en daarbij op oneigenlijke wijze gebruik te maken van de vijfvogelregeling heeft verdachte opzettelijk het risico op besmetting met dan wel verspreiding van dierziekten genomen. Verdachte heeft aldus opzettelijk artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren overtreden. Naar het oordeel van het hof is ten aanzien van de verschillende zendingen die vallen onder de vijfvogelregeling steeds sprake van medeplegen, nu verdachte deze vogelzendingen telkens samen met (een) ander(en) binnen de EU heeft gebracht en hij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de verschillende zendingen. De omstandigheid dat verdachte geen houder is geweest van alle in de tenlastelegging onder het zaaksdossier “Vijfvogelregeling” genoemde vogels, zoals is opgemerkt door de raadsvrouw, staat een bewezenverklaring van dit onderdeel van de tenlastelegging geenszins in de weg. Nu het hof heeft geoordeeld dat verdachte als medepleger dient te worden aangemerkt, hoeven immers niet alle delictsbestanddelen door verdachte zelf te zijn vervuld.
Dierentuinroute Tanzania
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit van dit onderdeel van de tenlastelegging, omdat de bij verdachte aangetroffen witnekraven en schildraven niet afkomstig zijn uit de Tanzania-zending. Subsidiair, indien het hof ervan uit gaat dat de witnekraven en schildraven wel afkomstig zijn uit de Tanzania-zending, blijkt niet dat deze raven afkomstig zijn uit het wild. Deze raven zijn immers niet vermeld op de bij deze zending behorende CITES-documenten aangezien witnekraven en schildraven niet zijn beschermd op grond van het CITES-verdrag. Voorts zat er een gezondheidscertificaat bij de witnekraven en de schildraven. Ook subsidiair dient aldus vrijspraak te volgen. Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen in het kader van feit 3 primair - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - heeft verdachte ter zake van bovengenoemd zaaksdossier in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vogels vanuit een derde land via Nederland voor het eerst in de EU gebracht. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de in de tenlastelegging genoemde witnekraven en schildraven vanuit Tanzania via Nederland in Bulgarije zijn ingevoerd door Sofia Zoo. Het hof heeft reeds overwogen dat deze witnekraven en schildraven uit het wild afkomstig zijn. Daarmee staat vast dat verdachte in strijd heeft gehandeld met het invoervoorschrift dat de vogels afkomstig moeten zijn van een erkend vermeerderingsbedrijf, welk voorschrift thans is vermeld in artikel 5 onder c van Verordening 139/2013. Daardoor is het risico ontstaan dat een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt. Dat er een gezondheidscertificaat aanwezig was bij voornoemde witnekraven en schildraven - als dat al zo zou zijn - maakt voorgaande niet anders.
Verdachte heeft deze vogels in Nederland en op zijn bedrijf gebracht, samengebracht, verzameld en onder zich gehad - terwijl er ook andere vogels op zijn bedrijf aanwezig waren - zonder te controleren of aan alle vereiste voorschriften is voldaan en zonder zich te vergewissen van de herkomst van de vogels. Door dit handelen heeft verdachte het risico genomen op besmetting met en verspreiding van vogelziekten zoals genoemd in artikel 7 van de Regeling preventie. Als zeer ervaren vogelhandelaar moet verdachte op de hoogte zijn geweest van deze risico’s. Het hof verklaart daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren heeft overtreden.
Dierentuinroute Filipijnen
Standpunt van de verdediging
Volgens de raadsvrouw heeft verdachte de onder deze zending vallende vogels volgens de geldende regelgeving ingevoerd en dient vrijspraak te volgen. Ten aanzien van de Filipijnse dwergvalken en de kuifhaviken blijkt uit niets dat zij de quarantaineperiode niet hebben doorlopen. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen in het kader van feit 3 primair - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - heeft verdachte ter zake van bovengenoemd zaaksdossier in strijd met artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vijf panay en vijf luzon neushoornvogels, twee rosse neushoornvogels, twee Filipijnse dwergvalken, bonte kiekendieven en vier kuifhaviken vanuit een derde land via Nederland voor het eerst in de EU gebracht.
Het hof stelt vast dat de voorgeschreven quarantaineperiode van 30 dagen zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, van Verordening 139/2013 ter zake van de in de tenlastelegging genoemde Filipijnse dwergvalken en kuifhaviken niet in acht is genomen. Deze vogels zijn immers op 11 oktober 2010 vanuit de Filipijnen aangekomen in Nederland en zijn daarna direct naar Sofia Zoo vervoerd. Vervolgens zijn deze vogels op 20 oktober 2010 door Sofia Zoo naar verdachte gestuurd. Daarmee staat vast dat ten aanzien van deze vogels niet is voldaan aan de hiervoor genoemde verplichting dat zij 30 dagen in quarantaine moeten worden gehouden. Daardoor is het risico ontstaan dat een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt.
Met betrekking tot de neushoornvogels en de bonte kiekendieven overweegt het hof als volgt.
De onder [betrokkene 1] en [betrokkene 6] aangetroffen Panay neushoornvogels hadden alle geen naadloos gesloten pootring om. Ook bij de onder [betrokkene 6] aangetroffen Luzon neushoornvogel was dit het geval. Gelet daarop acht het hof ook bewezen dat de vier aan [getuige 4] geleverde Luzon neushoornvogels niet waren voorzien van een naadloos gesloten pootring. Deze vogels waren immers afkomstig uit dezelfde zending als de hiervoor genoemde neushoornvogels die alle geen dergelijke ring om hadden. Gelet daarop acht het hof bewezen dat de aan [getuige 4] geleverde neushoornvogels niet waren voorzien van een naadloos gesloten pootring. Uit de door [getuige 4] afgelegde verklaring en uit overige bewijsmiddelen blijkt niet van het tegendeel. De onder [betrokkene 1] aangetroffen rosse neushoornvogels waren enkel voorzien van een open pootring. Ook de bonte kiekendieven waren voorzien van open pootringen. Uit het voorgaande trekt het hof de conclusie dat alle neushoornvogels en bonte kiekendieven niet waren voorzien van een naadloos gesloten pootring. Daarmee staat vast dat deze vogels niet afkomstig kunnen zijn van een erkend vermeerderingsbedrijf. Voorgaande is in strijd met het in artikel 5 onder c van Verordening 139/2013 vermelde invoervoorschrift. Gelet daarop is het risico ontstaan dat een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt.
Zoals het hof bij feit 1 reeds heeft overwogen, wordt het verzoek om [getuige 4] als getuige te horen afgewezen.
Verdachte heeft deze vogels in Nederland en op zijn bedrijf gebracht, samengebracht, verzameld en onder zich gehad - terwijl er ook andere vogels op zijn bedrijf aanwezig waren - zonder te controleren of aan alle vereiste voorschriften is voldaan en zonder zich te vergewissen van de herkomst van de vogels. Door dit handelen heeft verdachte het risico genomen op besmetting met en verspreiding van vogelziekten zoals genoemd in artikel 7 van de Regeling preventie. Als zeer ervaren vogelhandelaar moet verdachte op de hoogte zijn geweest van deze risico’s. Het hof verklaart daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren heeft overtreden.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
4:
(traject Wildvang Bulgarije)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dier(en),
te weten:
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met 12 september
2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels,
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van met 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dier(en),
te weten:
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, vijf, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dier(en),
te weten:
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
terwijl hij wist en/of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen of
nalaten, een besmetting met dan wel de verspreiding van een krachtens artikel
15 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekte
kon worden veroorzaakt,
- niet aan zijn verplichting heeft voldaan dergelijk handelen achterwege te
laten, terwijl dit in redelijkheid van hem kon worden gevergd,
en/of
- niet alle maatregelen heeft genomen die in redelijkheid van hem konden
worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
die vogels in Nederland gebracht en/of samengebracht en/of verzameld en/of
verkocht en/of verhandeld en/of overgedragen en/of onder zich gehad,
terwijl
- die vogels niet afkomstig waren uit erkende vermeerderingsbedrijven en/of
- niet aan de invoervoorschriften en/of de quarantainebepalingen werd voldaan
en/of
- die vogels niet tenminste 30 dagen in een erkende quarantainevoorziening
zijn gehouden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring dient in samenhang gelezen te worden met het hiervoor overwogene ter zake van het medeplegen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd
en
opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
FEIT 5:
De tenlastelegging
5:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
- 29, althans een of meer geslachtsbepalingsdocument(en) (08.AMB.12) en/of
- 15, althans een of meer Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong (08.AMB.18)
en/of
- een factuur (nr. 24212A) betreffende 3 amoerpanters (08.AMB.21) en/of
- een factuur (nr. 171212A) betreffende 5 Lemur catta (08.AMB.20) en/of
- een factuur (nr. 143212A) betreffende 1 Liger (08.AMB.22) en/of
- een factuur (nr. 112012A) betreffende 2 Panthera tigris X panthera leo
(08.AMB.23) en/of
- 11, althans een of meer facturen betreffende de levering van voedseldieren
(09.AMB.09, bijlage 1192 tot en met 1201 en 1474),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) in strijd met
de waarheid
- op de/het geslachtsbepalingsdocument(en) (door het plaatsen van een valse
handtekening) doen voorkomen alsof dierenarts [dierenarts 1] de/het
geslachtsbepalingsdocument(en) heeft ondertekend en/of
- op de Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong opgenomen dat de daarin
vermelde dieren van oorsprong uit Nederland afkomstig zijn en in eigen
beheer zijn gefokt bij het bedrijf [bedrijf 3] te [plaats] en/of
- op factuur nr. 24212A opgenomen dat de 3 amoerpanters door Serengeti Park Hodenhagen
aan [bedrijf 8] zijn/worden verkocht voor een bedrag
van 5.000 euro en/of
- op factuur nr. 171212A opgenomen dat de 5 Lemur catta door Tierpark Strohen
aan [bedrijf 9] zijn/worden verkocht voor een bedrag van
3.500 euro en/of
- op factuur 143212A opgenomen dat de Liger door [betrokkene 7] aan [bedrijf 8]
is/wordt verkocht voor een bedrag van 6.000 euro en/of
- op factuur 112012A opgenomen dat de 2 Panthera tigris X panthera leo door
[betrokkene 7] aan [betrokkene 8] zijn/worden verkocht voor een
bedrag van 15.000 euro en/of
- op de facturen betreffende de voedseldieren opgenomen dat er voedseldieren aan [bedrijf 1] zijn geleverd,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak medeplegen
Naar het oordeel van het hof kan ter zake van de geslachtsbepalingsdocumenten, de Leveranciersverklaringen van Oorsprong en de facturen met betrekking tot de amoerpanters, de lemur catta’s en de lijgers telkens niet worden bewezen dat sprake is van medeplegen. Het hof spreekt verdachte daarvan vrij.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 5 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 5 tenlastegelegde. Hij heeft zich aangesloten bij de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 5.
De geslachtsbepalingsdocumenten
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte de in de tenlastelegging bedoelde geslachtsbepalingsdocumenten weliswaar heeft vervaardigd, maar dat hij nooit de intentie heeft gehad deze als echt en onvervalst te gebruiken. Vrijspraak dient te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
De op de tenlastelegging vermelde geslachtsbepalingsdocumenten zijn onder verdachte aangetroffen. Op deze documenten stond een handtekening van de dierenarts [dierenarts 1] . In aanvulling op hetgeen door de rechtbank is overwogen, heeft het hof geconstateerd dat deze geslachtsbepalingsdocumenten zijn ingevuld. Op de verschillende documenten worden specifieke vogelnamen genoemd en onderaan op de documenten is te zien of de vogel een “man” of een “pop” betreft.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij voornoemde geslachtsbepalingsdocumenten heeft nagemaakt met daarop een geprinte handtekening van [dierenarts 1] . [dierenarts 1] heeft deze handtekening niet zelf gezet, aldus verdachte.
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer moet worden verworpen. Immers valt niet in te zien waarom verdachte deze geslachtsbepalingsdocumenten zou vervalsen zonder dat hij deze documenten wilde gebruiken. De omstandigheid dat deze documenten reeds waren ingevuld, sterkt het hof in zijn overtuiging dat verdachte van plan was de hiervoor genoemde geslachtsbepalingsdocumenten als echt en onvervalst te gebruiken.
Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich ten aanzien van deze documenten aan valsheid in geschrift schuldig heeft gemaakt.
De Leveranciersverklaringen van Oorsprong
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat de door verdachte gebruikte Leveranciersverklaringen van Oorsprong (LvO’s) op zodanige wijze gelezen dienen te worden dat de dieren zowel in eigen beheer gefokt kunnen zijn dan wel afkomstig kunnen zijn van in Nederland gevestigde fokkers. De betreffende LvO’s zijn dus conform de waarheid opgemaakt. Overigens stond verdachte tot 1 februari 2014 bedrijfsmatig ingeschreven op het adres [adres 5] te [plaats] . Anders dan de rechtbank heeft overwogen, is de ondertekening van de LvO met benoeming van dit adres niet vreemd. Vrijspraak van dit onderdeel van het onder 5 tenlastegelegde dient te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Verdachte heeft in de periode van 21 juni 2012 tot en met 1 november 2012 vijftien LvO’s ondertekend en als bewijsstuk voor het verkrijgen van een Certificaat van Oorsprong (CvO) aan de Kamer van Koophandel te Den Haag verstrekt. De Kamer van Koophandel heeft in de periode van 22 juni 2012 tot en met 1 november 2012 vijftien CvO’s opgesteld voor het bedrijf [bedrijf 3] te [plaats] .
Op de hiervoor genoemde LvO’s is vermeld dat de betreffende dieren van oorsprong uit Nederland afkomstig zijn en dat ze in eigen beheer zijn gefokt bij het bedrijf [bedrijf 3] aan de [adres 5] te [plaats] .
Uit de door [betrokkene 9] afgelegde verklaring blijkt dat hij de eigenaar is van het erf en de schuren aan de [adres 5] te [plaats] . [betrokkene 9] heeft één van deze schuren in het verleden verhuurd aan verdachte van het bedrijf [bedrijf 3] . De huur liep tot januari of februari van het jaar 2012. Toen is de huurovereenkomst beëindigd omdat [betrokkene 9] de schuur zelf nodig had.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij tot de maand maart van het jaar 2012 een pand had aan de [adres 5] in [plaats] . Toen het onderzoeksteam een half jaar later binnenviel in dat pand was verdachte daar al weg.
Uit voornoemde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - blijkt dat op de door verdachte ondertekende en aan de Kamer van Koophandel verstrekte LvO’s stond vermeld dat de betreffende dieren van oorsprong uit Nederland afkomstig zijn en in eigen beheer zijn gefokt op het adres [adres 5] in [plaats] , terwijl het bedrijf van verdachte op het moment van tekenen en verstrekken al meer dan een half jaar niet meer op dat adres was gevestigd. De raadsvrouw heeft opgemerkt dat de ondertekening van de LvO’s met benoeming van dit adres niet vreemd is, aangezien verdachte hier tot 1 februari 2014 bedrijfsmatig stond ingeschreven. Uit de door verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg en de door [betrokkene 9] afgelegde verklaring blijkt echter dat verdachte uiterlijk in de maand maart 2012 uit het op dit adres gevestigde pand is vertrokken. Het hof concludeert derhalve dat sprake is van valsheid nu verdachte na de maand maart 2012 de betreffende LvO’s heeft ondertekend met vermelding van het hiervoor genoemde adres.
Dat de betreffende LvO’s zo gelezen moeten worden dat de dieren zowel in eigen beheer gefokt kunnen zijn dan wel afkomstig kunnen zijn van in Nederland gevestigde fokkers, zoals is opgemerkt door de raadsvrouw, blijkt naar het oordeel van het hof overigens op geen enkele wijze uit deze LvO’s dan wel uit overige bewijsmiddelen. De tekst op deze LvO’s laat redelijkerwijs geen ruimte voor deze interpretatie van de verdediging. Zo staat op de betreffende verklaringen steeds vermeld: “Verklaart mede dat de op de bovengenoemde CvO vermelde dieren worden gekocht en gefokt bij in Nederland gevestigde fokkers.” Naar het oordeel van het hof moet het daarom ook voor verdachte duidelijk zijn geweest dat hij de genoemde LvO’s niet op de juiste wijze heeft ingevuld.
Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte valsheid in geschrift heeft gepleegd ten aanzien van de hiervoor genoemde LvO’s.
De facturen met betrekking tot de amoerpanters, de ringstaartmaki’s en de lijgers
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden ter zake van de tenlastegelegde valsheid in geschrift met betrekking tot bovengenoemde facturen. De gebruikte facturen moeten worden gezien als een waardeverklaring van de dieren binnen Europa. Het op deze waardeverklaring vermelde bedrag was steeds naar waarheid ingevuld.
Ten aanzien van de factuur betreffende de amoerpanters geldt in het bijzonder dat de drie amoerpanters wel degelijk door het Serengeti Park aan het [bedrijf 8] zijn geleverd waarbij verdachte als tussenpersoon heeft gefungeerd.
Met betrekking tot de factuur betreffende de ringstaartmaki’s (lemur catta’s) geldt in het bijzonder dat het op de factuur vermelde bedrag van 3.500 euro de daadwerkelijke handelsprijs binnen Europa was. Zowel de verkopende partij als de aankopende partij was op de hoogte van deze prijs en de uiteindelijke bestemming van de dieren.
Ten aanzien van de facturen betreffende de lijgers geldt ook dat zowel de verkoper als de koper op de hoogte was van de koopprijs binnen Europa en de uiteindelijke bestemming van de dieren.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Verdachte heeft verklaard dat hij de in de tenlastelegging genoemde facturen betreffende de amoerpanters, de ringstaartmaki’s en de lijgers heeft opgemaakt.
Uit hetgeen hiervoor door het hof is overwogen over de amoerpanters, de ringstaartmaki’s en de lijgers ter zake van feit 1 - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - blijkt dat verdachte deze dieren (als medepleger) heeft gekocht en vervolgens ten verkoop heeft aangeboden. De gegevens die op de facturen betreffende deze dieren staan vermeld - te weten dat deze dieren door respectievelijk het Serengeti-Park Hodenhagen, het Tierpark Ströhen en [betrokkene 7] zijn verkocht - kloppen dus niet met de werkelijkheid, nu verdachte en [medeverdachte 1] de daadwerkelijke verkopers waren. Alleen al om die reden is sprake van valse facturen. Bovendien is het hof gebleken dat er steeds een groot verschil bestaat tussen de op de facturen betreffende de amoerpanters en de lijgers genoemde bedragen en de daadwerkelijke opbrengsten van deze dieren. Dat de facturen als waardeverklaring van de dieren binnen Europa gezien moeten worden en de op deze facturen genoemde bedragen steeds naar waarheid zijn ingevuld, zoals betoogd door de raadsvrouw, wordt ook overigens weersproken door de bewijsmiddelen.
De door de verdediging overgelegde verklaring van “ [getuige 7] ” over de amoerpanters en de in maart 2012 verkochte lijger brengt het hof niet op andere gedachten. Op geen enkele manier is immers te controleren dat deze verklaring daadwerkelijk door de heer “ [getuige 7] ” (volgens de verdediging de buurman van [medeverdachte 1] in Dubai) is opgesteld. Daartoe overweegt het hof dat een kopie van het legitimatiebewijs van deze “ [getuige 7] ” bij de overgelegde verklaring ontbreekt.
Gelet op het voorgaande verklaart het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift met betrekking tot bovengenoemde facturen.
De facturen met betrekking tot de voedseldieren
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte wel degelijk voedseldieren heeft geleverd en gefactureerd aan [bedrijf 1] De op Bijlage 854 weergegeven berekening is pas na de levering van de voedseldieren aan [bedrijf 1] opgemaakt. Vrijspraak dient daarom te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Bij een doorzoeking in het bedrijfspand van verdachte zijn op 12 november 2012 facturen aangetroffen die zien op de levering van voedseldieren. Deze facturen zijn gericht aan [bedrijf 1] en hebben als factuurdata 11 oktober 2011 en 30 december 2011. Tijdens de doorzoeking zijn geen inkoopfacturen onder verdachte aangetroffen met betrekking tot voedseldieren.
Dezelfde facturen betreffende de levering van voedseldieren zijn op 12 november 2012 aangetroffen bij een doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf 1] , de onderneming van [betrokkene 1] .
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij deze facturen heeft opgemaakt omdat [betrokkene 1] van [bedrijf 1] hem dat had gevraagd.
De voormalig boekhouder van verdachte, de heer [betrokkene 10] , heeft verklaard dat er door verdachte ten behoeve van zijn bedrijf [bedrijf 3] - ondanks de bezwaren van [betrokkene 10] - geen kasadministratie werd bijgehouden. Verdachte gaf [betrokkene 10] mondeling aan wat hij per maand had aangekocht. Verdachte is nooit in staat geweest om contante aankopen en verkopen op vogelmarkten te verantwoorden. Er lagen nooit stukken ten grondslag aan de inkopen die werden geboekt op de laatste dag van de maand. Het was steeds het woord van verdachte, aldus [betrokkene 10] .
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van verdachte op 12 november 2012 zijn ook handgeschreven documenten aangetroffen met daarop vogelnamen, bijbehorende bedragen en berekeningen (onder meer bijlage 854). Het hof leidt uit de aantekeningen op bijlage 854 af dat de op deze bijlage vermelde berekeningen zien op de levering van vogels van verdachte aan [betrokkene 1] . De op pagina 3 van bijlage 854 vermelde bedragen van € 12.036,75 (een optelling van vier bedragen) en € 20.462,05 (een optelling van zes bedragen) bij elkaar opgeteld komen immers - op 10 eurocent na - overeen met de geldbedragen die op de facturen van verdachte aan [bedrijf 1] zijn vermeld voor de levering van voedseldieren (de op pagina 2366 genoemde bedragen die zien op de facturen betreffende voedseldieren bij elkaar opgeteld). Het hof gaat er daarom van uit dat de hiervoor genoemde facturen in werkelijkheid zien op de levering van vogels aan [betrokkene 1] .
Het hof is van oordeel dat uit niets blijkt dat verdachte daadwerkelijk voedseldieren heeft geleverd aan [bedrijf 1] Het hof acht dat dus niet aannemelijk. Zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, zijn er onder verdachte geen inkoopfacturen aangetroffen die zien op de aankoop van voedseldieren. Weliswaar heeft de verdediging verschillende verklaringen overgelegd van kooplieden op de Barneveldse markt waaruit zou kunnen blijken dat verdachte in 2011 voedseldieren kocht, maar het hof is door deze in algemene bewoordingen opgestelde en grotendeels identieke verklaringen niet overtuigd dat dit daadwerkelijk het geval was en dat eventuele transacties ten grondslag liggen aan de facturen. Door de kooplieden wordt immers niet gesproken over concrete transacties betreffende voedseldieren.
Aldus verklaart het hof - gelet op al het voorgaande - bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift met betrekking tot de hierboven genoemde facturen. Het hof is van oordeel dat verdachte ter zake van dit onderdeel van de tenlastelegging als medepleger kan worden aangemerkt, nu sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met [betrokkene 1] .
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
5:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika tezamen en in vereniging met (een)
ander12.(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
- 29, althans een of meer geslachtsbepalingsdocument(en) (08.AMB.12) en/of
- 15, althans een of meer Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong (08.AMB.18)
en/of
- een factuur (nr. 24212A) betreffende 3 amoerpanters (08.AMB.21) en/of
- een factuur (nr. 171212A) betreffende 5 Lemur catta (08.AMB.20) en/of
- een factuur (nr. 143212A) betreffende 1 Liger (08.AMB.22) en/of
- een factuur (nr. 112012A) betreffende 2 Panthera tigris X panthera leo
(08.AMB.23) en/of
- 11, althans een of meer facturen betreffende de levering van voedseldieren
(09.AMB.09, bijlage 1192 tot en met 1201 en 1474),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) in strijd met
de waarheid
- op de/het geslachtsbepalingsdocument(en) (door het plaatsen van een valse
handtekening) doen voorkomen alsof dierenarts [dierenarts 1] de/het
geslachtsbepalingsdocument(en) heeft ondertekend en/of
- op de Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong opgenomen dat de daarin
vermelde dieren van oorsprong uit Nederland afkomstig zijn en in eigen
beheer zijn gefokt bij het bedrijf [bedrijf 3] te [plaats] en/of
- op factuur nr. 24212A opgenomen dat de 3 amoerpanters door Serengeti Park Hodenhagen
aan [bedrijf 8] zijn/worden verkocht voor een bedrag
van 5.000 euro en/of
- op factuur nr. 171212A opgenomen dat de 5 Lemur catta door Tierpark Strohen
aan [bedrijf 9] zijn/worden verkocht voor een bedrag van
3.500 euro en/of
- op factuur 143212A opgenomen dat de Liger door [betrokkene 7] aan [bedrijf 8]
is/wordt verkocht voor een bedrag van 6.000 euro en/of
- op factuur 112012A opgenomen dat de 2 Panthera tigris X panthera leo door
[betrokkene 7] aan [betrokkene 8] zijn/worden verkocht voor een
bedrag van 15.000 euro en/of
- op de facturen betreffende de voedseldieren opgenomen dat er voedseldieren aan [bedrijf 1] zijn geleverd,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De bewezenverklaring dient in samenhang gelezen te worden met het hiervoor overwogene ter zake van het medeplegen.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
en
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
FEIT 6:
De tenlastelegging
6:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e):
Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document(en) van binnenkomst (met
de/het nummer(s) CVEDA.DE.2011.0002117-V1 en/of CVEDA.DE.2011.0002114-V1
en/of CVEDA.DE.2011.0001111-V1),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat voornoemd(e) Veterinaire Document(en)
(telkens) als (verplicht) begeleidingsdocument bij een zending vogels werd(en)
gevoegd
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens opzettelijk
valselijk en/of in strijd met de waarheid
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0002117-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [betrokkene 2] adres: [adres 3] , importeur
en/of leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was
en/of
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0002114-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [medeverdachte 1] , adres: [adres 3] , importeur en/of
leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was
en/of
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0001111-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [medeverdachte 1] , adres: [adres 4] , importeur en/of
leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was,
zulks terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat het/de document(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware(n) het/deze echt en onvervalst.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 6 tenlastegelegde, in die zin dat verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de in de tenlastelegging genoemde geschriften. Ook zonder de middels de vordering wijziging tenlastelegging aan dit feit toegevoegde zinsnede levert dit een strafbaar feit op, aldus de advocaat-generaal. Deze toegevoegde zinsnede heeft immers uitsluitend betrekking op het “voorhanden hebben” van de in de tenlastelegging bedoelde geschriften.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 6 tenlastegelegde. Niet verdachte, maar de dierenarts bij de douane heeft op de in de tenlastelegging genoemde documenten aangekruist dat sprake was van gezelschapsdieren. Overigens blijkt uit de bewijsmiddelen niet dat verdachte voornoemde documenten heeft gebruikt dan wel dat hij betrokken is geweest bij de zendingen waarop deze documenten betrekking hebben.
Oordeel van het hof
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is het hof - met de raadsvrouw - van oordeel dat verdachte vrijgesproken moet worden van het onder 6 tenlastegelegde. Het hof overweegt daartoe als volgt.
De in de tenlastelegging genoemde documenten met de nummers CVEDA.DE.2011.0002117-V1 en CVEDA.DE.2011.0002114-V1 hebben allebei betrekking op zendingen van vijf “galliformes” (hoendervogels) die hebben plaatsgevonden op 11 maart 2011. Verdere informatie over deze zendingen ontbreekt in het dossier. Uit de bewijsmiddelen blijkt in elk geval niet dat verdachte op enige wijze gebruik heeft gemaakt van de hiervoor genoemde (valse) documenten.
Het in de tenlastelegging vermelde document met nummer CVEDA.DE.2011.0001111-V1 heeft betrekking op de zending betreffende vijf papoea beo’s op 2 februari 2011. Het hof heeft verdachte vrijgesproken van het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde met betrekking tot deze zending nu onvoldoende uit de bewijsmiddelen naar voren is gekomen dat verdachte hierbij betrokken is geweest. Gelet daarop dient verdachte ook vrijgesproken te worden van de aan hem tenlastegelegde valsheid in geschrift ten aanzien van voornoemd document dat ziet op de zending van 2 februari 2011 betreffende vijf papoea beo’s. Immers kan niet worden bewezen dat verdachte op enige wijze gebruik heeft gemaakt van dit (valse) document.
Bij gebrek aan voldoende bewijsmateriaal spreekt het hof verdachte aldus vrij van het onder 6 tenlastegelegde.
FEIT 7:
De tenlastelegging
7:
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 12 november
2012 te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland en/of Tsjechië
en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of Slowakije en/of Portugal
en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de Filipijnen en/of Indonesië
en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of Turkije en/of elders in Azië
en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of Tanzania en/of elders in Afrika
heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van een of meer personen bestaande uit hem,
verdachte, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of andere natuurlijke
personen en/of rechtspersonen welke organisatie telkens tot oogmerk had het
plegen van misdrijven, te weten:
- het opzettelijk verrichten van handelingen waardoor een besmetting dan wel
verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt
(101a GWD)
en/of
- het opzettelijk te koop vragen en/of kopen en/of verwerven en/of ten
verkoop voorhanden hebben en/of in voorraad hebben en/of verkopen en/of ten
verkoop aanbieden en/of vervoeren en/of het ten vervoer aanbieden en/of
afleveren en/of gebruiken voor commercieel gewin en/of ruilen en/of in ruil
aanbieden en/of het uitwisselen of tentoonstellen voor handelsdoeleinden
en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of onder
zich hebben van dieren behorende tot (een) beschermde diersoort(en) (13 FFW)
en/of
- het opzettelijk in strijd met de bij of krachtens de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren gestelde regels, te weten artikel 2.1 lid 2 van de
Regeling handel levende dieren en levende producten binnen Nederland
brengen van vogels (10 GWD) althans het plegen van witwassen
en/of
- het plegen van valsheid in geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van
het Wetboek van Strafrecht
en/of
- het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalste geschrift als ware
het echt en onvervalst als bedoeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van
Strafrecht.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 7 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 7 tenlastegelegde. Hij heeft zich aangesloten bij de overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 7.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 7 tenlastegelegde. Daartoe heeft zij aangevoerd dat door de tenlastegelegde handelingen geen gevaar voor de samenleving is ontstaan. Derhalve kan niet gesproken worden van een criminele organisatie zoals bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. De raadsvrouw heeft voorts naar voren gebracht dat er - behalve in het zaaksdossier “vijfvogelregeling” - geen samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bewezen kan worden. Gelet daarop kan geen sprake zijn van een duurzame en gestructureerde organisatie zoals bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht. Bovendien kan het opzet van verdachte op zijn deelneming aan de criminele organisatie niet worden bewezen. De wetenschap van verdachte was immers niet gericht op het plegen van misdrijven maar op het handelen in dieren. Vrijspraak dient te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof als volgt.
Het hof acht bewezen dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie welke tot oogmerk had het plegen van deze misdrijven. Het samenwerkingsverband bestond naast verdachte uit [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en was in het bijzonder gericht op de opzettelijke invoer van vogels zonder vrijstelling, in het bijzonder vrijstelling op grond van de vijfvogelregeling (opzettelijke overtreding van artikel 13 van de Flora- en faunawet, van de artikelen 10 en 101a Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en valsheid in geschrift). Verdachte heeft een aandeel gehad in, dan wel heeft ondersteund, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van dat oogmerk. Het hof verwijst in het bijzonder naar de bewijsmiddelen met betrekking tot de feiten 1 tot en met 4.
De stelling van de raadsvrouw dat door de tenlastegelegde handelingen geen gevaar voor de samenleving is ontstaan en dat om die reden niet gesproken kan worden van een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht, berust op een onjuiste lezing van de strafbepaling. Het verweer wordt ook op dit punt verworpen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
7:
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 12 november
2012 te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland en/of Tsjechië
en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of Slowakije en/of Portugal
en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de Filipijnen en/of Indonesië
en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of Turkije en/of elders in Azië
en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of Tanzania en/of elders in Afrika
heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van een of meer personen bestaande uit hem,
verdachte, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of andere natuurlijke
personen en/of rechtspersonen welke organisatie telkens tot oogmerk had het
plegen van misdrijven, te weten:
- het opzettelijk verrichten van handelingen waardoor een besmetting dan wel
verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt
(101a GWD)
en/of
- het opzettelijk te koop vragen en/of kopen en/of verwerven en/of ten
verkoop voorhanden hebben en/of in voorraad hebben en/of verkopen en/of ten
verkoop aanbieden en/of vervoeren en/of het ten vervoer aanbieden en/of
afleveren en/of gebruiken voor commercieel gewin en/of ruilen en/of in ruil
aanbieden en/of het uitwisselen of tentoonstellen voor handelsdoeleinden
en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of onder
zich hebben van dieren behorende tot (een) beschermde diersoort(en) (13 FFW)
en/of
- het opzettelijk in strijd met de bij of krachtens de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren gestelde regels, te weten artikel 2.1 lid 2 van de
Regeling handel levende dieren en levende producten binnen Nederland
brengen van vogels (10 GWD) althans het plegen van witwassen
en/of
- het plegen van valsheid in geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van
het Wetboek van Strafrecht
en/of
- het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalste geschrift als ware
het echt en onvervalst als bedoeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van
Strafrecht.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 7 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van zaaksdossier “vijfvogelregeling” betoogd dat verdachte altijd in de veronderstelling heeft verkeerd dat hij volgens de regelgeving heeft gehandeld. Bij voorbaat kon hij dus niet weten dat hij criminele handelingen pleegde.
Oordeel van het hof
Het hof vat voorgaande op als een beroep op afwezigheid van alle schuld wegens verontschuldigbare rechtsdwaling.
Zoals het hof reeds heeft overwogen bij de strafbaarheid van de verdachte ter zake van het onder 3 tenlastegelegde - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - dient dit verweer te worden verworpen.
Verdachte is strafbaar.
FEIT 8:
De tenlastelegging
8:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn en/of
letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die
dier(en) heeft benadeeld,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- ( honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager
dan 23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529),
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige
verzorging heeft onthouden,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- ( honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager dan
23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraken
Vrijspraak medeplegen
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 8A en 8B tenlastegelegde medeplegen.
Vrijspraak roof- en prooidieren
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van dit onderdeel van de tenlastelegging. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de rechtbank enkel op basis van de door dierenarts [dierenarts 2] afgelegde verklaring tot een bewezenverklaring van overtreding van artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is gekomen.
Oordeel van het hof
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, spreekt het hof verdachte vrij van het onder 8A tenlastegelegde ten aanzien van de roof- en prooidieren. Naar het oordeel van het hof blijkt uit de door dierenarts [dierenarts 2] afgelegde verklaring niet zonder meer dat de gezondheid dan wel het welzijn van de roof- en prooidieren reeds was benadeeld op 12 november 2012.
Het hof spreekt verdachte voorts - evenals de rechtbank - vrij van het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van de roof- en prooidieren.
Vrijspraak agapornissen
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor zover de tenlastelegging ziet op de agapornissen. Omdat op 12 november 2012 sprake was van een exportdag zaten de agapornissen tijdelijk in een te kleine kooi. Bij tijdelijke huisvesting dient anders getoetst te worden aan de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren dan bij permanente huisvesting.
Oordeel van het hof
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken moet worden van het onder 8A tenlastegelegde met betrekking tot de agapornissen.
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, spreekt het hof verdachte ook vrij van het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van de agapornissen. Daartoe overweegt het hof dat niet valt uit te sluiten dat op 12 november 2012 inderdaad sprake was van een exportdag en deze vogels, zoals verdachte heeft verklaard, pas enkele uren in de te kleine kooien zaten. Uit de door dierenarts [dierenarts 2] afgelegde verklaring kan niet zonder meer worden afgeleid dat de agapornissen al gedurende langere tijd in de kleine kooien waren gehuisvest en dat hun reeds de nodige verzorging werd onthouden.
Vrijspraak roodhalsganzen, eend, woestijnvossen en overige dieren
Het hof spreekt verdachte - evenals de rechtbank - vrij van het onder 8A en 8B tenlastegelegde met betrekking tot de roodhalsganzen, de eend, de woestijnvossen en de overige dieren voor zover in de tenlastelegging staat vermeld: “Vogels in vervuilde hokken; veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren; veel dieren zonder schoon drinkwater”. Ter zake van laatstgenoemde onderdelen uit de tenlastelegging bevindt zich onvoldoende bewijsmateriaal in het dossier om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Ten aanzien van de roodhalsganzen en de eend overweegt het hof dat de door de verdediging gegeven verklaring, inhoudende dat deze dieren klaar stonden voor de export en daarom niet de beschikking hadden over een met water gevulde zwemwaterbak, niet onaannemelijk is.
Met betrekking tot de woestijnvossen acht het hof de door de verdediging gegeven verklaring voor het dicht op elkaar zitten van deze dieren ook niet onaannemelijk.
Gedeeltelijke vrijspraak eekhoorns
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken moet worden van het onder 8A tenlastegelegde met betrekking tot de eekhoorns.
Gedeeltelijke vrijspraak Filipijnse dwergvalken, waterschildpadden en rolstaartbeer
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is het hof van oordeel dat uit de bewijsmiddelen onvoldoende naar voren komt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 8A tenlastegelegde met betrekking tot de Filipijnse dwergvalken, de waterschildpadden en de rolstaartbeer. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van deze onderdelen van de tenlastelegging.
Gelet op het voorgaande spreekt het hof verdachte geheel vrij van het onder 8A tenlastegelegde.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 8 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 8 tenlastegelegde conform de beslissing van de rechtbank.
De Filipijnse dwergvalken
Standpunt van de verdediging
Ter zake van de Filipijnse dwergvalken heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van dierenarts [dierenarts 2] onvoldoende grond vormt voor een veroordeling. De dwergvalken zaten slechts tijdelijk in de bench.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Door inspecteurs van de NVWA is waargenomen dat de bij verdachte aangetroffen Filipijnse dwergvalken in een kleine bench zaten, die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen. Het in de bench aanwezige drinkwaterbakje was ook ernstig verontreinigd. Gelet op de relatief kleine klauwtjes van de Filipijnse dwergvalken had de in de bench aanwezige zitstok duidelijk een te grote diameter.
De dierenarts [dierenarts 2] heeft verklaard dat de Filipijnse dwergvalken in een “vervoersbench” zaten. Gelet op de hoeveelheid uitwerpselen in deze bench waren de dwergvalken kennelijk langere tijd in deze bench gehuisvest. Deze vervoersbench was als zodanig niet geschikt als permanente huisvesting voor deze vogels. De dwergvalken hadden in deze bench te weinig bewegingsruimte en dat is schadelijk voor hen. De in de vervoersbench aanwezige zitstok was niet geschikt als zitstok voor de dwergvalken. De diameter van deze stok was veel te groot waardoor de poten van de Filipijnse dwergvalken verkeerd belast werden. Daarnaast was duidelijk te zien dat de vervoersbench onvoldoende werd schoongemaakt. In de bench en op de grond lag te veel ontlasting. Dat is schadelijk voor de gezondheid van de dwergvalken. Ook het in de drinkbakjes aanwezige sterk vervuilde drinkwater is schadelijk voor de Filipijnse dwergvalken omdat daar bacteriën in zitten die een verhoogde kans op maag- en darminfecties tot gevolg hebben. De Filipijnse dwergvalken werd de nodige verzorging onthouden, aldus [dierenarts 2] .
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de Filipijnse dwergvalken de nodige verzorging heeft onthouden. Uit de door dierenarts [dierenarts 2] afgelegde verklaring kan voorts worden afgeleid dat de dwergvalken al gedurende langere tijd in de te kleine bench zaten. Dat slechts van tijdelijke huisvesting sprake was, zoals betoogd door de raadsvrouw, is geenszins gebleken. Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van deze dwergvalken.
De waterschildpadden
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ter zake van het onthouden van de nodige verzorging aan de waterschildpadden.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
De onder verdachte aangetroffen waterschildpadden zaten in bakjes in een kast met schuiflades. In die bakjes hadden de schildpadden geen plek om droog te liggen behalve door boven op elkaar te gaan liggen. Na meting van de watertemperatuur in de bakjes met een geijkte thermometer bleek dat het water een temperatuur had variërend van 14 tot 18,5 graden Celsius. Het water in de bakjes was sterk vervuild met fecaliën.
De dierenarts [dierenarts 2] heeft verklaard dat er in verschillende bakjes te veel waterschildpadden zaten. Volgens [dierenarts 2] was de watertemperatuur in de bakjes te laag, aangezien de optimale temperatuur van het water rond de 23 graden Celsius zou moeten zijn. In verschillende bakjes hadden de waterschildpadden geen droge plek om te liggen terwijl dit wel zou moeten. Door deze wijze van houden van de waterschildpadden is de gezondheid van deze dieren geschaad, aldus [dierenarts 2] .
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de waterschildpadden de nodige verzorging heeft onthouden. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, verklaart het hof ook bewezen dat het water waarin de waterschildpadden zaten een te lage temperatuur had en dat dit onderdeel van de tenlastelegging heeft bijgedragen aan het onthouden van de nodige verzorging van deze dieren. Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van de waterschildpadden.
De eekhoorns
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij de in de tenlastelegging genoemde eekhoorns een paar dagen onder zich heeft gehad in zijn loods en dat hij er niet aan twijfelde dat deze eekhoorns in een slechte conditie verkeerden. Eén van de eekhoorns had een oogontsteking en de dieren hadden veel stress, aldus verdachte.
Door een inspecteur van de NVWA is waargenomen dat één van de eekhoorns een ontstoken oog had. Na onderzoek is gebleken dat de eekhoorns in slechte conditie verkeerden en zeer mager waren.
[getuige 8] , destijds werkzaam als dierenverzorgster bij verdachte, heeft verklaard dat verdachte geen dierenarts raadpleegde als er dieren ziek waren.
[getuige 9] , tevens werkzaam als dierenverzorger bij verdachte, heeft ook verklaard dat er geen dierenarts werd geconsulteerd wanneer een dier ziek was.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de eekhoorns de nodige verzorging heeft onthouden. Het hof leidt uit deze bewijsmiddelen immers af dat er geen dierenarts werd ingeschakeld ten behoeve van de eekhoorns terwijl verdachte wist dat de dieren ziek waren. Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van de eekhoorns.
De rolstaartbeer
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte de rolstaartbeer in een gazen kooi heeft geplaatst om dit dier te kunnen observeren. De rolstaartbeer verloor bloed en verdachte wilde dit bloed opvangen en onderzoeken. De gazen kooi waarin de rolstaartbeer zat, had dus een reëel en kortdurend redelijk doel. Vrijspraak dient daarom te volgen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Verdachte heeft de in de tenlastelegging genoemde rolstaartbeer in zijn loods onder zich gehad.
De dierenarts [dierenarts 2] heeft over deze rolstaartbeer verklaard dat deze in een kooi van gaas zat. Volgens [dierenarts 2] hoort een rolstaartbeer een nachthok te hebben. In de gazen kooi lag beschimmelde ontlasting. Volgens [dierenarts 2] is dit onacceptabel. De omstandigheid dat er beschimmelde ontlasting in de kooi lag, duidt er volgens hem op dat de rolstaartbeer niet slechts gedurende korte tijd in de kooi was gehuisvest.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de rolstaartbeer de nodige verzorging heeft onthouden. Uit de verklaring van [dierenarts 2] kan worden afgeleid dat het niet aannemelijk is dat de rolstaartbeer slechts gedurende een korte periode in de gazen kooi was gehuisvest. Ook blijkt uit deze verklaring dat verdachte de gazen kooi waarin de rolstaartbeer zat, niet goed schoon hield. Er lag immers beschimmelde ontlasting in de kooi. Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 8B tenlastegelegde ten aanzien van de rolstaartbeer.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 8 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
8:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn en/of
letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die
dier(en) heeft benadeeld,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- (honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager
dan 23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529),
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige
verzorging heeft onthouden,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- (honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager dan
23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
FEIT 9:
De tenlastelegging
9:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 1 augustus 2013 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van
zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn of letsel heeft
veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die dier(en)heeft
benadeeld,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 1 augustus 2013 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige verzorging
heeft onthouden,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof heeft geconstateerd dat de tenlastegelegde periode ter zake van het onder 9B tenlastegelegde verschilt van de tenlastegelegde periode ten aanzien van feit 9A. Nu de onder 9A en 9B tenlastegelegde feitelijkheden identiek zijn, gaat het hof ervan uit dat het hier een kennelijke verschrijving betreft. Het hof leest de in feit 9B genoemde periode verbeterd als “1 januari 2011 tot en met 1 augustus 2013” (overeenkomstig de in feit 9A genoemde periode). Nu de verdediging geen verweer heeft gevoerd op voornoemd punt is verdachte door deze verbeterde lezing niet in zijn verdediging geschaad.
Vrijspraken
Vrijspraak medeplegen
Het hof is - met de rechtbank - van oordeel dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 9A en 9B tenlastegelegde medeplegen.
Vrijspraak ter zake van het onder 9A tenlastegelegde
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is het hof van oordeel dat uit de bewijsmiddelen onvoldoende naar voren komt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 9A tenlastegelegde. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van dit deel van de tenlastelegging.
Bewijsoverwegingen ter zake van het onder 9 tenlastegelegde
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 9 tenlastegelegde conform de beslissing van de rechtbank.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de verschillende onderdelen van de tenlastelegging betwist en vrijspraak bepleit.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof - grotendeels met de rechtbank - als volgt.
Verdachte heeft de in de tenlastelegging genoemde otters in zijn loods onder zich gehad. Twee van de drie otters zaten in een verblijf van drie bij drie meter bij elkaar. De andere otter zat alleen in een hok van één bij één meter. Her en der lagen dode eendagskuikens in de verblijven. Er was geen water en geen schuilmogelijkheid voor de otters.
De dierenarts [dierenarts 2] heeft over de otters verklaard dat er voor hen geen mogelijkheid was om te schuilen. Er was ook geen water aanwezig in de verblijven, terwijl de essentiële behoefte van een otter is dat hij water ter beschikking heeft. Het verblijf waarin de twee otters waren gehuisvest, is niet acceptabel indien zij langer dan een paar dagen in dat verblijf moeten doorbrengen. Het verblijf waarin de overige otter zat, was nog kleiner en erg donker. Ook dat verblijf is niet acceptabel, aldus [dierenarts 2] . Voorts heeft [dierenarts 2] verklaard dat het voeren van alleen eendagskuikens aan de otters risicovol is. Door het voeren van uitsluitend eendagskuikens is de kans op nierstenen op de lange termijn groot.
Verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat de drie otters een paar maanden in te kleine kooien hebben gezeten. Hij vond het zelf ook onacceptabel dat de otters zo lang in deze kooien moesten zitten.
[getuige 8] heeft verklaard dat zij bij verdachte heeft gewerkt als dierenverzorgster. Tot eind november 2012 was zij degene die de otters meestal te eten gaf. De otters kregen met name kuikens te eten. Als er dieren ziek waren, werd er geen dierenarts ingeschakeld. Het werd dan zelf opgelost met een antibioticum genaamd Baytril, aldus [getuige 8] .
[getuige 9] heeft verklaard dat hij sinds eind november 2012, toen [getuige 8] vertrok, de otters heeft verzorgd. Verdachte verzorgde de otters in het weekend. De otters kregen alleen kuikens te eten. [getuige 9] heeft op 1 augustus 2013 verklaard dat er nog maar één van de drie otters in leven was. Deze otter was sterk vermagerd en inactief. Hij bewoog zich met zijn achterlichaam enigszins slepend over de grond. Kennelijk was deze otter ziek. Het dier kreeg geen medische behandeling en er was geen dierenarts ingeschakeld, aldus [getuige 9] . Voorts heeft [getuige 9] verklaard dat de drie otters volgens hem gezond waren toen deze bij verdachte arriveerden. De tweede otter is doodgegaan op 30 juli 2013. Deze otter sleepte al een tijd met zijn achterlichaam voordat hij dood ging. Als er dieren ziek waren, werd er geen dierenarts geraadpleegd. [getuige 9] loste het dan zelf op met antibiotica.
De dierenartsen [dierenarts 3] en [dierenarts 4] hebben verklaard dat de dode en de levende otters de nodige zorg is onthouden. Volgens deze dierenartsen is het niet toegestaan om antibiotica aan een dier toe te dienen zonder dat een dierenarts het desbetreffende dier heeft onderzocht.
Dierenarts [dierenarts 4] heeft voorts verklaard dat, gezien de gezondheidstoestand van de nog levende otter, een dierenarts had moeten worden geraadpleegd. Dit had zeker gemoeten gelet op het feit dat er al twee otters dood waren gegaan.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde otters de nodige verzorging heeft onthouden. Het hof verklaart aldus bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 9B tenlastegelegde.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
9:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 1 augustus 2013 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van
zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn of letsel heeft
veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die dier(en)heeft
benadeeld,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 1 augustus 2013 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige verzorging
heeft onthouden,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 9 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat het verblijf waarin de otters zaten niet was bedoeld als langdurig verblijf. Verdachte moest de otters langer huisvesten dan gepland omdat het Ministerie van Economische Zaken geen exportvergunning voor de dieren wilde afgeven. Verdachte heeft aldus niet verwijtbaar gehandeld.
Oordeel van het hof
Het hof vat voornoemd standpunt van de verdediging op als een beroep op afwezigheid van alle schuld wegens verontschuldigbare onmacht en overweegt daartoe als volgt.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen in het kader van de bewezenverklaring van feit 9 - welke overwegingen hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd - blijkt dat verdachte de otters de nodige verzorging heeft onthouden. De enkele omstandigheid dat verdachte de otters langer moest huisvesten dan de bedoeling was, brengt niet met zich dat verdachte (als verantwoordelijke voor de otters) deze otters niet langer de nodige zorg moest bieden. Overigens heeft het onthouden van de nodige verzorging ten aanzien van de otters niet uitsluitend betrekking op de verblijven maar ook op de voeding die de otters al dan niet werd toegediend en op de omstandigheid dat geen dierenarts werd geraadpleegd toen de otters ziek waren. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte verwijtbaar heeft gehandeld. Het beroep op afwezigheid van alle schuld wordt verworpen.
Verdachte is strafbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De dubbele geelkopamazone en de tucuman amazone
De raadsvrouw heeft het hof verzocht om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht ter zake van het onder 1 tenlastegelegde met betrekking tot de dubbele geelkopamazone en de tucuman amazone, aangezien verdachte na twee jaar niet meer in staat was om de vereiste vergunningen te tonen.
Het hof ziet daartoe geen aanleiding, reeds omdat niet aannemelijk is geworden dat er sprake is van een verontschuldigbare administratieve vergissing.
Overige strafmaatoverwegingen
De officieren van justitie hebben geëist dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast hebben de officieren van justitie gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot de volgende bijkomende straffen: een voorwaardelijke ontzetting uit het beroep van dierenhandelaar voor de duur van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaar en een voorwaardelijke stillegging van de ondernemingen [bedrijf 3] , [bedrijf 4] en [bedrijf 5] voor de duur van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaar.
De rechtbank heeft verdachte ter zake van het onder 1, 3 subsidiair, 4, 5, 7, 8 en 9 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de rechtbank verdachte ter zake van voornoemde feiten veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke ontzetting uit het beroep van dierenhandelaar voor de duur van 1 jaar met een proeftijd van 3 jaar.
Ter zake van de onder 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde overtredingen (in totaal vier overtredingen) heeft de rechtbank verdachte telkens (dat wil zeggen per overtreding) veroordeeld tot een geldboete van 500 euro subsidiair 10 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft geëist dat verdachte ter zake van de door hem bewezen geachte feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts dienen aan verdachte opgelegd te worden de volgende bijkomende straffen: een geheel voorwaardelijke ontzetting uit het beroep van dierenhandelaar voor de duur van 1 jaar en daarnaast een geheel voorwaardelijke stillegging van de ondernemingen [bedrijf 3] , [bedrijf 4] en [bedrijf 5] , steeds met een proeftijd van 3 jaar. Tot slot dient ter zake van de twee onder feit 2 bewezen geachte overtredingen telkens een geldboete van 500 euro subsidiair 10 dagen hechtenis aan verdachte te worden opgelegd.
De raadsvrouw heeft het hof verzocht om een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest aan verdachte op te leggen met daarnaast een voorwaardelijke taakstraf. Voorts heeft de raadsvrouw betoogd dat de onprofessionele opstelling van het onderzoeksteam verdisconteerd dient te worden in de strafmaat. Tot slot heeft de raadsvrouw aangevoerd dat
de oplegging van een bedrijfsverbod dan wel beroepsverbod door de wetgever als straf en niet als maatregel wordt gezien. Indien het hof deze straf oplegt aan verdachte, dient deze strafoplegging verdisconteerd te worden in de overige op te leggen straf.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ondanks de omstandigheid dat het hof deels andere feiten bewezen heeft verklaard dan de rechtbank heeft gedaan, acht het hof - zoals hierna zal blijken - de oplegging van dezelfde straf als de rechtbank aangewezen.
Ten aanzien van de misdrijven
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte zich op verschillende manieren op vrij grote schaal schuldig gemaakt aan - kort gezegd - illegale handel in vooral uitheemse diersoorten, in het bijzonder katachtigen en vogels.
Verdachte heeft meegedaan met de verkoop en levering van een aantal amoerpanters, ringstaartmaki’s, en tigons/lijgers aan een persoon of meer personen in de Verenigde Arabische Emiraten. Verdachte heeft niet alleen het transport van voornoemde dieren naar Dubai geregeld, maar hij heeft deze dieren vervolgens ook met de hulp van [medeverdachte 1] - die in Dubai woonachtig was - in de Verenigde Arabische Emiraten verkocht. Uit de verschillende tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] blijkt dat zij spraken over het vinden van klanten voor deze dieren en het bijbehorende verkoopbedrag.
Voorts heeft verdachte twee caracals binnen Europa onder zich gehad en ten verkoop aangeboden.
Verdachte heeft verder grote aantallen vogels die grotendeels in het wild waren gevangen via Turkije en Bulgarije ingevoerd. Verdachte kocht de partijen van een handelaar in Turkije. Vervolgens werden deze vogels in opdracht van verdachte via Bulgarije binnen de Europese Unie gebracht, waarna de vogels naar verdachte werden vervoerd. Hierbij werd uitgebreid gefraudeerd met papieren. Zo gaven de bij de transporten gevoegde documenten niet de werkelijke herkomst van de vogels weer om op die manier - zo begrijpt het hof - te verdoezelen dat de vogels uit het wild afkomstig waren.
Er is ook gehandeld in vogels die bestemd waren voor dierentuinen. Nadat de zending was aangekomen op Schiphol werden de tot deze zending behorende vogels via Nederland naar Sofia Zoo in Bulgarije vervoerd. Daarna werden deze vogels vanaf deze Bulgaarse dierentuin over de weg naar verdachte in Nederland vervoerd. Door op voornoemde wijze misbruik te maken van de zogenoemde “dierentuinvrijstelling”, kon verdachte deze vogels vervolgens in Nederland verkopen.
Verder is misbruik gemaakt van een vrijstellingsregeling voor vogels die bedoeld is voor - kort gezegd - huisdieren bij verhuizing van hun eigenaar. Dit vond plaats door telkens verschillende vogels per vliegtuig te (laten) verzenden waarbij per (in elk geval) vijf vogels een begeleider aanwezig was. Deze begeleider, die nooit de eigenaar was van de vogels, werd daarvoor betaald door verdachte dan wel [medeverdachte 1] . Na aankomst in Nederland werden deze vogels - onder meer - door verdachte verkocht. Van transport van een eigenaar met zijn of haar huisdier(en), waarvoor deze vrijstellingsregeling is bedoeld, was absoluut geen sprake.
Klaarblijkelijk om de illegale praktijken aan het zicht te onttrekken ontbreken delen van de administratie en zijn documenten vervalst. Het hof acht aannemelijk dat de illegale handel gericht was op het behalen van aanzienlijke winsten.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie, welke organisatie zich schuldig maakte aan (onder meer) voornoemde misdrijven. Verdachte, die net als [medeverdachte 1] dierenhandelaar is, fungeerde als spin in het web binnen deze organisatie. Hij heeft de beschikking over een uitgebreid netwerk voor de wereldwijde handel in dieren waarop hij telkens een beroep deed.
Naast het voorgaande heeft verdachte in enkele gevallen dieren niet goed verzorgd.
Het hof acht in het bijzonder op grond van de feiten die betrekking hebben op de handel in uitheemse diersoorten oplegging van een gevangenisstraf met een aanzienlijk onvoorwaardelijk deel onontkoombaar en een - zij het voorwaardelijke - (bijkomende) straf van ontzetting uit het beroep van dierenhandelaar. Mede vanuit het oogpunt van generale preventie acht het hof de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de gegeven omstandigheden aangewezen. De bescherming van die diersoorten tegen illegale handel is mondiaal van groot belang. Bovendien brengen de onrechtmatige manieren waarop die handel in de onderhavige zaak (mede door verdachte) heeft plaatsgevonden gezondheidsrisico’s mee. Verdachte heeft zich niet bekommerd om deze risico’s. De schaal waarop één en ander heeft plaatsgevonden is - met name wat betreft vogels - groot. De wijze waarop verdachte en de medeverdachten te werk zijn gegaan, is te kwalificeren als geraffineerd, professioneel, goed georganiseerd en doortrapt. Verdachte heeft hierbij een hoofdrol gehad. De handel was erop gericht zo veel mogelijk winst te behalen. Om het welzijn van de dieren heeft verdachte zich niet bekreund. Dat blijkt ook duidelijk uit een aantal afgeluisterde telefoongesprekken, zoals de op pagina’s 2097 en 2100 weergegeven tapgesprekken. Het hof houdt ten nadele van verdachte rekening met de omstandigheid dat hij geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in het laakbare van zijn handelen. Zoals de rechtbank heeft overwogen: “Het lijkt verdachte niet te interesseren of hij handelt in vogels die in het wild gevangen zijn. Als verdachte kan doen voorkomen dat de vogels niet in het wild gevangen zijn, vindt hij dit voor zijn handel voldoende”.
Ten nadele van verdachte neemt het hof voorts in aanmerking het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 oktober 2016 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor delicten als de onderhavige, zij het op aanzienlijk minder grote schaal.
Het hof houdt verder rekening met de omstandigheid dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Evenals de rechtbank ziet het hof aanleiding rekening te houden met de duur en de bijzondere gevolgen van de periode die verdachte in beperkingen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het hof heeft voorts rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte - zoals zijn gezondheidsklachten - waarvan het hof ter terechtzitting is gebleken.
Met de rechtbank ziet het hof geen reden tot strafvermindering op grond van schending van het recht op berechting binnen een redelijke termijn. Op grond van de ingewikkeldheid van de zaak, waaronder de omvang van de zaak en de complexiteit van het opsporingsonderzoek en de uitvoerigheid van de behandeling van de zaak in eerste aanleg, is de periode van twee jaar en zeven maanden tussen de inverzekeringstelling van verdachte op 12 november 2012 gerechtvaardigd. Daarbij merkt het hof op dat er in eerste aanleg en in hoger beroep op verzoek van de verdediging nog verschillende getuigen zijn gehoord.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat verdachte ter zake van de door het hof bewezenverklaarde misdrijven moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar (met aftrek van voorarrest). Daarnaast legt het hof aan verdachte op een geheel voorwaardelijke ontzetting uit het beroep “dierenhandelaar”, voor zover dat betreft het hebben van bemoeienis met inheemse of uitheemse beschermde diersoorten en in het wild gevangen vogels, voor de duur van 1 jaar (ook met een proeftijd van 2 jaar). Het hof ziet deze voorwaardelijke straf als een goede stok achter de deur voor verdachte om zich niet meer met de illegale handel in dieren bezig te houden.
Ten aanzien van de overtredingen
Verder heeft verdachte geen deugdelijke administratie bijgehouden ter zake van verschillende vogels en heeft hij niet alle documentatie bewaard ten aanzien van die vogels terwijl hij daartoe wel verplicht was. Dit levert twee keer een overtreding op, zoals door het hof is bewezenverklaard onder feit 2. Per overtreding zal het hof verdachte veroordelen tot een geldboete van 500 euro subsidiair 10 dagen hechtenis.
Beslag
Een deel van het bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven vogels. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 juli 2011 opgelegde voorwaardelijke geldboete van 10.000 euro (parketnummer 22-004108-07). Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14g, 14h, 14i, 14j, 23, 24, 24c, 36b, 36c, 57, 62, 63, 140 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1, 1a, 2, 6 en 7 van de Wet op de economische delicten, de artikelen 10, 37 en 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 13 en 81 van de Flora- en faunawet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst af het verzoek om [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] als getuige te horen.
Wijst af het verzoek om [getuige 4] als getuige te horen.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 6 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 3 subsidiair, 4, 5, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde ter zake van de rode eekhoorns niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Verklaart het onder 1 voor het overige, 2, 3 primair, 3 subsidiair, 4, 5, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het onder 1 voor het overige, 3 primair, 3 subsidiair, 4, 5, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een bijkomende straf, te weten een ontzetting van het beroep van dierenhandelaar, voor zover dat betreft het hebben van bemoeienis - direct of indirect - met inheemse of uitheemse beschermde diersoorten en in het wild gevangen vogels voor de duur van 1 (één) jaar en bepaalt dat deze bijkomende straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven vogels, te weten:
- vier lady ross toerako's (nummer 75);
- twee grijswangneushoornvogels (nummer 76);
- 234 st. helenafazanten (nummer 77);
- 239 muskaatvinken (nummer 78);
- 36 ( napoleon)wevers (nummer 79);
- twee grijswangneushoornvogels (nummer 84);
- een tucuman amazone (nummer 93);
- een dubbele geelkopamazone (nummer 94);
- de Filipijnse dwergvalken (ongenummerd).
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven vogels, te weten:
- 25 bos myna's (nummer 81);
- twee treur myna's (nummer 82);
- een witnekraaf (nummer 83);- twee staalvinken (nummer 85);
- twee wida's (nummer 86);
- twee diamantduiven (nummer 87);
- vier zebravinken (nummer 88);
- twee Japanse meeuwen (nummer 89);
- vier kanaries (nummer 90);
- vier rode kanaries (nummer 91);
- twee reuzeneksters (nummer 92).
Ten aanzien van de onder 2 bewezen verklaarde overtredingen:
Veroordeelt de verdachte tot twee geldboetes van elk € 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis
(derhalve in totaal € 1.000,00 (duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis).
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging:
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 5 juli 2011, parketnummer 22-004108-07, te weten:
een geldboete van € 10.000,00 (tienduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 (vijfentachtig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr. M. Barels en mr. H.H.M. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen , griffier,
en op 18 januari 2017 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
BIJLAGE: de tenlastelegging
1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland
en/of in Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
al dan niet opzettelijk, telkens dieren, behorende tot een beschermde
inheemse en/of een beschermde uitheemse diersoort, te weten
- drie, althans één of meer amoerpanter(s) (Panthera pardus orientalis) en/of
- vijf, althans één of meer ringstaartmaki(’s) (Lemur Catta) en/of
- twee, althans één of meer woestijnlynx(en) (Caracal caracal) en/of
- drie, althans één of meer tigon(s) dan wel lijger(s) (Panthera
tigris x leo) en/of
- vier, althans één of meer aalscholver(s) (Phalacroxorax carbo)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(in de loods op [adres 1] ):
- drie, althans één of meer rode eekhoorn(s) (Sciurus vulgaris) en/of
- één dubbele geelkopamazone (Amazone oratrix) en/of
- één tucuman amazone (Amazone tucumana) en/of
- één groene specht (Picus viridis)
en/of
(op de zolder van [adres 2] ):
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Wildvang Bulgarije)
- 265, althans één of meer Piocephalus senegalus en/of
- vijfenvijftig African grey parrots/grijze roodstaartpapegaaien
(Psittacus erithacus)
- tien, althans één of meer tauraco perse en/of
- vijf, althans één of meer tauraco hartlaubi en/of
- vijf, althans één of meer tauraco livingstonii en/of
- vijf, althans één of meer hill myna’s (Gracula religiosa)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad,
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax)
en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
te koop heeft gevraagd en/of heeft gekocht en/of heeft verworven en/of ten
verkoop voorhanden of in voorraad heeft gehad en/of heeft verkocht en/of ten
verkoop heeft aangeboden en/of heeft vervoerd en/of ten vervoer heeft
aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of heeft gebruikt voor commercieel gewin
en/of heeft geruild of in ruil aangeboden en/of heeft uitgewisseld of tentoon
gesteld voor handelsdoeleinden en/of binnen of buiten het grondgebied van
Nederland heeft gebracht en/of onder zich heeft gehad;
2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 12 november 2012
te [plaats] , althans in Nederland,
telkens geen en/of een onjuiste en/of een onvolledige registratie als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, onder c van de Regeling administratie bezit en
handel in beschermde dier- en plantensoorten heeft bijgehouden,
immers ontbrak in zijn registratie de vermelding van de levende specimens
van in gevangenschap geboren en gefokte of uit het wild afkomstige dieren,
behorende tot beschermde uitheemse diersoorten, genoemd in bijlage B bij de
Basisverordening 338/97,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus)
en/of
werden bij de registratie, bedoeld in artikel 3 eerste lid van de Regeling
administratie bezit en handel in beschermde dier- en plantensoorten, terwijl
dit van toepassing was niet bewaard alle aantekeningen en bescheiden,
waaronder nota’s, vrachtbrieven en andere bewijsmiddelen, boeken, registers
of andere hulpmiddelen, die betrekking hebben op het onder zich hebben, het
ontvangen, verkopen of afleveren van specimens, bedoeld in artikel 2, eerste
lid van de Regeling administratie bezit en handel in beschermde dier- en
plantensoorten,
te weten:
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus);
3. primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens al dan niet opzettelijk dieren en/of producten in Nederland heeft
gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks, 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke dieren en/of producten zijn verzonden vanuit een derde land en via
Nederland voor het eerst in de gebieden waarop het Verdrag betreffende de
Europese Unie van toepassing is zijn gebracht;
3. subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, vogels in Nederland heeft gebracht, te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
welke vogels zijn verzonden vanuit een lidstaat of een andere staat die
partij is bij het EER-Verdrag dan wel vanuit een derde land en via het
grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht en bestemd zijn
voor Nederland, een lidstaat of een andere staat die partij is bij het
EER-Verdrag;
3. meer subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van (een)
voorwerp(en), te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met
12 september 2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks, 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
de werkelijke aard en/of de herkomst, heeft verborgen of verhuld, terwijl hij
(telkens) wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
4:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen
telkens al dan niet opzettelijk, als houder van één of meer dier(en),
te weten:
(traject Wildvang Bulgarije)
- op of omstreeks 1 april 2011, 285, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1312) en/of
- op of omstreeks 3 april 2011, 94, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1284) en/of
- op of omstreeks 8 april 2011, 150, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1173/4) en/of
- op of omstreeks 14 mei 2011, 899, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1094) en/of
- op of omstreeks 19 mei 2011, 985, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1095) en/of
- op of omstreeks 7 juli 2011, 361, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1100) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2011, 570, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1104) en/of
- op of omstreeks 27 juli 2011, 188, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1133/4) en/of
- op of omstreeks 11 augustus 2011, 950, althans één of meer vogels
(proces-verbaal p. 1142) en/of
- in of omstreeks de periode van 9 september 2011 tot en met 12 september
2011, 852 (proces-verbaal p. 1146), althans één of meer vogels,
en/of
(traject Wildvang Portugal)
- in of omstreeks de periode van 14 september 2011 tot en met 28 augustus
2012, 1265, althans 234, althans één of meer st. Helenafazant(en)
(Estrilda astrild) en/of
- in of omstreeks de periode van 26 maart 2012 tot en met 15 augustus 2012,
407, althans 36, althans één of meer napoleonwever(s) (Euplectus afer) en/of
- in of omstreeks de periode van met 9 augustus 2012 tot en 28 september
2012, 210, althans 239, althans één of meer muskaatvink(en) (Lonchura
punctulata)
en/of
(traject Vijfvogelregeling)
- op of omstreeks 7 oktober 2011, zeven, althans één of meer geelkopgieren
(Cathartes burrovianes) en/of
- op of omstreeks 7 oktober 2011, twee, althans één of meer pompadour
cotinga’s (Xipholena punicea) en/of
- op of omstreeks 8 mei 2012, tien, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf,
althans één of meer ross toerako’s (Musophaga rossea) en/of
- in of omstreeks de periode van 7 mei 2012 tot en met 18 mei 2012, vijf, althans
één of meer grijswangneushoornvogels (Bycanistes subcylindricus) en/of
- in of omstreeks de periode van 15 januari 2011 tot en met 15 februari
2011, tien, althans één of meer papoea beo’s (Mino dumonti) en/of
- op of omstreeks 1 november 2011, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 6 juni 2012, vijf, althans één of meer reuzentoerako’s
(Corythaeola cristata) en/of
- op of omstreeks 14 augustus 2012, vijf, althans één of meer ross toerako’s
(Musophaga rossea),
en/of
(traject Dierentuinroute)
- tien, althans één of meer witnekraven (Corvus albicollus) en/of tien,
althans één of meer schildraven (Corvus albus) en/of
- tien, althans één of meer panay of luzon neushoornvogels (Penelopides
panini/manillae) en/of
- twee, althans één of meer rosse neushoornvogels (Buceros hydrocorax) en/of
- acht, althans één of meer brahmaanse wouwen (Haliaster indus) en/of
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalken (Microhierax erythrogenys)
en/of
- twee, althans één of meer bonte kiekendieven (Circus melanoleucos) en/of
- vier, althans één of meer kuifhaviken (Accipiter trivirgatus),
terwijl hij wist en/of redelijkerwijs kon vermoeden dat door zijn handelen of
nalaten, een besmetting met dan wel de verspreiding van een krachtens artikel
15 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren aangewezen besmettelijke dierziekte
kon worden veroorzaakt,
- niet aan zijn verplichting heeft voldaan dergelijk handelen achterwege te
laten, terwijl dit in redelijkheid van hem kon worden gevergd,
en/of
- niet alle maatregelen heeft genomen die in redelijkheid van hem konden
worden gevergd, teneinde zodanige besmetting of verspreiding te voorkomen,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
die vogels in Nederland gebracht en/of samengebracht en/of verzameld en/of
verkocht en/of verhandeld en/of overgedragen en/of onder zich gehad,
terwijl
- die vogels niet afkomstig waren uit erkende vermeerderingsbedrijven en/of
- niet aan de invoervoorschriften en/of de quarantainebepalingen werd voldaan
en/of
- die vogels niet tenminste 30 dagen in een erkende quarantainevoorziening
zijn gehouden;
5:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
- 29, althans een of meer geslachtsbepalingsdocument(en) (08.AMB.12) en/of
- 15, althans een of meer Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong (08.AMB.18)
en/of
- een factuur (nr. 24212A) betreffende 3 amoerpanters (08.AMB.21) en/of
- een factuur (nr. 171212A) betreffende 5 Lemur catta (08.AMB.20) en/of
- een factuur (nr. 143212A) betreffende 1 Liger (08.AMB.22) en/of
- een factuur (nr. 112012A) betreffende 2 Panthera tigris X panthera leo
(08.AMB.23) en/of
- 11, althans een of meer facturen betreffende de levering van voedseldieren
(09.AMB.09, bijlage 1192 tot en met 1201 en 1474),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) in strijd met
de waarheid
- op de/het geslachtsbepalingsdocument(en) (door het plaatsen van een valse
handtekening) doen voorkomen alsof dierenarts [dierenarts 1] de/het
geslachtsbepalingsdocument(en) heeft ondertekend en/of
- op de Leveranciersverklaring(en) van Oorsprong opgenomen dat de daarin
vermelde dieren van oorsprong uit Nederland afkomstig zijn en in eigen
beheer zijn gefokt bij het bedrijf [bedrijf 3] te [plaats] en/of
- op factuur nr. 24212A opgenomen dat de 3 amoerpanters door Serengeti Park Hodenhagen
aan [bedrijf 8] zijn/worden verkocht voor een bedrag
van 5.000 euro en/of
- op factuur nr. 171212A opgenomen dat de 5 Lemur catta door Tierpark Strohen
aan [bedrijf 9] zijn/worden verkocht voor een bedrag van
3.500 euro en/of
- op factuur 143212A opgenomen dat de Liger door [betrokkene 7] aan [bedrijf 8]
is/wordt verkocht voor een bedrag van 6.000 euro en/of
- op factuur 112012A opgenomen dat de 2 Panthera tigris X panthera leo door
[betrokkene 7] aan [betrokkene 8] zijn/worden verkocht voor een
bedrag van 15.000 euro en/of
- op de facturen betreffende de voedseldieren opgenomen dat er voedseldieren aan [bedrijf 1] zijn geleverd,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
6:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012, te [plaats] , althans in Nederland, althans in
Nederland en/of Tsjechië en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of
Slowakije en/of Portugal en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de
Filipijnen en/of Indonesië en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of
Turkije en/of elders in Azië en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of
Tanzania en/of elders in Afrika
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e):
Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document(en) van binnenkomst (met
de/het nummer(s) CVEDA.DE.2011.0002117-V1 en/of CVEDA.DE.2011.0002114-V1
en/of CVEDA.DE.2011.0001111-V1),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat voornoemd(e) Veterinaire Document(en)
(telkens) als (verplicht) begeleidingsdocument bij een zending vogels werd(en)
gevoegd
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens opzettelijk
valselijk en/of in strijd met de waarheid
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0002117-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [betrokkene 2] adres: [adres 3] , importeur
en/of leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was
en/of
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0002114-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [medeverdachte 1] , adres: [adres 3] , importeur en/of
leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was
en/of
op dat Europees Gemeenschappelijk Veterinaire Document van binnenkomst
met nummer CVEDA.DE.2011.0001111-V1 was vermeld:
- dat de zending gezelschapsdieren betrof en/of
- dat [medeverdachte 1] , adres: [adres 4] , importeur en/of
leveringsadres en/of vervoerder en/of geadresseerde was,
zulks terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat het/de document(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware(n) het/deze echt en onvervalst;
7:
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2010 tot en met 12 november
2012 te [plaats] , althans in Nederland, althans in Nederland en/of Tsjechië
en/of Duitsland en/of Bulgarije en/of Hongarije en/of Slowakije en/of Portugal
en/of Turkije en/of elders in Europa en/of de Filipijnen en/of Indonesië
en/of de Verenigde Arabische Emiraten en/of Turkije en/of elders in Azië
en/of in Zuid-Amerika en/of Oeganda en/of Tanzania en/of elders in Afrika
heeft deelgenomen aan een organisatie,
te weten een samenwerkingsverband van een of meer personen bestaande uit hem,
verdachte, [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of andere natuurlijke
personen en/of rechtspersonen welke organisatie telkens tot oogmerk had het
plegen van misdrijven, te weten:
- het opzettelijk verrichten van handelingen waardoor een besmetting dan wel
verspreiding van een besmettelijke dierziekte kon worden veroorzaakt
(101a GWD)
en/of
- het opzettelijk te koop vragen en/of kopen en/of verwerven en/of ten
verkoop voorhanden hebben en/of in voorraad hebben en/of verkopen en/of ten
verkoop aanbieden en/of vervoeren en/of het ten vervoer aanbieden en/of
afleveren en/of gebruiken voor commercieel gewin en/of ruilen en/of in ruil
aanbieden en/of het uitwisselen of tentoonstellen voor handelsdoeleinden
en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of onder
zich hebben van dieren behorende tot (een) beschermde diersoort(en) (13 FFW)
en/of
- het opzettelijk in strijd met de bij of krachtens de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren gestelde regels, te weten artikel 2.1 lid 2 van de
Regeling handel levende dieren en levende producten binnen Nederland
brengen van vogels (10 GWD) althans het plegen van witwassen
en/of
- het plegen van valsheid in geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van
het Wetboek van Strafrecht
en/of
- het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalste geschrift als ware
het echt en onvervalst als bedoeld in artikel 225 lid 2 van het Wetboek van
Strafrecht;
8:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn en/of
letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die
dier(en) heeft benadeeld,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- ( honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager
dan 23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529),
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige
verzorging heeft onthouden,
immers zaten in een woning aan de [adres 2] , (op de zolderkamer)
- twee, althans één of meer Filipijnse dwergvalk(en) (Microhierax
erythrogenys), in een vervoersbench:
- die te klein was en/of
- die niet geschikt was om de vogels voor langere tijd in te huisvesten en/of
- die ernstig verontreinigd was met uitwerpselen en/of
- waarin het water in het drinkbakje ernstig verontreinigd was en/of
- waarin de aanwezige zitstok een te grote diameter had in relatie tot de
omvang van de klauwtjes van de dieren,
en/of
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] :
- ( honderden) waterschildpadden (Trachemys scripta) in een kast met
(schuif)lades gevuld met water terwijl:
- dit water een te lage temperatuur had, althans een temperatuur lager dan
23 graden en/of
- deze waterschildpadden geen droge plek hadden om te liggen, (behalve
door bovenop elkaar te kruipen) en/of
- het water was vervuild met fecaliën,
en/of
- vier, althans één of meer roodhalsgans/zen en/of één eend die niet
beschikten over een met water gevulde zwemwaterbak,
en/of
- honderden, althans een groot aantal, althans een of meer agapornissen in
hokken:
- waarin de bevolkingsdichtheid te groot was en/of
- waarin geen, althans onvoldoende zitmogelijkheden voor die dieren waren en/of
- waarin geen schuilmogelijkheid was,
en/of
- een rolstaartbeer (Potos flavus) in een gazen kooi:
- zonder dat het dier kon beschikken over een nachthok en/of
- waarin beschimmelde ontlasting lag,
en/of
- drie, althans één of meer eekhoorns (Sciurus vulgaris):
- die in een zeer slechte conditie waren en/of
- die te mager waren en/of
- waarvan één eekhoorn een ontsteking aan het oog had,
en/of
- vogels in vervuilde hokken (p. 3529),
- veel dieren en vogels waarvan de voederbakken vervuild en/of leeg waren
(p. 3529),
- veel dieren zonder schoon drinkwater (p. 3529),
- woestijnvossen in een hok waarin de bevolkingsdichtheid te groot was
(p. 3529),
- roofdieren en prooidieren naast elkaar gehuisvest (p. 3529);
9:
A:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011
tot en met 1 augustus 2013 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van
zodanig doel toelaatbaar was, bij (een) dier(en) pijn of letsel heeft
veroorzaakt en/of de gezondheid of het welzijn van dat/die dier(en)heeft
benadeeld,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren
en/of
B:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010
tot en met 12 november 2012 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
als houder van (een) dier(en) aan dat/die dier(en) de nodige verzorging
heeft onthouden,
immers verbleven in een loods aan de [adres 1] drie otters (Lutra lutra):
- in een te kleine en/of donkere kooi en/of
- zonder schuilmogelijkheden in hun verblijf en/of
- zonder een met water gevulde zwemwaterbak en/of
- gedurende lange tijd zonder toereikende hoeveelheid gezond en/of voor de
soort en de leeftijd geschikt voer en/of
- zonder tijdige consultatie van een dierenarts en/of adequate medische
behandeling, terwijl de otters ziek waren.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 18 januari 2017.
Tegenwoordig:
mr. J.A.W. Lensing, voorzitter,
mr. M. Barels en mr. H.H.M. van Dijk, raadsheren,
mr. A.C.L. van Holland, advocaat-generaal,
mr. R. Jansen , griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 18‑01‑2017
Ook vermeld op Bijlage 2, behorende bij artikel 1, onder B, van de Bekendmaking lijsten beschermde diersoorten 2013.
Ook vermeld op Bijlage 2, Behorende bij artikel 1, onder B, van de Bekendmaking lijsten beschermde diersoorten 2013.
Ook vermeld op Bijlage 1 van de Bekendmaking lijsten beschermde diersoorten 2013.
Uitsluitend ten aanzien van de aalscholvers verklaart het hof bewezen dat verdachte deze heeft verkocht.
Ter zake van de Filipijnse dwergvalken verklaart het hof bewezen dat verdachte deze heeft gekocht, verworven, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en onder zich heeft gehad; ter zake van de rode eekhoorns, de dubbele geelkopamazone, de tucuman amazone en de groene specht verklaart het hof steeds bewezen dat verdachte deze onder zich heeft gehad.
Art. 1a onder ten eerste WED in verbinding met art. 3.2, eerste lid Wet natuurbescherming in verbinding met art. 1 Vogelrichtlijn.
Vgl. Nota van toelichting bij Besluit natuurbescherming, Stb 2016, nr. 383, p. 95, noot 107.
Met betrekking tot de levering van 27 juli verklaart [medepleger 2] onder meer dat hij de vogels had ontvangen van [medepleger 3] en de factuur voor verdachte had opgemaakt met de vermelding van het aantal ontvangen vogels en hij de vogels heeft ingeladen in de auto van de Nederlandse chauffeur die de vogels kwam ophalen voor verdachte. Het was een handelstransactie tussen [alias medepleger 1] en verdachte. Hij heeft geen geld betaald aan [medepleger 3] en alleen maar een factuur opgesteld op verzoek van [alias medepleger 1] (p. 13761).
De stelling in het requisitoir (p. 16) dat het precies deze vogels zouden zijn geweest die in een e-mailbericht aan Bienvenue zouden zijn aangeboden wordt niet bevestigd door het onder bijlage 1436 opgenomen e-mailbericht van 31 december 2010.
Ter zake van de facturen betreffende de amoerpanters, ringstaartmaki’s en lijgers en de facturen betreffende voedseldieren verklaart het hof bewezen dat verdachte als medepleger heeft gehandeld.